ZEEUWS TIJDSCHRIFT
JAARGANG 36
nummer 5 -1986
EEN PLAN VOOR DE BEJAARDENOORDEN
WAT VALT ER EIGENLIJK TE PLANNEN?
Drs. A. M. van den Broecke
Inleiding
In de samenleving waarin wij thans le
ven wordt zelfstandigheid in toenemen
de mate als een positief goed benadrukt,
terwijl afhankelijkheid steeds meer als
een last wordt ervaren. Het laatste geldt
vooral in een formele hulprelatie met
een persoonlijk accent. Het beleid van
overheid en maatschappelijke instellin
gen haakt op dit maatschappelijk proces
in door het scheppen en versterken van
de voorwaarden om de zelfstandigheid
van ouderen zoveel mogelijk te kunnen
handhaven. Zo veel mogelijk, want ge
breken maken het voor sommige ouder
wordende mensen gedeeltelijk of geheel
onmogelijk om zichzelf langerte redden,
als bij de zorg voor zichzelf of bij de zo
geheten mantelzorg een grens wordt
bereikt. De overheid haakt vooral voor
waardenscheppend in op genoemd pro
ces, terwijl maatschappelijke instellin
gen door middel van een scala van voor
zieningen het beheer en het uitvoerend
werk voor hun verantwoording nemen.
Men onderscheidt globaal een zoge
naamde intra- en extramurale sector
met daar binnen weer te onderscheiden
soorten voorzieningen, leder soort voor
ziening beoogt tegemoet te komen aan
een specifieke hulpvraag en richt zich
derhalve op een bepaalde doelgroep. Zo
gaat het bijvoorbeeld bij een intramurale
voorziening als een bejaardenoord (ver
zorgingstehuis) om het aanbod van
„duurzame huisvesting, gepaard met
gehele of gedeeltelijke verzorging, aan
ouderen die daarvoor in aanmerking ko
men". Bij andere soorten voorzieningen
gaat het in principe om een andere doel
groep met zijn eigen specifieke hulp
vraag. In principe, want feitelijk bestaan
er wèl overlappingen met betrekking tot
één doelgroep of blijken grenzen der
mate vaag te worden gedefinieerd dat
oudere mensen tussen wal en schip
(dreigen) terecht (te) komen. We geven
hiermee al een aanduiding van onge
wenste toestanden, die voorkomen
moeten worden. Verder wordt getracht
aan te duiden dat een bejaardenoord
(verzorgingstehuis) geen op zichzelf
staande voorziening is, die geheel los
zou staan van andere verzorgingstehui
zen en van andersoortige voorzieningen.
Dit verklaart ook waarom in het Plan be
jaardenoorden Zeeland, dat binnenkort
door provinciale staten van Zeeland zal
worden vastgesteld, deze soort voorzie
ning niet uitsluitend aan de orde is ge
steld.
De schrijver van dit artikel was nauw be
trokken bij het maken van genoemd
plan. In het volgende zal hij er enige be
schouwingen aan wijden, waarbij met
name zal worden ingegaan op de vraag
„wat valt er eigenlijk te plannen" of be
ter: „wat behoort de planning in te hou
den, wil men de ontwikkeling enigszins
ordentelijk in de hand houden".
Bejaardenhuis, Souburg.
Publieke voorzieningen
Slechts een minderheid van de oudere
bevolking ziet zich door gebreken die
met de ouderdom komen en/of door ge
zondheidstoestand genoopt om gebruik
te maken van een of meervoorzieningen
die tegemoet komen aan haar specifie
ke hulpvraag. Deze voorzieningen zijn
van publieke aard en worden primair in
stand gehouden via twee historisch ver
schillend gegroeide regimes: van 1°
welzijn (bejaardenoorden, gecoördi
neerd ouderenwerk, flankerend oude
renbeleid en gezinsverzorging) en 2° ge
zondheidszorg (verpleeghuizen en
kruiswerk). Deze historisch gegroeide
regimes doen zich tot op de dag van van
daag gelden in devorm van uiteenlopen
de eisen met betrekking tot bezuiniging,
inkrimping en groei en staan min of meer
haaks op het onderscheid tussen intra-
en extramuraal. Verder moet als compli-