philip en robert Sidney, gouverneurs van vlissingen
179
Johan van Oldenbarnevelt en Paulus
Buys. Voor Zeeland treedt Jacob Valcke
op, lid van de Gecommitteerde Raden
van Zeeland en pensionaris van Goes.
Toen Vlissingen in het geding kwam als
onderpand voor de hulpverlening van
Engeland, was het Zeeland dat de voet
dwars zette. Het is onder de indruk van
de val en overgave van Antwerpen op 1 7
augustus, dat op 20 augustus 1585 de
overeenkomst - het verdrag van None
such - werd gesloten. De koningin, die
ronduit had geweigerd de souvereiniteit
op zich te nemen, stemde nu toe in het
aantal van 5000 man troepen onder een
Engels „heere van qualiteit ende respec-
te". Deze zou de titel van gouverneur-
generaal dragen en met de Raad van
State „de publyke autoriteit ende regee-
ringe" zo goed mogelijk herstellen. Vlis
singen met Rammekens en Den Briel
werden als onderpand aangewezen. De
gouverneur-generaal en de gouverneurs
van de steden en de Engelse ambtenaren
in het algemeen zouden de eed afleggen
aan de Staten en de koningin.
De ratificatie van het verdrag van None
such geschiedde op 2 oktober 1 585. Ter
viering van dit verdrag werd in Zeeland
een penning geslagen, die in een gepu
bliceerde tekst van het verdrag wordt
omschreven als „eenen penninckal-
waer op d'een sijde stondt het wapen
van Zeelandt, sijnde een Leeuw uyt den
Zeebaeren dimmende, ende met dit ge
schrifte, Luctor et emergo. 1586. Op
d'ander sijde die wapenen der Steden,
met Authore Deo, favente Regina. Dat is
soo veel te seggen als de Zeelantschen
Leeuw, die worstelt ende climt op uyt
den water, door Gods werck ende goet-
gunsticheyt der Coninghinne". Scherft
heeft duidelijk aangetoond dat het de
vies „Luctor et Emergo" en de leeuw in
de door storm opgezweepte golven zin
nebeelden waren van de strijd tegen
Spanje. In de 1 7e eeuw verlegt de sym
boliek zich naar de strijd tegen het wa
ter.
Eindelijk kwam op 7 november de be
noeming van Philips tot gouverneur van
Vlissngen. Sir Thomas Cecil kreeg het
gouverneurschap van Den Briel. Op 16
november vertrok hij, zijn vrouw en
dochtertje achterlatend in het huisgezin
van zijn schoonvader Walsingham. De
Frances, dochter van sir Francis Walsingham, echt
genote van Philip Sidney en hun dochter Elisabeth,
die 20 november 1 585 werd gedoopt.
doop van zijn dochter, verschoven naar
20 november, kon hij niet meer bijwo
nen. De koningin was peetmoeder en
vanzelfsprekend kreeg het kind de naam
Elizabeth. Op 1 8 november kwam Philip
met Robert in zijn gevolg, in Zeeland
aan. Als een kwaad voorteken waren hij
en zijn gevolg doorslechtweergedwon-
gen bij Rammekens te landen. Vandaar
moesten zij te voet, baggerend door de
slik, naar Vlissingen waar zij hartelijk
door de magistraat werden ontvangen
en Sidney de sleutels van de stad in ont
vangst nam. „Such was the beginning of
the connection between the Sydneys
and the town of Flushing, a connection
which endured for more than a genera
tion and which gave birth to a corres
pondence of unrivalled historical impor
tance".
Leicester
De kracht van Elizabeth was dat zij kon
steunen op uitstekende raadslieden
zoals Burghley, Walsingham en Henry
Sidney. De keuze voor Vlissingen als
pandstad was bijzonder goed gezien;
het was de sleutel van de Schelde, en om
Fruin verder te citeren, het hield ten be
hoeve van Holland „den mond der rivier
dicht gesloten. De geheel Vlaamsche
kust, van de Zeeuwsche stroomen, tot
aan de engte van Calais, werd ten
strengste geblokkeerd; zelfs de vissche-
rij werd er niet toegelaten".
Op 22 november 1585 schrijft Sidney
aan zijn oom Leicester die tot gouver
neur van de troepen naar de Nederlan
den was benoemd; hij was de „heere van
qualiteit ende respecte" en gedroeg zich
als zodanig. Philip doet de „Right, ho
nourable, my singular good Lord" ver
slag van zijn povere binnenkomst te
Vlissingen. Hij is blij dat hij goed ontvan
gen is (I find the people very glad of me),
maar hij hoopt de stad goed in handen te
houden hoewel het garnizoen veel te
zwak is, want welk een juweel Vlissingen
is „to the Crown of England and the
queen's safety I need not write it to your
Lordship who knows it so well". Hoe
sterk men verlangt naar de komst van
Leicester omschrijft Sidney als „which is
here longed for as Messias is of the
Jews".
Enkele dagen na zijn aankomst had Sid
ney de eed van trouw aan de Staten van
Zeeland afgelegd en in een volgende ce-
Philip Sidney in het laatste jaar van zijn leven.