Staal Geref. Partij O. Kodde Lijst 8 „dit gaat de arp alle boerenstemmen kosten 222 Kamer een nieuw verschijnsel. Enige hervormden stemden hier traditioneel op de AR maar ook enkelen op de SGP, vooral voor de Staten27). De „boerenstemmen" van Oostkapelle en Aagtekerke waren de AR dus niet af gevallen omwille van Meliefste. Een ver lies van boerenstemmen - dat had de AR-leiding ook kunnen bedenken - kon opgeheven worden door extra landar- beidersstemmen op Meliefste. En er wa ren nog altijd meer arbeiders dan boe ren. Misschien gebeurde dat in Oostka pelle waar de AR zelfs beter scoorde voor de Staten. De winst voor de SGP kwam van CH-stemmers uit de jaren dertig en zou in latere jaren verlopen naar VVD en Boerenpartij. Voor de Ka mer haalde de Protestantse Unie er 1,9%. In Aagtekerke speelde een heel ander proces, waar de AR sinds 1931 hervormde stemmen verloor aan de CH die in dit dorp pas in 1 935 een kiesvere niging kreeg: late verzuiling dus. De Pro testantse Unie haalde er 2,3 De groei van de SGP kwam voort uit de aanwas van de Gereformeerde Gemeente, ter wijl ook enige hervormde boeren haar steunden. Dit laatste moet ook in Domburg het ge val geweest zijn, gezien het verschil tus sen het SGP-percentage en het aandeel van de Gereformeerde Gemeente in de bevolking. Maar de Aagtekerkse SGP- winst kwam van de Liberale Staatspartij van 1 939, in Domburg stemden én in de jaren dertig, én in 1946 conservatieve kiezers op de SGP die dat gezien hun confessie niet hoefden te doen. In het dorp waar de SGP deze functie - protestpartij van rechts - het duidelijkst had vervuld, Grijpskerke, stemde men in 1 946 weer op de eigen zuil. Het hoogte punt voor de SGP was hier in 1 935 al be reikt en Grijpskerke was überhaupt veel meer verzuild en kerks dan Domburg. In Serooskerke groeide de SGP met eni ge procenten als gevolg van aanwas van de Gereformeerde Gemeente terwijl het verschijnsel zich handhaafde dat een aantal leden van dit kerkgenootschap op de AR stemde, zoals een meerderheid van de dorpsbevolking deed. In dorpen als Serooskerke, Grijpskerke en Oostkapelle was de persoon van Kod de blijkbaar te onbekend om voor extra winst voor de SGP te zorgen. Dat was in Zoutelande, Biggekerke, Meliskerke en Westkapelle duidelijk anders. In de drie laatstgenoemde dorpen was het vooral een winst bij de Statenverkiezingen, in Zoutelande kwamen de grote winnaars CHU en SGP ook bij de Kamerverkiezin gen boven het niveau van het begin van de jaren dertig. De stemmen die in 1 935 en 1 937 naar NSB en ARP gegaan wa ren, waren weerterug. MaarZoutelande bleef vatbaar voor niet-confessioneel rechts, getuige de latere opkomst van VVD en Boerenpartij28). Verschuivingen Bij de vergelijking van de uitslagen van 1 946 met de twee vorige verkiezingen moeten we dus rekening houden - naast demografische factoren29) - met een éérdere SGP-uitschieter, de winst in 1935, die ook van conservatieve zijde kwam. Toen proteststemmen tegen de crisismaatregelen van de regering, die vaak ten ongunste van de kleinere boe ren uitvielen, nu in 1 946 een reactie op de progressieve trend in de samenle ving. Waar in 1 939 dezelfde zwevende kiezers op de sterke man Colijn gestemd hadden - de crisis was tijdens zijn be stuur bedwongen - vonden velen onder hen het gezicht van de AR zonder Colijn te weinig behoudend. De stemmenverschuivingen tussen AR en SGP raakten waarschijnlijk niet zo zeer de „eigen" kerkelijke achterban van de twee partijen30) maar een variërend aantal kiezers van hervormden huize. Bepalend lijkt de confessionele binding van de hervormde stemmers en hier en daar de aanwezigheid van een kerkelijke tegenstelling binnen een dorpsgemeen schap. Te Aagtekerke werd de tegen stelling tussen Hervormd en Gerefor meerd enerzijds en Gereformeerde Ge meente anderzijds sterk gevoeld, reden waarom de SGP er niet van de crisis ge profiteerd had. In een dorp als Grijpsker ke, waar de tegenstelling Hervormd-Ge reformeerd vrij sterk was en de hervorm den vrij kerks waren, hadden de behou denden onder hen de SGP gesteund om weer naar de eigen zuil terug te keren, een proces dat in 1946 voltooid was. Meestal was die tegenstelling minder sterk en daar had in 1 937 en 1 939 de ARP van geprofiteerd. In dat geval stre den in 1 946 de affiniteit met Kodde of Zandt, en die met de CHU en de Her vormde Kerk om de voorrang. (De voor loper van de VVD, de Partij van de Vrij heid, trok op de Walcherse dorpen maar heel weinig stemmen méér dan de LSP in 1937 gedaan had.) Daarbij konden hervormden op de SGP stemmen van wege het conservatief-zijn van Kodde of vanwege de kerkelijke positie van Zandt. Dat het eerste gebeurde bewijst het la tere verlies van de SGP aan de VVD en de Boerenpartij in dorpen als Zoutelande, Oostkapelle en Aagtekerke én het be sproken verschil tussen Staten- en Ka merverkiezingen in zes dorpen31). Dat verlies aan VVD en BP maakt deel uit van het verschijnsel dat je ontzuiling zou kunnen noemen, een ontzuiling die ei genlijk al begint als hervormden ove reenkomstig hun eigen belangen op de AR of de SGP gaan stemmen. De perso nen van de lijsttrekkers konden bij zulke verschuivingen blijkbaar een rol spelen, vooral waarze een uitgesproken mening te berde brachten. Natuurlijk gaat het dan om enigszins onwerkelijke beelden die de kiezers hadden van bepaalde per sonen: Kodde als tegenweer tegen de nieuwe tijd, Colijn als bedwinger van de crisis, Meliefste als verdediger van de ar beiders. Alle drie speelden ze een rol die in hun afwezigheid door een ander ver vuld zou zijn. En het beeld van Meliefste De S.G.P. wil ons volk terugleiden naar en tot Gods Woord. Brengt daar om Uw stem uit op No. 1 van Burgemeester van Zoutelande.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1986 | | pagina 20