sarika góth, een portret
137
St\0f» CyJTH ■*ï<l
Stilleven, olie op linnen, 1959.
men en het weergeven van details); en
kele maanden in Ellecom bij pottenbak
ster Jo (Enno) van Gelder (een oriëntatie
op het terrein van de toegepaste kun
sten) en tijdens de wintermaanden
1917/1918 een schilderperiode in Artis
(daartoe aangezet door de ontwerper A.
J. Nieuwenhuis om zich te oefenen in
het tekenen van bewegende modellen).
In deze jaren ging Sari's voorkeur uit
naar schilders als Holbein, Dürer en Bot
ticelli.
Van haar 1 8e tot haar 20e volgde zij een
opleiding aan de Haagse Academie voor
Beeldende Kunsten.
Haar voorkeur voor lijn en kleur - op het
belang daarvan wees Toorop haar al -
bracht haar regelmatig in botsing met
haar leermeesters, die de lijn als verbeel
ding, licht en schaduw als de enige reali
teit zagen. Vandaar haar volgende uit
spraak; „Ik geloof niet dat er in één land
een Academie is waar je iets leert of waar
je iets zinnigs hoort
Hierin staat zij niet alleen; ook Cézanne,
voor wie zij grote bewondering koestert,
was die mening toegedaan: het enige
waar je iets van leert is het Louvre, op de
Academies leer je niets.
In 1921/1922 tekende ze een paar
maanden met haarvader in de Karpaten;
in dat laatste jaar bezocht ze ook de
schildersschool van Hans Hofmann in
München. Hij leerde haar een kernthe
ma: alles wat je wilt tekenen of schilde
ren heeft een eigen beweging; een goed
schilderij heeft rythme - het rythme van
je onderwerp.
Daarna volgde een periode van drie
maanden in Londen: een opleiding aan
de .School for Art and Crafts' en kinder
portretten in opdracht van mw Kessler.
In 1 924 nam Sari in Parijs lessen bij An-
dré Lhote. Kernthema daar was de kubis
tische begrenzing van vlakken in hun on
derling verband en het harmonisch vullen
van het vlak van het schilderij ais geheel,
waarbij ,de voorstelling' ondergeschikt
was aan die harmonie. Dit sloot aan bij
Sari's vroege liefde voor Italiaanse fres
co's en zou haar tot een lossere manier
van werken brengen.
Het volgende jaar, 1 925, bracht een ex
positie in het Stedelijk Museum in Am
sterdam. Haar Londense kinderportret
ten trokken daar sterk de aandacht, het
geen leiddetot een reeks opdrachten die
haar naam zou vestigen.
Kinderportretten
Hoewel zij zich ook met vrij werk bezig
hield, vormden kinderportretten het
grootste deel van haar werk in de jaren
1925-1953.
De zomers tot 1 938 zou Sari veelal in
Italië doorbrengen, de winters in Am
sterdam of Veere, waar haar vader zich
in 1 928 in ,De Goutsbloeme' had geves
tigd.
In 1 934 werd zij lid van Arti et Amicitiae.
Sindsdien nam ze regelmatig deel aan
de leden-exposities in Amsterdam; in
1 941 sloot Arti et Amicitiae zich aan bij
de Kultuurkamer en bedankte Sari voor
het lidmaatschap.
In 1 944 stierf Maurice Góth; Sari maak
te een houtskooltekening die tot één van
haar mooiste behoort. Ada Góth over
leed zes jaar later, toen haar dochter
voor een opdracht in Londen was.
Vanaf dat jaar en nu nog woont Sari wis
selend in Amsterdam en in Veere.
Het in opdracht schilderen van kinder
portretten maakte vanaf 1 953 geleide-