sleepvaart en berging op de westerschelde
97
het assisteren van zeeschepen bij het
binnenlopen van een haven en verder uit
allerlei sleepwerk zoals het verslepen
van lichters, bokken, kranen meestal in
samenhang met de haven waar men
werkzaam is.
In Vlissingen zien we ook min of meer de
zelfde werkzaamheden met dien ver
stande dat soms ook bij de scheepswerf
„De Schelde" sleepboothulp nodig was.
Aanvankelijk lagen er in Vlissingen ver
schillende Engelse radersleepboten op
station. Zij waren voonamelijk actief op
de Westerschelde, maar werden ook
voor havenassistentie ingezet. De Mid
delburgse firma G. Alberts Lzn bestelde
in 1 884 bij de werf van „de Schelde" een
tweetal kleine bootjes die naar de be
kende Siamese tweeling Chang en Eng
genoemd werden. Deze scheepjes wer
den vaak gebruikt als sleepboot, doch
uiteindelijk zijn ze veel bekender gewor
den als zogenaamd „penny bootje". De
ze scheepjes brachten voor 5 cent per
sonen van de Houtkade naar het station
in Vlissingen. Een echte sleepboot was
in die dagen de Jacob van de Koninklijke
Maatschappij „DeSchelde" dieookvaak
bij het Middelburgse dok te zien was.
Ook waren er nog een paar kleine parti
culiere sleepboten met de prozaïsche
namen van Onderons en Spido werk
zaam in de Scheldestad.
De Steenkolen Handels Vereniging
(SHV) uit Rotterdam begon in 1 927 met
een bunkerstation te Vlissingen en dat
was tevens de aanleiding voor een „vas
De berging is afkomstig uit de visserij. Duidelijk is aan dit bergingsvaartuig haar „afkomst" te zien.
Stationsdienst anno 1986.
aktiviteiten namen toe en vereiste sleep
boten. De stationssleepboten te Vlissin
gen van L. Smit, Gerling of Bugsier wer
den soms ingezet voor havensleepwerk
of voor schepen die van de werf „De
Schelde" naar zee gingen. Bekende P.
Smit-sleepboten in die dagen waren: de
Spitsbergen, Borneo, Zoom, Zweden.
Tijdens de mobilisatieperiode vooraf
gaand aan de tweede wereldoorlog wer
den verschillende van deze slepers door
de Koninklijke Marine gevorderd om als
hulpschip dienst te doen zoals de Bor
neo, de Bath I, de Italië de OSI en de
Spitsbergen de OSIITijdens de meida
gen van 1940 vallen verschillende van
deze sleepboten in Duitse handen en de
vijand maakte handig gebruik van deze
sleepboten.
Na de oorlog keerde aanvankelijk Smit
terug in Vlissingen. Bij het vertrek voor
de proefvaart van het passagiersschip
Willem Ruys zien we nog veel rook en
stoom van de havenslepers. Echter ook
hier begonnen de veranderingen zich af
te tekenen. De Steenkolen Handels Ver
eniging bestelde kort na de oorlog haar
eerste eigen sleepboot bij L. Smit &Zoon
te Kinderdijk. Deze sleepboot kreeg de
naam Van Woelderen en maakte in sep
tember 1950 haar proefvaart om kort
daarna in dienstteworden gesteld. Door
tekort aan materialen werd als voortstu
wingsinstallatie de motor van de voor
malige veerboot Prins Hendrik van de
Provinciale Stoombootdiensten ge
bruikt. Later werd deze motorvervangen
te" sleepdienst in Vlissingen. Het bun
kerbedrijf, op 8 mei 1 927 feestelijk geo
pend door de Vlissingse burger(zee)va-
der C. A. van Woelderen, had voor het
vervoer van kolenlichters sleepboten
nodig. Een van de directeuren van de
Rotterdamse SHV D. G. van Beuningen
had belangen in de Rotterdamse sleep-
vaartwereld en dat had tot gevolg dat
vanuit Rotterdam sleepboten van de re
derij P. Smit naar Vlissingen kwamen.
Nadat de Vlissingse buitenhaven in
1931 belangrijk was verbeterd en het
bunkerstation naast kolen ook olie kon
leveren, kwamen meer en meer schepen
in Vlissingen bunkeren. Ook de haven-