een nieuwe toekomst voor het oude klooster 213 Tegen het einde van de vorige eeuw verlaten de Franciscanessen het klooster. Het pand gaat dienen tot huis vesting van vele Sassenaren. Foto van M. Feyen, Westdorpe, begin deze eeuw. stand" uit augustus 1976 spreekt boek delen. De woorden „kapot", „verrot", „twijfelachtig", „slecht" komen er te vaak in voor dan dat men hoop zou kun nen koesteren er met een eenvoudige onderhoudsbeurt af te komen. Zo'n on derhoudsbeurt was alleen nodig om het ergste verval te keren. De restauratie zou anders nog duurder uitvallen. De barre wintermaanden van 1979 maakten de toestand zorgelijker. Als het Sas van Gent ernst was met het oude klooster, moest er snel iets gebeuren. Het gemeentebestuur nam zijn verant woordelijkheid. De buitenkant van het pand werd in 1979-1 980 voor een paar ton opgeknapt. De gemeente hoefde niet alle kosten te betalen. Er kwamen subsidies van Monumentenzorg en de provincie Zeeland. Er was nu tenminste iets gedaan aan het oude klooster. De jarenlange verwaarlo zing was een halt toegeroepen. De plaat selijke gemeenschap onderging dat als een betekenisvol signaal, ook al betrof het slechts achterstallig onderhoud. Verdere perspectieven ontbraken nog. De kloostercommissie vergaderde en studeerde voort. Intussen was duidelijk geworden dat de gemeente wel van het gebouw af wilde. Had er iemand nog een goed idee? De laatste ene gulden „Hoewel dit monumentale pand zowel qua ligging als potentiële gebruiksmo gelijkheden zonder meer aantrekkelijk genoemd kan worden, bleek echter steeds weer dat de meer dan aanzienlij ke kapitaalsinvesteringen die met de ab soluut noodzakelijke inpandige renova tie gepaard zouden gaan, een verant woorde gemeentelijke exploitatie in de weg stonden." Stadhuistaal, gedateerd 25 juni 1984. Burgemeester en wethouder van Sas van Gent zaten met het oude klooster in hun maag. De restauratie van dak en muren in 1 980 wasvoor de gemeente fi nancieel nog te dragen, maar de ver nieuwing van het interieur - begroot te gen de zeven ton - beslist niet. Er wer den na 1 980 sympathieke ideeën geop perd, maar hun kans van slagen was twijfelachtig. Restauratie als werklozen- project viel als mogelijkheid af, maar de aanwijzing tot „leerlingenbouwplaats" zat er wel in. Met de rijksdienst voor de monumentenzorg werden hoopgevende gesprekken gevoerd. Begin 1983 ging een aanvraag om subsidie de deur uit. Over belangstelling uit de plaatselijke gemeenschap hadden burgemeester en wethouders intussen niet te klagen. De kandidaten voor een ruimte in het oude klooster stonden in de rij. Er was een popstichting bij, winkeliers lieten hun oog op het pand vallen en ook als kan toorruimte was het in trek. Het secreta riaat van de Kring van Werkgevers in de Kanaalzone Zeeuwsch-Vlaanderen zat dringend om nieuwe blijvende huisves ting verlegen en de Woningbouwvereni ging „Sas van Gent Vooruit" verkeerde in dezelfde omstandigheden. De werkgeverskring en de woning bouwvereniging bleven als twee serieu ze gegadigden over. In het voorjaar van 1 984 vonden deze organisaties elkaar in een gezamenlijk plan. Drie van de vier bestuursleden-in spe (van de later op te richten stichting) togen naar het Sasse college van B. en W. om hun ideeën uit een te zetten. Deze ideeën hielden in dat de stichting het oude klooster van de gemeente zou overnemen voor het symbolische be drag van één gulden om hette renoveren en in gebruik te nemen als kantoorruim te. Het bleek de gedroomde oplossing te zijn. Maar ook een ingewikkelde. In wethouder L. Marquinie had de stich ting i.o. al meteen een overtuigd mede stander. Marquinie bleef zich onver saagd achter de plannen opstellen. Op 25 juni 1984, een maand na het eerste overleg met de initiatiefnemers, stuur den B. en W. van Sas van Gent een voor stel naar de gemeenteraad om het oude klooster voor één gulden aan de stich ting te verkopen. De gemeenteraad zei op 28 juni 1 984 in meerderheid „ja" tegen het plan, over tuigd als hij was dat hier een „goede ruil" kon worden gedaan. Sas van Gent zou - naast de aankoopsom van f 51.000,- in 1 972 - nooit méér dan de f 1 30.000,- restauratiekosten van 1 980 kwijt zijn en een gerestaureerd monument met min of meer openbare bestemming rijk wor den. De ontwerp-statuten van de stich ting boden voldoende garanties voor de bescherming en instandhouding van het pand Westkade 103-104. Na het historische raadsbesluit van 28 juni 1984 begon de expeditie naar het geld. Want voor de restauratie van monumentale panden heeft de overheid verschillende potjes, maar men moet er wel zelf naar op zoek. De kosten van het werk werden geraamd

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1986 | | pagina 11