TERUGBLIK OP DE DROOGMAKING VAN WALCHEREN*) Ir. H. AFerguson Onder de vele watervloeden die Zeeland in de loop van eeuwen hebben geteis terd neemt de inundatie van Walcheren een bijzondere plaats in. Niet alleen om dat zij door oorlogsgeweld werd veroor zaakt; het was immers niet de eerste maal dat Zeeuws gebied door militaire inundaties werd getroffen. Zo werden in de 16e en 17e eeuw delen van Zeeuwsch-Vlaanderen herhaalde malen overstroomd doordat in het kader van militaire operaties dijken werden door gestoken. Het Land van Saeftinge is er tenslotte voorgoed door „verloren".De gewelddadige handelingen waardoor de zee toegang kreeg tot Walcheren had den echter een veel explosiever karakter - zowel figuurlijk als letterlijk - dan in de vroegere gevallen. De bombardementen van de dijken op Walcheren hadden ook sneller en ernstiger gevolgen. Alhoewel het grote gat dat in de Westkapelse dijk werd geslagen nog niet het gewenste gevolg had - een groot deel van het ei land bleef toen nog buiten bereik van de zee - en daarom ook nog de Nolledijk bij Vlissingen en de dijk bij Veere hetzelfde lot moesten ondergaan voordat Walche ren ten westen van het kanaal volledig geïnundeerd was, nam het volledige proces toch nog geen veertien dagen in beslag: de eerste bommen troffen de Westkapelse dijk op 3 oktober, de laat ste de dijk bij Veere op 11 oktoberterwijl in die korte periode ook het oostelijk deel van de polder onder water kwam door het bombardement van de dijk bij Rammekens. Binnen veertien dagen was bijna geheel Walcheren door de zee in beslag geno men. Zo vlug zal het bij vroegere inunda ties waarschijnlijk niet zijn gegaan. Een belangrijk verschil met vroegere over stromingen was dat door de dijkbressen op Walcheren een kortsluiting was ont staan tussen de Wester- en Oosterschel- debekkens; een deel van de getijstroom die door het gat bij de Nolle naar binnen trok vond bij Veere een uitweg naar bui ten; zou daardoor op de duur een nieuw Sloe kunnen ontstaan? Men had daar geen zekerheid over, maar deze situatie noopte wel tot haast bij het herstel. Er waren twee belangrijke eisen die de strategie en het verloop van het dijkher Toespraak tijdens de bijeenkomst „Walcheren veertig jaar droog" op 30 mei 1 986. stel bepaalden. In de eerste plaats het tempo; men wilde nog voor het eerstko mende stormseizoen de stroomgaten gedicht en de nieuwe dijken gereed heb ben. Doordat het herstelwerk echter pas met volle kracht kon worden aangepakt na dat het noorden van ons land was bevrijd en mensen en materieel daaruit ter be schikking konden komen, kon dit eerst omstreeks 1 juli van het volgende jaar goed op gang komen. Rekent men ver der op ultimo oktober als uiterste termijn waarop stroomgaten gedicht en vol doende tegen eventuele novemberstor men moesten zijn beveiligd, dan be schikte men slechts over drie a vier maanden om het karwei te klaren - een zo korte termijn dat dit nauwelijks mo gelijk leek. Voorts was het streven, zo weinig mogelijk terrein permanent aan de zee prijs te geven. Dat betekende werken dicht aan zee, waar bovendien de stroomgeulen die bij de doorbraak waren ontstaan een vrij grote diepte hadden; als men de afsluit- tracés verder landinwaarts had gelegd, zouden deze geulen eenvoudiger kun nen zijn bedwongen. Men maakte het zich dus niet gemakkelijk. Wat het herstelwerk betreft bestonden er voorts aanmerkelijke verschillen met dijkdoorbraken die als gevolg van een stormvloed ontstaan. Door een storm vloed wordt men weliswaar ook verrast maar men is dan toch al door het slech ter wordende weer gewaarschuwd en kan voorzorgsmaatregelen treffen: dijk- legers worden gemobiliseerd zo gauw men de storm ziet aankomen. Er wordt ook slag mee geleverd; met alle macht wordt geprobeerd dreigende doorbra ken te voorkomen, soms met succes; en waar een doorbraak toch ontstaat lukt het nog vaak in de komende dagen door snel ingrijpen ergertevoorkomen en een dreigende stroomgeul in de kiem te smoren. De stormramp van 1 953 zal er vele voorbeelden van geven. Direct na een stormramp kan men be ginnen de krachten vanuit het achter land te mobiliseren en kunnen de troe pen van het eerste uur worden versterkt of ook vervangen. Op Walcheren had deze eerste fase een ander verloop. Direct na de bombarde menten was er nog geen sprake van te rugvechten tegen de zee; daarvoor moest immers eerst Walcheren nog op de bezetters worden heroverd, een zeer zware taak waarvoor de geallieerden nog bijna een maand nodig zouden heb ben. De eerste konkrete pogingen om zich tegen het alsmaar verder optrek kende water te weer te stellen konden pas twee maanden nadat de bressen wa ren gevormd beginnen. Daardoor moest aan de zee op Walcheren veel langer de vrije hand worden gelaten dan na een stormvloed gewoonlijk het geval is. Sprekend is wat dit betreft een vergelij king met 1953, toen men al na een maand volop met het herstelwerk bezig was en na twee maanden reeds ver scheidene gevaarlijke stroomgaten wa ren afgesloten. De eerste fase van het dijkherstel, die we de pioniersfase zou den kunnen noemen, duurde op Wal cheren dus veel langer en ging pas be trekkelijk laat over in een normale aan pak. Men zou het begin daarvan kunnen stel len op de reeds genoemde datum van 1 juli toen de verenigde aannemers de ver dere uitvoering van het inmiddels al lo pende werk konden overnemen. Maar eigenlijk duurde de pioniersfase tot aan het einde van het werk; er moest immers tot aan de dichting van het laat ste gat, bij Rammekens worden geïm proviseerd en geëxperimenteerd. De overgang van de eerste fase naar een beter voorbereide aanpak die het herstel van iedere watervloed kenmerkt, is voor hen die er al in het eerste uur bij waren vaak niet gemakkelijk; veelal worden zij dan „aan de dijk gezet" en keren terug naar hun normale bezigheden die vaak niet met het dijkherstel hebben te ma ken. Op Walcheren kende men ook een dergelijke groep pioniers die de spits moesten afbijten. Maar hier betrof het een groep waterbrouwers van een bij zondere samenstelling: een groep men sen van het vak die zich min of meer toe vallig in bevrijd gebied bevonden of in het buitenland bereikbaar waren. Vogels van diverse pluimage, mensen uit de aannemerswereld, mensen van de Pol der Walcheren en mensen van Rijkswa terstaat, die samenwerkten als een nog niet voorgekomen eenheid; het verschil tussen directie en aannemer wastijdelijk vervallen. Het zou ruim een half jaarduren voordat, na de bevrijding van het noorden, tot de

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1986 | | pagina 6