„dit gaat de arp alle boerenstemmen kosten.
219
van Zoutelande, al bijna dertig jaar
hoofdbestuurslid van de Staatkundig
Gereformeerde Partij en sinds 1 923 lid
van de Zeeuwse Staten. Een bekwaam
persoon, die gezien was omdat hij recht
door zee ging. Ook een echte ouderwet
se boer, gekant tegen sociale verzeke
ringen - elke verzekering was volgens
de SGP-partijlijn trouwens uit den boze
- en tegen vakorganisatie.
In de jaren dertig was het voorgekomen
dat hij te Aagtekerke spreekbeurten
hield die gericht waren tegen de vak
bonden, als de week tevoren A. Vinger
ling van de Nederlandsche Christelijke
Landarbeidersbond voor hetzelfde or
thodoxe arbeiderspubliek gepleit had
voor toetreding tot de NCLB. Die twee
kamp had Kodde gewonnen: in de west
hoek van Walcheren bleef de NCLB
zwak - hoewel er vanaf 1 934 wel ver
plichte CAO's waren gekomen.
Weer stond Kodde tegenover een man
van de Christelijke vakorganisatie, alom
bekend bij de landarbeiders. Maar van
een directe confrontatie was geen spra
ke. Meliefste, de „rooie socialist", was
niet eens erg progressief. Waar hij naar
gestreefd had was deels al bereikt: elk
dorp een afdeling van de landarbeiders-
bond van het CNV en een contract tus
sen boer en arbeider7), of zou voor 1 950
bereikt worden: inspraak van een perso-
neelsraad in Zeeuwse bedrijven als de
Vitrite. De „maatschappij van het over
leg" was aangebroken en Meliefste zou
meebesturen, zonder vraagtekens te
zetten bij het kapitalisme als zodanig.
Maar de leiders van de Zeeuwse ARP
zoals Huizinga waren nog behouden
der8), en net zoals Colijn in de jaren voor
de oorlogg), bang voor een overloop van
AR-stemmers naar de SGP. Natuurlijk
wisten ze dat veel boeren nog steeds
weinig voelden voor overleg en ze ken
den Kodde's aantrekkingskracht. Me
liefste was CNV-er en wilde „verheffing
van de arbeidende stand" - dat was
blijkbaar genoeg om voor links aange
zien te worden.
Maar volgens de spelregels was hij eer
ste kandidaat geworden en de kieskring
steunde hem dan ook met een adverten
tie in de AR-krant, het „Zeeuwsch Dag
blad", zoals bijna alle kieskringen hun
kandidaat aanbevalen. Huizinga's naam
stond er onder en die van Jacobus de
Wolf, onderwijzer uit Serooskerke, die
David Kodde (1894-1967).
een weektevoren nog gezegd had dat de
verschillen met de CHU en de SGP zo ge
ring waren dat men zonder bezwaar één
blok zou kunnen vormen10). Heel wat
minder gebruikelijk was een advertentie
van AR-kiezers uit zes Zuidbevelandse
dorpen die opriep om voorkeurstemmen
te geven aan NCLB-propagandist Vin
gerling, die in de kieskringen Tholen en
Goes op respectievelijk de tweede en
derde plaats was terecht gekomen").
De kandidatuur van Kodde was niet om
streden, hij stond in alle Zeeuwse kies
kringen nummer één.
De verkiezingen van 1 946 waren verkie
zingen voor achtereenvolgens Tweede
Kamer, Provinciale Staten en Gemeen
teraden De manier waarop de Neder
landse en vooral de Zeeuwse samenle
ving heropgebouwd zou worden was
aan de orde. Concreet: de hoogte van de
vergoedingen voor de enorme oorlogs
schade, het bemachtigen van materia
len voor de wederopbouw, het al of niet
gedwongen opheffen van kleine boeren
bedrijven bij de herverkaveling.
Aan het begin van het jaar was de Stich
ting Herstel Zeeland 1945 opgericht,
een overkoepeling voor alle organisaties
voor wederopbouw en hulp aan de door
de oorlog getroffenen. In het bestuur
van de in april opgerichte „Stichting
voor den Landbouw" zaten vertegen
woordigers van boeren (9 man) én land
arbeiders (3 man).
Ook werden in die tijd heel veel vereni
gingen heropgericht, waarbij de adres
senlijsten soms uit het geheugen opge
diept moesten worden. Een nieuwe ver
schijning op Walcheren bewesten het
kanaal zou overigens de landarbeiders-
bond van het NVV worden: een niet-
confessionele vakorganisatie die voor
taan naast de NCLB zou bestaan. Want
het was niet alleen de tijd van het over
leg, maar ook van de doorbraak. Tijdens
de oorlog was er op landelijk niveau in
tens contact geweest tussen bepaalde
partijen en hervormde voormannen rie
pen hun achterban op om voor de PvdA
te stemmen. En ook in het rechtse kamp
was toenadering gezocht, maar eerder
met een omgekeerd resultaat.
In reactie op het aansturen van de CH-
leiding op nauwer contact met de AR,
hadden ontevredenen met de CHU ge
broken en samen met een restgroep van
de orthodoxe Hervormd-Gereformeerde
Staatspartij een nieuwe partij opgericht:
de Protestantse Unie l3). Ook de samen
werking van CH en AR was er niet geko
men.
In Zeeland was tijdens de bezettingsja
ren de gedachte ontstaan aan samen
werking tussen SGP, ARP en CHU. Zeker
tweemaal vergaderde men over dat on
derwerp. De 8e september 1945 had
den de drie partijen bijvoorbeeld een in
leiding verzorgd over de punten waarop
een scheiding der geesten verwacht kon
worden. Van der Feltz van de CHU had
gesproken over de Bijbel op de Openba
re School. Vingerling van de AR over de
sociale verzekering en Kodde van de
SGP over artikel 36 van de Nederlandse
Geloofsbelijdenis14). Met de CHU kon
Kodde in principe instemmen, maar niet
met Vingerling, die het recht van de
mens op het dagelijks brood ontleende
aan het bijbelhoofdstuk Genesis 3.
„Neen hebben we gezegd, God
vloekt (daar) het aardrijk en zegt den
mensch als een oordeel aan, dat hij in
het zweet zijns aanschijns zijn brood
eten zal. Dit is dus een oordeel Gods over
de zonde, en hoe kan iemand hieraan
een recht ontlenen dat de mensch nog
zou bezitten? Hier ligt wel een onover
brugbare scheiding. Volgens hen
was het wel de opvatting van Calvijn,
maar heeft hij hierin niet gedwaald?" I5)
Hier zien we dus wat Kodde en Meliefste
ten diepste scheidde: het al dan niet on-