servaas en bastiaan bomme
47
gesteldheid. Ook de gebeurtenissen in
de familiekring werden door hem uit
voerig vastgelegd.
Voor de sfeer, waarin Bastiaan opgroei
de, is de volgende selectie uit Servaas'
dagboeken interessant:
„Bastiaan Bomme. Geboren Vrijdag 12
November 1 802. desavondsom halv 1 0
uuren. Gedoopt Zondag 28 dv in de
Nieuwe Kerk door Ds. A. Drijfhout, de
Getuigen zijn Jacobus van den Broecke
en Vrouw Catharina Johanna op den
Dijk. Oom en Tante."„Hij heeft bij
onderscheidene gelegenheden en Ver
jaringen de volgende giften gekregen,
uitgenomen die aan Geldswaarde, welke
in een Spaarpot boekje vermeld staan,
en gemeen zijn gehouden met zijne Zus
ters, en op 1 January 1 823 onder elkan
der verdeeld, voor welker Een Vijfde
aandeel aan hem is toegezegd. Een Cer
tificaat van Russische Bankschulden,
onder administratie van Buys en Blanke
te Amsterdam".
Daarna volgen op zijn eerste verjaardag
o.a. „Een Goud Zakhorlogie van zijn
Grootvaderen nog 3 Rijksd. om iets voor
te Kopen"(l). Diverse ooms en tante's
rustten hem uit met de eerste delen van
een zilveren tafelbestek, met de belofte
jaarlijks voor aanvullingen te zorgen. Op
5 Mei 1805 krijgt hij, „in den broek
gaande", van zijn oud-oom Johs de Smit
een rijksdaalder en van zijn oud-oom
Cornelis Brouwer een ducaton.
De basis voor zijn wetenschappelijke
uitrusting wordt op zijn veertiende ver
jaardag gelegd door grootmoeder Bom
me. Servaas noteert voor 1 2 November
1812: „Van Grootmoeder Bomme Een
Koker met Mathematische Instrumenten
van Kleman te Amst. Kostf 1 2,-." Op 1 2
November 1817 krijgt Bastiaan „Van
Vader en Moeder. Een Achromatische
Verrekijker met annex Microscoop." On
danks dat „annex" zullen het wel twee
afzonderlijke instrumenten zijn ge
weest.
Ten einde de chronologische volgorde
van de nader te beschouwen aanteke
ningen enigszins aan te houden, zal ik
eerst de sterrekundige waarnemingen
van Servaas wat nader bespreken. Zijn
gegevens over het weer zullen hier niet
ter sprake komen. Deze zijn reeds in
1910 aan het K.N.M.I. te de Bilt ter be
schikking gesteld en na het maken van
een uittreksel in een brief van 11 April
1910 aan de familie terug gezonden.
Zijn waarnemingen van hemelverschijn
selen betreffen zons- en maansverduis
teringen, verschijningen van kometen,
planetenbanen, kortom alleswat hem de
moeite van het bekijken en noteren
waard leek. Uit zijn aantekeningen blijkt,
dat hij geregeld wetenschappelijke wer
ken en tijdschriftartikelen over de ge
noemde onderwerpen las. De Konst- en
Letterbode, een 1 9de eeuws tijdschrift
vol wetenswaardigheden van velerlei
aard, was voor hem een belangrijke
bron. Ook raadpleegde hij het „Gentle-
mans Magazine", waaruit dat specifiek
Britse fenomeen, de gentleman, blijk
baar zijn informatie over de stand der
wetenschappen en de wereldeconomie
putte.
