25 jaar veerse meer; enkele economische aspecten 131 natuur en landschap - niet of nog niet toegekomen. De waterkwaliteit van het Veerse Meer zou „belabberd" zijn en men voert een waterkwaliteitsbeheer dat die kwaliteit verslechtert. Deze kri tiek stamt uit 1 981Een ander punt van kritiek was destijds het bezwaar tegen het bouwen van privé-bungalows langs een deel van de oevers. Het sociale ren dement hiervan zou te gering zijn. Hoe het ook zij, het lijkt mij dat bij de verdere ontwikkeling van het gebied goed moet worden gelet op kwaliteitsaspecten. De uitbreiding van het aantal ligplaatsen zal misschien beter gematigder kunnen zijn dan het Rijk zich voorstelt. Op en langs het water zitten de verschillende categorieën recreanten elkaar al gauw letterlijk in het vaarwater. Het feit dat meer watersporters tegen dan vóór uit- breding van het aantal ligplaatsen zijn, mag niet helmaal worden veronacht zaamd. Het recreatieschap werkt op het ogen blik aan het opstellen van een investe ringsprogramma van f 4 min. plus enke le P.M.-posten. Het is een goede zaak dat wordt nagegaan welke investerin gen nodig zijn om het gebied te vervol maken. Verder is het nodig na te gaan hoe in de toekomst de onderhoudskos ten, afschrijvingen, rentelasten en nood zakelijke vernieuwingsinvesteringen zich zullen gaan ontwikkelen. Dit om fi nanciële verrassingen voor de deelne mers in het recreatieschap te voorko men. Op het investeringsprogramma staan o.a. enkele fietspaden. Het bevor deren van dit verkeer lijkt mij een goede zaak, evenals het tegengaan van nieuwe trends zoals terreinrijden, het off-the- roadrijden met motoren en het zoge naamde ultra-light vliegen. Daartegeno ver zou uitbreiding van het golfen in Zee land kunnen worden overwogen, al hoeft dit niet speciaal aan het Veerse Meer te gebeuren. Er is een toenemende behoefte aan na- turistisch kamperen en oeverrecreëren (prozaïsch ook wel naaktrecreatie ge noemd). Hieraan zou in Zeeland en ook in het Veerse Meergebied positief tege moet moeten worden gekomen. De Veerse Gatdam is een enorme toeris tische trekpleister. De verkeers- en par- keerdrukte zal nog toenemen na de ope ning van de weg over de Oosterschelde- dam. Reconstructie van de Veerse Gat- dam zal moeten plaatsvinden, waarbij gedacht wordt aan een parallelweg en voetgangerstunneltjes. Al of niet een derde windsurfcentrum en zo ja waar. Misschien is het verstandig eens even aan te zien hoe de twee surf centra reilen en zeilen. Evaluatie hiervan op basis van goed onderzoek, zoals het recente PPD-rapport over De Schots man, kan dan richtsnoer zijn voor verde re besluiten. De situering van een even tueel 3e centrum zal natuurlijk o.a. moe ten afhangen van de woonplaats van de surfers. In het algemeen is het nuttig om beleids gericht onderzoek te verrichten alvorens nieuwe investeringen te gaan doen. Ook kunnen hierbij ervaringen van elders verricht onderzoek van nut zijn. Ik reali seer mij wel dat onderzoek nooit leidttot 1 00%zekerheid. Maar meer onderzoek op dit terrein lijkt nuttig, als waar is wat wordt beweerd, namelijk dat nog weinig bekend is van de wensen, voorkeuren en gedragingen van de recreant/toerist. De Nota Recreantenbeleid van minister Braks beschouwt versterking van het beleid t.a.v. het recreatie-onderzoek als één van de hoofdlijnen van zijn beleid. Het gaat hierbij o.a. om diepte-onder- zoek naar de wensen van de recreant en naar de economische en financiële aspecten van de openluchtrecreatie. Meer onderzoek zou verspillingen bij promotie en investeringen kunnen ver minderen. Over de motieven van de toe rist schijnt weinig bekend te zijn. Eén op merking hier over de wensen van detoe- rist/recreant. Deze is ook maar een mens en volgens de 1 8 e eeuwse filosoof David Hume schijnt het menselijke gelukte be staan uit drie ingrediënten, namelijk „ac tion, pleasure and indolence". Op alle drie zou moeten worden ingespeeld: di versiteit! Onze Belgische vrienden van het Westvlaams Ekonomisch Studiebu reau in Brugge adviseren bij het bewer ken van de markt drie pijlers voor ogen te houden, namelijk: gezondheid, sport- recreatie en gezin. Verlenging van het zomerwaterpeil ligt wat het recreatiebelang betreft voor de hand en is trouwens in overeenstem ming met één van de centrale beleids thema's van het provinciale beleidsplan voor recreatie en toerisme, namelijk het streven naar seizoenverlenging. Een ander centraal beleidsthema van dit plan is het ontwikkelen van een adequa te toeristische organisatie en promotie. Een goede samenwerking tussen re creatieschap, VVV-wezen en bedrijfsle ven is in dit kader noodzakelijk. Het weer is niet te veranderen, maar bij de promo tie van het Zeeuwse recreatieve produkt zou meer moeten worden benadrukt dat het in Zeeland minder regent en dat de zon vaker schijnt dan gemiddeld in Ne derland. Overigens menen sommige deskundigen dat de invloed van promo tie wordt overschat. De betekenis van bossen voor de recrea tie is aanzienlijk, evenals het nut van bossen voor landschap, natuur en frisse lucht. Zeeland heeft erg weinig bossen. Het is op Groningen na de kaalste pro vincie van ons land (slechts 1,3% van het landoppervlak is hier bos). Ten be hoeve van de inwoners van Zeeland en voor de toeristen is bosuitbreiding, al of niet in combinatie met ruilverkaveling en al of niet in de buurt van het Veerse Meer, een must. Er blijven dan nog vol doende weidse vergezichten over. In dit verband is het van belang op te merken dat deZeeuwse bossen naarverhouding een grote vitaliteit hebben. Bosuitbrei ding juist in Zeeland lijkt dus wat dat be treft efficiënt. Minister Braks richt zijn recreantenbe leid o.a. op het behoud en waar mogelijk verbetering van diversiteit en flexibili teit, kwaliteit, bereikbaarheid en betaal baarheid van de recreatiemogelijkheden in Nederland. Wanneer het recreatie schap hier op inspeelt zijn er - hopelijk - subsidiemogelijkheden door het rijk. Mag iktenslotte even buiten mijn econo mische boekje gaan om mijn afsluitende zin te formuleren? Deze luidt: ik vind het Veerse Meer een prachtig gebied en ik hoop dat dit zo blijft. Het recreatieschap wens ik veel succes.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1986 | | pagina 13