Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen
Kousteensedijk 7
4331 JE Middelburg
Telefoon 01 180-30347
Postgirono. 2830145
Amrobankno. 47.70.40.837
EXCURSIE NAAR HET EILAND THOLEN OP 27 SEPTEMBER 1986
Het eiland Tholen vormt sedert 1971 één gemeente met thans nagenoeg
19.000 inwoners, en na de concentratie van een groot aantal polders
ook één waterschap.
De samenvoeging van de toenmalige gemeenten Tholen, Oud-Vossemeer
Sint Annaland, Stavenisse, Sint Maartensdijk, Scherpenisse en
Poortvliet, en daarnaast het onder één bestuur brengen van 62 gro
tere en kleinere polders en waterschappen hebben ertoe geleid, dat
er in het verleden niet een duidelijk uitgesproken centrum op dit
eiland is ontstaan, hoewel de stad Tholen natuurlijk wel de grootste
gemeenschap was.
Het eiland Tholen is net als alle andere Zeeuwse gebieden langza
merhand gegroeid tot wat het thans is, maar het heeft toch ook nog
landverliezen gehad. Ruim ^50 hectaren grond zijn door stormvloeden
en dijkvallen verloren gegaan.
Oorspronkelijk begonnen als een defensieve bekading van enkele oude
kernpolders - waarop zelfs sporen van Romeins en vroeg-inheems aarde
werk zijn gevonden en waar ook ongeveer een dozijn vliedbergen zijn
opgeworpen, waarvan er nu nog maar één resteert, de Westkerkse berg
tussen Scherpenisse en Gorishoek - was de huidige vorm rond het
midden van de 16e eeuw wel ongeveer bereikt. Slechts de Pluimpot,
vroeger ook Haastinge genoemd, vormde tot in onze dagen nog de toe
gang tot de havens van Sint Maartensdijk en Scherpenisse, en werd
pas afgedamd na de stormvloedramp van 1953. Die ramp overstroomde
meer dan de helft van het eiland, met ruim 150 doden in Stavenisse,
en was aanleiding tot een volledige herverkaveling, waarbij ook de
afwatering grondig werd herzien. In het kader van het Deltaplan
werden de zeedijken tussen 1975 en 1980 - toen het besluit was ge
vallen de Oosterschelde toch niet volledig af te sluiten - verzwaard
en verhoogd. Enkele delen van deze zeewering zijn door de eeuwen
heen zeer gevoelig geweest voor dijkvallen in het noordwesten
langs de Keeten en vooral in het zuiden van de Scherpenissepolder
waar de diepe Oosterschelde voortdurend inlagen noodzakelijk maakte.
Gorishoek is daar een duidelijk voorbeeld van, in vroeger eeuwen
tevens het beginpunt van een veerdienst naar Yersekendam in de postweg
van Brabant naar Walcheren.
De belangrijkste plaats is de stad Tholen, de vierde in rang van de
grafelijke, stemmende steden in de Staten van Zeeland, na Middelburg,
Zierikzee en Goes. De teloorgang van de stad Reimerswaal, die maar
nauwelijks een kilometer uit de zeedijk van de Schakerloopolder aan
de zuidzijde van het eiland lag, heeft de stad zeker gestimuleerd,
maar ook aan zijn ligging aan de Eendracht dankt het zijn strategisch
belang eerst als tolhuis (vanwaar ook de naam)later als vesting,
weliswaar als zodanig opgeheven in l8l^, maar met ook thans nog
redelijk intacte vesten en bolwerken.