waterstaat: de staat van het water 141 val), leert men zelfstandig te zijn; zijne vijanden teleur te stellen, en zich ver bo ven hen te verheffen, om ze eindelijkdoor de uitkomst te beschamen. Houdt daar toe goeden moed en wees kalm! In een andere brief van dezelfde maand waarschuwt vader Caland niet klein moedig te zijn „over het gebabbel van de Rotterdamsche waterweg". In uwe plaats zijnde, zou ik mij daarboven verheffen, en zeker niet gaan naar eene voorlezing die hij [een tegenstander] schijnt te willen houden. Het spreek woord van mijn vader was: vegt nooit met bedelaars, want dan krijgt ge luizen! dat wil zeggen komt in geen aanraking met uwe minderen! Laat hem buiten U om babbelen; als gij nadien hoort, wat hij heeft gezegd, dan kunt ge het immers in 't kort wederleggen, en dan krijgt ge meer gelijk. - Kom, kom, wees nu geen franschman, die in voorspoed victoire roept, maar in tegenspoed wegloopt, of den kop laat hangen. In tegenspoed moet men zich groot houden, en daaraan ferm het hoofd bieden om met overleg de moeijelijke zaak te boven te komen, ter wijl er hier, naar mijn inzien, nog niet eens bijzondere tegenspoed bestaat; want als het zand van de kanten der geul en niet uit de zee komt, waardoor de geul verondiept, waar is dan de tegenspoed. Maar kunt ge het Scheur niet wat meer beteugelen, om het ebwater meer door de gegraven geul te leiden? Toe Piet, kom eens naar uwen ouden vader, en breng het een en ander papier mede, dat te pas kan komen, opdat we te zamen over de zaak eens praten, en daaruit moed ont leen en om de zaak goed door te zetten en ereerlang alle eer bij te halen. Hij toch die 't laatste lacht, lacht het best. Dit zijn geen brieven van een zielige ou de man, maar goed geschreven epistels van een vader, tevens vakman, nauw be trokken bij het werk van zijn zoon. Op 11 april 1 869 overlijdt Abraham die op 22 maart 1 789 te Westkapelle werd gebo ren als zoon van een dijkwerker. Opge klommen tot de hoogste rang in provin ciaal verband, die van hoofdingenieur van de waterstaat in Zeeland, zal hij na zijn pensionering de polder Walcheren als president dienen tot zijn overlijden. Zeeland is geen land voor standbeelden. De Ruyter krijgt er een, niet om Zeeuwse verdiensten, maar als nationale figuur, Cats krijgt er een om dezelfde reden. Naar Abraham Caland is alleen een weg genoemd in het Noord-Sloe. Men mag het rustig een merkwaardige speling van de geschiedenis vinden dat de naar hem genoemde polder, in 1 857 in het Noord- Sloe totstandgekomen, in 1901 verlo ren ging. In Rotterdam herinnert de naam van een plein aan Pieter Caland, de man van de Nieuwe Waterweg, nieuw in dubbel opzicht. In Zierikzee is op zijn ge boortehuis een gedenkplaat bevestigd. Westkapelle zou moeten streven naar minstens een borstbeeld van Abraham Caland. Wie schrijft, die blijft. Hij was op de hoogte van de stand van de techniek van zijn dagen. Met zijn „Handleiding tot de kennis der dyksbouw en zeewerings- kunde", dat in 1 833 verscheen, heeft hij generaties waterbouwkundigen aan zich verplicht. Met zijn welversneden, maar dikwijls te scherpe pen heeft hij talrijke brochures van waterstaatkundi ge aard geschreven. Hij keek terug in de geschiedenis om er van te leren. „Doch het is waar, de geschiedenis is voor ve len een oud versleten boek, dat wegge worpen en vergeten moest worden, om plaats te maken voor romans en ver dichtsels, waartoe het sprookje der ont werpers van krachtig gebouwde dijken in de voortijden behoort". De staat van het water en hoe je dit moet weren dat is het doel van zijn zeewe- ringskunde. Aan het beteugelen van de staat van het water - het buitenwater - moet de waterstaatsdienst leiding ge ven. Caland was een man van het ver licht despotisme van de eerste helft van de vorige eeuw. In feite moesten de pol derdirecties onderworpen zijn aan de in genieurs van de waterstaat. Het is dan ook geen wonder dat hij nog al eens con flicten met de polderbesturen had, voor al met die van de calamiteuze polders. Van te grote bescheidenheid had hij geen last. In 1856 zal hij verklaren dat onder zijn „directie van Hoofdingenieur, van het jaar 1 838 tot en met 1853, niet minder dan 81 700 el (dat is meter) leng te zeedijk, of 1 6 uren gaans, langs onze eilanden, geheel en al van gedaanten veranderd zijn, begonnen zijnde met de allerzwakste en meest voor schade blootliggende dijken". De mens achter de techniek. Als wij af gaan op zijn boek over zeeweringskun- de, verhandelingen van puur water bouwkundige aard, en zijn talrijke bro chures zouden wij een beeld van Abra ham Caland overhouden van een door zijn werk bezeten man. Bij het schrijven van het artikel over hem in 1951 kwa men mij twee brieven in handen die een zeer menselijk licht werpen op zijn per soon. De eerste brief is gedagtekend: Zandkreek 1 849, voormiddag V2I 0 uur. Zij is weer gericht aan Piet: „Al zeilende met het Jachtje van Middelburg naar Kortgeen, om van daar naar de beste- Abraham Caland had een modern aandoend handschrift. Fragment van een brief aan mr. Snouck Hurgronje (10 maart 1838) over het wanbeheer van enige polderbesturen. 2 -4 z. z z,.z-rf Zr-, Z x - 7, 7 z .v,„ Z— „y Z.'Z-,Z -**V-»,, 4 £7 Z 7 /f, y *4 Z7—, .7 -7 7Z7-*-*» 7 7; C-7^., 7T.7 rO, Z..' 4 ,7.. <4 -7-f <Z z,, 7-77- -. ,7,, .77 7 7 yZ, 71,77 '7, 77-. 7 4-y 7- 7, 7 Z', 7 - 7^7^ ,Z. .7—,...7..-.. tK.. ,7, 7'-. ,7 -Z-J 7, -- f - 7 z .Z., 7-7 Z 77 Z°7 Z.yZ, 7 f 7- 7, 7--y *77-7, Kt..'t 7 fr tT. Z ZT..- 7. Z -y 7- 'j. 'y— - 7. '7^.7.7 Ji ZzZ/.7> f7 77, 77.7,, ZZ. J? 7 77*. ri ^j. 7 -T.', v,. X t(. Z y-7. ip.z. ZZ S '7.. - 7. - Z 77.7 Z'7 ZZ' 7 h.V, 4- 7 7 7. y 17 Z,yZ. 7 Z.t tZ,., Z.Z1 Z>.Z- z.'Z z. 7 7 7 t z.-z z y Zr ■*(- ZZ.-7. zi7 Z v.J".-, z-7 z. 7. 7-,_ ,r.7 777, z. z z74'^/,r.-zfz.vf 7-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1986 | | pagina 23