sleepvaart en berging op de westerschelde
98
en deze verhuisde als leerobject naar de
zeevaartschool in Vlissingen. In 1957
volgde de tweede nieuwbouwsleepboot
voor de SHV die onder de naam Frederik
Hendrik in de vaart werd gebracht. Deze
sleepboot was genoemd naar F. H. Fen-
tener van Vlissingen, commissaris bij de
Steenkolen Handels Vereniging.
Ook in Vlissingen begon de schaalver
groting in descheepvaartdoortezetten.
De SHV maakte plannen voor een nieu
we zeer sterke havensleepboot en deze
werd opgedragen aan een Duitse werf.
Deze boot werd in het bijzijn van vele au
toriteiten als Sophia in dienst gesteld.
De naam Sophia zette de traditie binnen
de SHV-kringen voort omdat de naam
afgeleid was van mevrouw Sophia Fen-
tener van Vlissingen-Schout Velthuys.
Gezien het teruglopend aantal bunker
schepen in de haven van Vlissingen
werd begin 1970 besloten dit bunker
station op te heffen. Een mogelijkheid
om te bunkeren bleef behouden doordat
men met varende bunkerschepen in het
vervolg de scheepvaart bediende. De
drie sleepboten. Van Woelderen, Frede
rik Hendrik en Sophia werden per 1 april
1971 overgenomen door L. Smit Inter
nationale Sleepdienst en Smit-Spido en
dat betekende het einde van de jarenlan
ge aktiviteiten van de Steenkolen Han
delsvereniging te Vlissingen. De boven
genoemde sleepboten en hun beman
ningen werden ondergebracht in een
nieuwe maatschappij onder de naam:
N.V. Nieuwe Vlissingse Sleepdienst.
Ook de scheepsnamen werden gewij
zigd. De Frederik Hendrik en Sophia
werden achtereenvolgens omgedoopt
in Evertsen en De Ruyter, maar de naam
Van Woelderen bleef behouden. In later
jaren werd de Evertsen gemoderniseerd
en de Banckert, die voorheen in Rotter
dam had gevaren, kwam de vloot ver
sterken.
Begin van de jaren tachtig kwam op
nieuw een sleepboot - de Breedbank -
uit Rotterdam naar Vlissingen, maar op
bruikleenbasis, terwijl de Banckert over
ging naar het Bergings- en Transportbe
drijf Van den Akker. In 1 983 kwam ver
volgens de eerste nieuwbouwsleepboot
de gelederen van de NVS versterken.
Deze sleepboot, de Olivierssen ge
noemd, naar een „stoutmoedig zeeman"
uit de 17e eeuw, is speciaal uitgerust
met brandbestrijdingsmateriaal. De uit
1 950 stammende Van Woelderen ging
naar de Firma Van der Marei te Viane die
het schip op haar beurt doorverkocht
naar een Gentse sloperij.
De naam Van Woelderen bleef opnieuw
voor Vlissingen behouden omdat een
bestaande sleepboot van het Bergings
bedrijf Van den Akker, dat onder de zelf
de directie staat als de NVS, werd omge
doopt in Van Woelderen.
De Vlissingse havensleepboten assiste
ren tegenwoordig bij alle werkzaamhe
den in het havengebied en op de rede.
Tevens werd het werkterrein verlegd
naar de Oosterschelde, Noordzee en
zelfs Middellandse Zee. Op de Ooster
schelde zijn de NVS sleepboten de laat
ste jaren betrokken geweest bij allerlei
sleepwerk ten behoeve van de storm
vloedkering. Mede gezien de havenuit
breidingen in Vlissingen-Oost en de
werkzaamheden op de Westerschelde
lijkt de toekomst van een Vlissingse
sleepdienst verzekerd.
Stationsdienst Vlissingen
De stationsdienst in Vlissingen is een
vorm van een bergingsstation dat altijd
het meest tot de verbeelding heeft ge
sproken. Wat is eigenlijk een bergings
station? De oorsprong ligt kort na de
eerste wereldoorlog toen het vrij slecht
ging in het internationale sleepwerk. De
hele markt voor het verslepen van grote
objecten zoals drijvende dokken, bag-
germateriaal enz. was ingezakt. De grote
sleepvaartbedrijven zochten naar een
mogelijkheid om hun sleepboten toch
nog rendabel in te zetten. De Hollandse
L. Smit, de Duitse Bugsier, de Franse Les
Abeilles en nog een aantal andere be
drijven stationneerden dichtbij de inter
nationale scheepvaartroutes sleepbo
ten, die bij het geringste noodsignaal
konden uitvaren. Bekende stations uit
die dagen waren: St. John's, Queens-
town, Harwich, Coruna, Las Palmas, Hel
goland, Danzig en Vlissingen.
Dat voor Vlissingen werd gekozen had
voornamelijk te maken met de vele
scheepsongevallen op de Zuidelijke
Noordzee, Engelse kust en natuurlijk het
Westerscheldegebied. Deze stations
dienst betekende voor de bemanning
een vaak slopende dienst van verveling,
eenzaamheid en 24 uur per dag uitlui
steren. De marconist was een van de be
langrijkste personen aan boord. Te Vlis
singen lagen aan de steiger in de buiten
haven permanent sleepboten van Smit,
Bugsier en Gerling op stootgaren. In die
dagen was er ook sprake van enige ro
mantiek, door de concurrentie in alle jo-
valiteit meer dan één biertje aan te bie
den. Verder waren er de seinen die
slechts ingewijden wisten en het uitva
ren had soms alleen tot doel de concur
rentie te misleiden. De Duitsers, Belgen
en Hollanders hadden vaak hun sterkste
en beste sleepboten in Vlissingen. Be
kende scheepsnamen waren: de Wotan,
De Deurloo, zeer modern bergingsvaartuig van Van den Akker uit Vlissingen.
9 OEURLOO