sleepvaart en berging op de westerschelde
99
Seefalke en Hermes van de Duitsers, de
Belgen met de Goliath en Max en Smit
met de Schelde, Noordzee en Seine. AI
deze boten lagen voor kortere of langere
tijd in Vlissingen op station.
Tijdens het voorspel van de tweede we
reldoorlog werden verschillende Neder
landse sleepboten gevorderd door de
Marine om bijvoorbeeld dienst te doen
als bewaking- of onderzoekvaartuig. In
de meidagen van 1 940 zien we verschil
lende bekende sleepboten in de Zeeuw
se wateren in actie. De BV 37 (ex sleep
boot Schelde) begeleid de onafgebouw-
de onderzeeboten 021 en 022 van Vlis
singen naar de rede van Duins. De later
tijdens de oorlog bekend geworden
Zwarte Zee sleept de onafgebouwde tor-
pedobootjager Isaac Sweers van de
Scheldewerf naar Engeland. De BV 34
(ex sleepboot Noordzee) liep helaas na
bij de scheidingston van het Deurloo en
het Oostgat op een mijn. Hierbij kwamen
20 opvarenden om het leven. De BV 38
(ex sleepboot Ebro) ging eveneens rich
ting Engeland. Na de capitulatie keerden
verschillende Duitse sleepboten naar
Vlissingen terug. De kennis van hun be
manningen van de Zuidelijke Noordzee
kwam de Duitsers goed van pas in ver
band met de voorbereidingen voor de
aanval op Engeland (operatie Seelöwe).
De aanval op Engeland ging na aanvan
kelijk uitgesteld te zijn niet door en de
sleepboten verdwijnen uit de Zeeuwse
wateren.
Nadat in november 1 944 Walcheren na
zware strijd in geallieerde handen was
kwamen er sleepboten op de Wester
schelde terug. Het waren nu echter
Amerikaanse en Engelse boten vaak van
een standaardtype gebouwd tijdens de
oorlog. Genoemde sleepboten werden
ingezet voor allerlei sleep- en bergings
werk in het Westerscheldegebied. Tien
tallen geallieerde koopvaarders, slacht
offersvan Duitse mijnen en duikbootjes,
konden veilig worden binnengebracht.
Toch was er nog een Hollands element
bij deze sleepboten. Enkele werden na
melijk bemand door personeel van L.
Smit Co, waarbij ook verscheidene
Zeeuwen. Twee van deze boten de Dex
terous en Antic waren vaak inTerneuzen
en Hansweert te zien. Eind 1945 ver
schenen de oudgedienden weer op het
station Vlissingen. De Duitse sleepboten
keerden om begrijpelijke redenen niet
terug. De bekende slepers zoals de
Maas, Goliath en Ebro zijn onder meer
betrokken bij de scheepsrampen van de
Christiaan Huygens en Meerkerk nabij
de Steenbanken.
Van de vooroorlogse concurrentie is nu
echter geen sprake meer, zeker nadat in
1 948 werd besloten om per half jaar een
Nederlandse sleepboot (L. Smit) dan wel
een Belgische (Union) in Vlissingen te
stationneren. De opbrengst van de ber
gingen zou dan later onderling verdeeld
worden. In 1 952 kwam de N.V. Holland
het station Vlissingen versterken, doch
deze maatschappij heeft het niet lang
uitgehouden. Nog voor 1953 ten einde
was, zijn deze sleepboten al weer ver
trokken.
Een ander bedrijf dat zich in die dagen in
Vlissingen vestigde zou het aanzienlijk
langer uithouden en van zich doen spre
ken. Dit bedrijf, de rederij T. Dijkhuizen,
was aanvankelijk met het bergingsbe
drijfvan Van den Akker naardeSchelde-
stad gekomen, doch vestigde zich later
zelfstandig. Met de sleepboten Temi II
en Temi III kon Dijkhuizen vanuit een un
derdogpositie menige „job" contracte
ren.
De U.R.S. rederij kocht in Duitsland een
sterke sleepboot en stationneerde deze
in Vlissingen. Deze sleepboot de Scaldis
zou bij vele naoorlogse bergingen een
voorname rol spelen. Dat aan de sta
tionsdienst een groot risico verbonden is
Bergers met zelfvarende drijvende bokken in actie.
ondervond de bemanning van Smits
laatste stoomsleepboot Ebro. Op een
mayday van de Nederlandse Liberty Lin-
dekerk nabij de Banjaard voer men uit,
doch in vliegende storm gaat de Ebro op
de Banjaard ten onder. De reddingsboot
uit Veere kan onder moeilijke omstan
digheden de gehele bemanning behou
den aan land brengen.
De concurrentie op het station Vlissin
gen begon nu ook meer en meer de kop
op te steken. Dijkhuizen verscheen met
een sterke sleepboot op de Schelde en
deze kapitein-eigenaar kon met zijn Te
mi IV volwaardig de concurrentie aan.
Als aan het eind van de jaren zeventig de
bestaande contracten tussen Willem
Muller enerzijds en de U.R.S. en Smit an
derzijds komen te vervallen wordt de
competitiestrijd ongewoon hard. De ge
schiedenis herhaalt zich en bij het minst
geringe sein zien we nu Dijkhuizen, de
Union en soms ook de Vlissingse Sleep
dienst uitvaren.
Muller Terneuzen stationneert voor lan
gere tijd de sleepboot Zwitserland op de
rede van Vlissingen. De Belgen komen
met hun sterke boten met passende
scheepsnamen zoals Boxer en Fighter.
Op 28 maart 1 982 deed zich op de rede
van Vlissingen een bijzonder tragisch
ongeval voor. Bij een routinekarwei gaat
om onverklaarbare redenen de Temi IV
van Dijkhuizen ten onder en er komen 3
bemanningsleden om het leven waaron-