monument voor een verwoeste stad en een verwoest eiland middelburg 1940, Walcheren 1944 82 Dan komt mei 1 940. Zeeland komt er niet onredelijk van af, behalve Middel burg waar door het even nutte- als mee dogenloze Duitse bombardement meer dan vijfhonderd monumenten voorgoed verloren gaan. Er gaat geen week voorbij of ik denk daar aan met verbittering. Dat er na vijfendertig jaar nog geen „monu ment voor de verwoeste stad" is ge plaatst, misstaat de hoofdstad, eens door P. C. Boutens„het pleegkind van de overdaad van Zeeland's tuin" genoemd. Van herstel en wederopbouw komt in de oorlog natuurlijk niet veel terecht. Maar overheid en ondernemende burgers ma ken hun plannen klaar, bruisend van on- dernemerslust. En dan komt oktober 1 944. Grauwe bil jetten dwarrelen uit Britse vliegtuigen naar beneden. Zij waarschuwen onmid dellijk het eiland te verlaten. Het raadsel is gauw opgelost. Ik verwijs naar Ferguson. Walcheren is een binnenzee geworden, een jaar of meer lang, met dorpen en geïsoleerde hoeven als eilanden. Sommigen moeten urenlang roeien om een dokter te berei ken. Velen worden naar de steden geë vacueerd. Wie blijft krijgt een radiotoe stel met accu. Aldus een publicatie. Inenting tegen typhus wordt aanbevo len; scabies teistert de keurigste fami lies. Wie wil lezen hoe de bevolking Geerse-achtig (Van Schagen!) en aan doenlijk reageert, leze het boek van Tina Keller „De zee woont in ons huis". Het rusteloze water en de berustende mens. „Mae me gae nie weg. Glad nie. Me dienke der nie over. Ma gae bove wo- ne". De PTT werkt met bootjes op het Wal- cherse water om de telefoonleidingen te herstellen. De mannen zien een boer die omzichtig met zijn vietje een omweg maakt. PTT-man: liggen daar mijnen of kunnen we varen? Boer: juider wè. PTT-man: waarom wij wei? Boer: wei, juider zitten ai den eeien tied over een mijnenveld te mieren. De Algemeen Gemachtigde voor de We deropbouw publiceert op 3 januari 1945 een raming van de benodigdhe den voor het eerste herstel: 1,2 km2 tri plex, 1,5 km2 asfaltpapier, 300.000 m2 glas, 20 miljoen dakpannen, 1 0 miljoen metselstenen, 450.000 kilo stopverf. Sorbo is uw hulp in huis! De bevolking organiseert ondanks alles toch nog actiesten behoeve van het niet bevrijde noorden. De leuze - er is nog geen sprake van graffitti - Zuid helpt Noord. Kritikasters roepen: en wij stik ken de moord. Een onbedoeld cynisch bericht in de PZC (van 15 januari 1945): Het fonds voor noodlijdende Nederlanders schenkt 1000 gulden. „De gelukkige was een jon gen van zestien die in de oorlog beide ou ders had verloren Het bestuur staat voor schier onoplos bare moeilijkheden. Er komt een veror dening op aangespoelde goederen. Jon ge en aanstaande moeders krijgen ha- vermoutbonnen. Wie een rund clande stien verkoopt krijgt 3000 gulden boete. Nog halverwege 1 946 is er een verbod van huisslachting voor middenstanders en boeren die geen acht maanden in de landbouw werkzaam zijn. Vooral Zeeuwsch-Vlaanderen voelt zich gedu peerd, wellicht ook omdat de krant ver meldt dat de smokkel alle romantiek heeft verloren. Op 23 januari 1 946 is het spoortraject Vlissingen-Eindhoven her steld: men kan nu op één dag - alleen derde klas - op en neer. Wie Zeeland uit wil heeft echter een reisvergunning no dig. Nog voor de bevrijding wordt een wiel rijder verplicht zijn fiets goed te verlich ten en het daarna goed te verduisteren. In juli 1 945 constateert de PZC dat het College van Gedeputeerde Staten nog maar drie leden telt, waarvan er twee door ouderdom, gezondheid en andere bezigheden zo geteisterd worden dat zij niet hun volle kracht kunnen inzetten. „Zouden er niet nog enige bekwame mensen kunnen worden gevonden". Hoe dan ook, half november 1945 krij gen we vrije veren. De PZC van 29 december 1 945 maakt de balans op. In oktober is Walcheren bewesten het kanaal - 13.500 ha - weer aan de zee ontworsteld. Het herstel van de beschadigde woningen is ener giek ter hand genomen. Het reizen was nog steeds geen plezier. Wie om 09.50 uur de boot Vlissingen-Breskens neemt. moet tot 13.40 uur wachten voor hij naar Terneuzen kan vertrekken, waar hij om 15.45 uur arriveert. De verbinding met Holland komt pas tot stand als in januari 1946 de Moerdijk- brug voor auto's is hersteld. Voor het spoor zal dit pas in augustus het geval zijn. Een burgemeester op Schouwen-Duive- iand - zoals velen de RTM ais zondebok beschouwend - vraagt wat veiliger is, tram of bus. Antwoord: in Londen gebeu ren op 1000 bussen meer ongelukken vergeleken met 1000 trams. Respons: maar daar rijden dan ook veel meer bus sen. Het draagvlak van de Nederlandse eco nomie is klein. De nationale schuld be loopt 1 8 miljard gulden, het financie ringstekort 2,2 miljard. Daarom ging het herstel na de watersnoodramp van 1 953 veel sneller. Het buitenland en na de bevrijding overig Nederland - teza men toch een uitgestrekt gebied - verle nen hulp en bijstand. Ik herinner me dat Amerikaanse familie leden zout wilden zenden en er werdzeifs gesproken over het sturen van wormen, waarvan het bestand in het zoute water was vernietigd, in de krant van 29 mei 1945 wordt vermeid dat Amerikaanse Quakers zwarte wol voor kousen zullen zenden, een staaltje van specifieke aard- rijks-kunde. De armoede uit zich ook in de rui/advertenties. Wie ruilt mijn vooroor logse gordijnen tegen vijf poeljes aan de leg? Wie geeft zijn theeservies voor mijn pumps? De prijsbeheersing stelt vast dat een gemiddelde damesmantel niet meer dan 50 gulden mag kosten. Het cabaret De Contrasten verzoent zijn toehoorders met de algemene misère. Een van de me dewerkers ziet bij een slager een aanbie ding liggen: brood met kroket en zuur voor een kwartje. De slager overhandigt de kroket. Vraag: waar is het brood. Ant woord: dat zit in de kroket. Vraag: en het zuur. Antwoord: eet dan eerst de kroket maar eens op. Maar op 1 april 1 946 wordt de centrale keuken gesloten. Er is te weinig belang stelling meer. Industrie en handel liggen er berooid bij.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1986 | | pagina 4