Soms was Servaas niet al te critisch in
zijn berichtgeving, getuige een dag
boeknotitie over de dood van Peter Dol-
lond, een Engelse instrumentmaker van
achromatische lenzenstelsels, die een
wereldfaam in dit vak bezat. Door lenzen
van verschillende soorten glas tot één
lens samen te voegen, wordt de hinder
lijke kleurschifting, die bij een enkelvou
dige lens optreedt, vermeden. Servaas
vermeldt over een bericht in het Gentle-
mans Magazine, van Juli 1 820,dat John
Dollond, de vader van Peter, „de eenige
was, welke de eer toekwam, van deze
zoo waardige en beroemde uitvinding te
hebben gedaan in 1757 en 1758." Het
principe van deze techniek was echter
reeds decennia eerder ontdekt door
Chester Moor Hall uit Essex, die zijn ont
dekking ook toepaste door in 1733 de
eerste achromatische lenzenstelsels te
vervaardigen7).
De komeetwaarnemingen nemen in de
aantekeningen van vader en zoon Bom
me een belangrijke plaats in. Met uitzon
dering van een verderop te vermelden
berekening van een zonsverduistering
door Bastiaan zal ik dan ook daaraan de
meeste aandacht besteden, vooral we
gens het gelijktijdige verschijnen van de
komeet van Halley en de aantekeningen
van de Bomme's, dit afgelopen najaar.
De aankondigingen van verschijnings
data worden door Servaas zorgvuldig
overgenomen uit allerlei tijdschriften.
Ook het feit, dat hij directeur bij het
Zeeuwsch Genootschap der Weten
schappen was, waarvan vele leden lief
hebberden in de toen zo populaire ster-
rekunde, moet het hem gemakkelijk
hebben gemaakt, aan de nodige gege
vens te komen. Voorts was er de relatie
met F. Kaiser, „Observator Astr. Dr. aan
de Hooge School te Leiden", met wie hij
zelf en later Bastiaan nu en dan cor
respondeerde.
De Bomme's gaven hun kennis door aan
de lezers van de Middelburgsche Cou
rant in de rubriek „Mengelingen", waarin
ook andere leden van het Genootschap,
o.a. De Kanter, Tevel en Verdonck hun
beschouwingen over met name sterre
kundige onderwerpen publiceerden. De
aantekeningen van Servaas betreffen de
volgende komeetverschijningen: 7 sep
tember 1 8114 Juli 1 81 9; 22 Februari
1 82116 September 1 822; 1 0 Januari
1824; 3 November 1828 (de komeet
van Encke); Augustus 1835 (Halley); 6
November 1838 (Encke); 18 Maart
1 843; Juni 1 845. Met uitzondering van
de komeet van 1845, waarover ik
slechts een bericht uit de Leidsche Cou
rant bij zijn aantekeningen aantrof, heeft
Servaas ze alle zelf waargenomen, in
veel gevallen bijgestaan door Bastiaan.
Servaas noteerde zeer uitvoerig de ge
bruikelijke bijzonderheden bij zijn ko
meetwaarnemingen, zoals hun loop
door de sterrebeelden, de helderheid ten
opzichte van de omringende sterren, de
lengte van de staart en meestal ook het
gebruikte type kijker. Voor de staart-
lengte gebruikte hij soms een zeer per
soonlijke maatstaf, hetgeen o.a. blijkt uit
de volgende passage van zijn aanteke
ningen over de komeet van 1 81 9: „July
5. Des avonds en 's nagts te rug komen
de van Goes, met zeer schoon weder,
zag dit verschijnsel zeer fraay, maar ne-
velagtig, (en de Maan bijkans vol zijnde)
de komeet zo groot als een ster van de
1e grootte, maar flaauw, de staart regt
naar boven en gebogen ter lengte van
een Tabakspijp en breed."
Bij de komeet van 1 822 luidt zijn com
mentaar onder meer:
„Maandag 1 6 September des avonds
om 1/2 1 0 uur, dezelve hier, voor het eerst
gezien door mijn zoon B. Bomme, bij de
kop van de Slang in het Westen, laag aan
den Horison - Dezelve is alleen voor
goede oogen zichtbaar; met een dag
nagtkijker gezien was dezelve omringd
van een sterke nevel en korte Staart".
Bastiaan was toen nog geen twintig jaar