een plan voor de bejaardenoorden
160
personeelssterkte zal een belangrijke
voorwaarde blijken om aan de toename
van meerzorg te kunnen voldoen.
In principe zouden verzorgingstehuizen
evenwel nog méér kunnen dan zij mo
menteel doen: de doorstroming van be
woners van verzorgingstehuizen naar
verpleeghuizen zou kunnen worden ge
reduceerd. Bovendien zouden zij, onder
bepaalde voorwaarden ook mensen
kunnen opnemen die tot dusver recht
streeks vanuit de thuissituatie naar een
verpleeghuis gaan. Uit onderzoek is ge
bleken dat met name bejaarde somati
sche patiënten die thans in verpleeghui
zen verblijven, naar aard alswel in
zwaarte van hun hulpvraag, nauwelijks
of niet verschillen van bepaalde catego
rieën verzorgingstehuisbewoners. De
overeenkomsten tussen bewoners van
beide instellingen, de aard en omvang
van de zorg die zij behoeven, zullen de
komende jaren vermoedelijk nog groter
worden. Wat hen onderscheidt is echter,
dat verpleeghuisbewoners tot dusver
méér van hun zelfstandigheid hebben
moeten inleveren: mate van privacy op
de grotendeels twee- of meerbeds-ka-
mers, kortom, op het gebied van hun
woonklimaat. Daar komt nog bij dat de
gemiddelde kosten per dag in een ver
pleegtehuis meer dan het dubbele be
dragen dan die in een verzorgingstehuis.
Al worden deze kosten dan ook op een
heel andere manier betaald, vertaald in
termen van maatschappelijke kosten en
baten betekent het voorgaande dat de
negatieve baten met betrekking tot het
verpleeghuis hoger zijn en de kosten
vooralsnog duidelijk in het voordeel van
het verzorgingstehuis zullen doorslaan.
Vanuit deze visie lijkt voorzichtigheid
met uitbreiding van de totale verpleeg-
capaciteit dan ook geboden. In het Plan
bejaardenoorden wordt voorgesteld de
planning van verzorgingstehuizen en
van verpleeghuizen synchroon te laten
lopen. Dat lijkt mij op zijn minst een
voorwaarde om adequaat te kunnen in
haken op de verdere ontwikkeling in de
intramurale sector. Zo'n inhaken op de
ontwikkeling is gewenst, vooral daar
waar naar mijn oordeel onnodig „ge
schoven" wordt met oude mensen.
Vooral ter vermijding van gedwongen
scheiding van echtparen bij verhuizing
van een verzorgingstehuis naar een ver
pleeghuis zouden meer mogelijkheden
voor intensieve verzorging in enige re
gio's een positieve ontwikkeling kunnen
betekenen.
Planning een gezamenlijke zaak
Het woord planning wordt door veel
mensen als iets technisch gezien. Ten
dele hebben zij gelijk, als men denkt in
termen van bedden, verzorgingsplaat
sen, cliënten, doorstroming e.d. Maar
planning is helemaal niet zo technisch
als men het als hulpmiddel ziet, teneinde
ieder ouder wordend mens de mogelijk
heden te bieden die het beste bij hem of
bij haar past.
Planning is daarom nodig in verband
met afstemmingsproblemen tussen in
tra- en extramurale zorg en in verband
met de onderlinge afstemming binnen
zowel de intramurale als de extramurale
sector. Juist in de door het beleid wen
selijk geachte verschuiving van intra-
naar extramurale zorgverlening kan in
een aantal situaties „afschuiving van
cliënten" plaatsvinden. Niet de optimale
zorgverlening aan de mensen die dit af
schuiven worden gedwongen te onder
gaan staat dan primair, maar de zorg om
het bestaan van de instelling (een zorg
die overigens in bepaalde situaties wél
te begrijpen is). Het is juist ter voorko
ming van dit soort „slippartijen" dat
planning in de komende tijd volgens mij
tot wasdom zal moeten komen. Bij deze
planning gaat het dus om een voortdu
rend proces en het zou van beperkte vi
sie getuigen als iemand het Plan bejaar
denoorden zou opvatten als een eenma
lig, hoogstens nog wat bij te stellen be-
leidsverhaal, waarmee de kous tot 1 992
weer af zou zijn.
In het planningsproces zal vooral duide
lijk moeten worden gemaakt aan alle
daarbij betrokken sectoren waérvoor de
provinciale overheid eigenlijk staat met
de haar beschikbare mogelijkheden en
wat daarbij de verwachtingen zijn van
anderen (overheden en instellingen): bij
de verschuiving van intra- naarextramu-
rale zorg, bij de functietoekenning aan
verpleeghuizen in relatie tot verzor
gingstehuizen, bij het stimuleren en ver
sterken van extramurale voorzieningen,
bij de professionalisering van de hulp
verlening. Het in werking treden van het
Plan bejaardenoorden kan daartoe een
stimulans zijn.