eeuwige wisseling en het streven naar harmonie
227
ven) van de vrouw naar voren: het ro
mantische gevoel verhevigde zich in ui
tersten - de reine onschuld naast de fa
tale vrouw.
Mallarmé (1842-1898) typeerde in
1 885 het symbolisme als volgt: „Dit is
het juiste gebruik van de geheimzinnige
wereld die het symbool uitmaakt: langza
merhand een onderwerp te voorschijn
roepen om een geestesgesteldheid duide
lijk te maken door een reeks ontknopin
gen.
De letterkunde fungeerde zoals vaak ook
hier weer als voorloper van een bepaal
de stroming in de kunst. Misschien wel
te meer omdat woorden het latent aan
wezige gemakkelijk lijken te kunnen
aanduiden.
Tot 1 900 was Toorop vrijwel altijd on
derweg, zowel binnens- als buitens
lands. Van 1900 tot zijn dood in 1928
woonde hij in Katwijk (tot 1903), Am
sterdam (tot 1909), Nijmegen (tot
1 91 6) en Den Haag. De zomers bracht
hij veelal in Domburg door.
Na zijn symbolistische periode schilder
de Toorop eerder divisionistisch dan
pointillistisch en zo af en toe ook weer
impressionistisch. Tot zijn werk behoren
ook boekbanden en affiches. Zijn affiche
voor Delftsche Slaolie bezorgde de Ne
derlandse Jugendstil de bijnaam „sla
oliestijl". In 1905 was Toorop overge
gaan tot het katholieke geloof. Zijn laat
ste werken zijn voornamelijk portretten
en religieuze voorstellingen.
Toorop -Top voorzijn naaste vrienden -
was een man met een enorme uitstraling
en aantrekkingskracht. Hij interesseerde
zich hartstochtelijk voor alles: letterkun
de, muziek, mystiek, filosofie, sociale
verbanden. Hij was zowel een gemakke
lijk prater en gezelschapsmens als een
(soms zwaarmoedig) dromer.
Terugkijkend op Domburgs hoogtijda
gen, typeerde Mies Elout-Drabbe hem in
later jaren in een brief aan haar zoon
Frans als volgt: „Hij bezat een aristocra
tie die hem nooit verliet, ook ai at hij
somsI een krentenbroodje a/s een
beest.
Zijn banden met de Tachtigers waren
zeer nauw. Men zou de Tachtigers als
symbolisten kunnen omschrijven. Kloos'
streven naar de „aller-individueelste ex
pressie van de aller-individueelste emo
tie" sloot goed bij de symbolistische ge-
dachtengang aan.
De centrale figuren in Toorops vrienden
kring van schrijvers, schilders en com
ponisten waren Albert en Kitty Verwey-
van Vloten, die steeds open huis hielden
in hun Villa Nova in Noordwijk aan Zee.
Henriëtte (toen nog) van der Schalk, Rik
Roland Holst en de Duitse dichter Stefan
George (1868-1933) waren er ook vaak
te vinden. Frederik van Eeden kocht in
1 822 „Les Ródeurs"C\ 891van Toorop:
in 1 894 vroeg hij hem evenwel het werk
terug te nemen, omdat hij het niet kon
betalen. Toorop schonk het hem.
Dankzij het fotografisch werk van de
schilder, etser en fotograaf Willem Wit-
sen krijgen wij een onvergetelijke indruk
van de vriendenkring rond de Tachti
gers. In november 1892 logeerde Ver-
laine (1844-1896) bij Witsen en Isaac
Israels. Zowel hij als Toorop werden op
de gevoelige plaat vastgelegd en ook hij
was direct onder de indruk van Toorop,
„ce superbe Java na is a la bar be épaissé
Avondjes in het Amsterdamse atelier
van Witsen gaf Arthur van Schendel
weer in zijn gedicht „Gaarkeuken":
„Met de stem van overmoed.
Discussiërend heftig voor of tegen,
Ad rem en grondig over symbolisme,
En realisme, over P/ato, Bacon,
Rimbaud en Nieuwenhuis en
Maidoror,
Geen onderwerpen voor gewone
klanten.
Hoevele ideeën zijn hier wei ontstaan,
Hoevele verzen zijn hier wel geboren.
Al lang vergeten of nu roem der taal.
En Frans Erens omschreef de beginjaren
derTachtigers in zijn mémoires,, Vervlo
gen Jaren": „Het schijnt, dat nieuwe
ideeën over kunst moeten worden gebo
ren in tabaksrook, bij het gerinkel van gla
zen, het heen-en-weer-geloop van keli
ners en het langs-strijken van onverschil
lige bezoekers. Maar toch moet ik zeggen,
dat alhoewel de eerste kiemen soms ont
staan door het samenstooten der meenin
gen, de volkomen gedachte pas tot ver
werkelijking kan komen in stilte en een
zaamheid. "Dat gold ook voorToorop en
Verwey, die elkaar herhaaldelijk inspi
reerden.
Op verzoek van de redactie van „Wen
dingen" richtte Verwey zich in het no-
vember/december-nummer 1918 van
dat maandblad in een gedicht tot Toor
op.
1918
AAN TOOROP
Droomer van 't onuitspreekbre, die uw hand
Geleid door geesten voelde en uit de mist
Vormen zich zag verdichten, lang gegist.
Eindelijk aanschouwd in lichaam en verband:
Hoe vast en teer uw teekning, en hoe speels
't Erinring - vol verbeelden, - een barok
Gevolg uit iedre tijd en wereld trok
Openlijk op uw voorgrond, school met steels
Gebaar terzijde, - maar in 't midden stond
Altijd een beeld, waar zin tot meer dan zin
Hartstochtelijk belijfd was: het begin
En de oorsprong, wellende uit uw zielegrond.
Want meegevoel met menschen en de nood
Die lichaam strijden doet met ziel, en 't vaag.
Toch snerpend, huivren voor de noodlotsvlaag
Van 't ongeweetne en toch bewuste, vloot
Aldoor van afgrond op tot hemel, zocht
Aldoor uw innerlijk gezicht, aldoor
Uw kinderlijk verstand, aldoor het spoor
Van bloed en zenuw, dat zich spreidde en vlocht
Door fors hart, lichtvol oog en vingerspits
Waar 't faablig-lenige talent in school
Dat in de lijn zijn spraak had. Want van pool
Tot pool: van vormvaste omtrek tot de flits
Van bliksemende duiding, van het ding.
Bondig en kort begrepen, tot het net
Van naamlooze verwantschap, zichtbre wet
Van 't sprakeloos gevoel, sloot gij de ring
Van zinvolle uitdruk. En de nadruk schonk
Uw kleur, waar daadlijk, overleevringloos.
Gloed van uw haard zich kaatste, klaar gebloos
Van sprooklicht, droom licht, waar muziek door klonk.
Zo, door een werkelijke wereld, vol
Doelmatig weten, naast het regelrecht
Worstlen met de natuur, - het trotsch en hecht
Verheerlijken van de natuur, - hoe zwol
(Terecht!) de roem van die eenvoudgen, die
Tusschen hun ziel en de natuur géén spel
Van fantazie gedoogden, - schreedt gij snel
En licht, hun makker en hun evenknie.
Dartlaar met alle tijden, die de dans
Van de beschavingen geleidde, een baan
Van eeuwen in een klare kunstnaarswaan
Van hedendaagschheid, met in u een glans
Die nochtans straling scheen van één vast punt?
Zocht ge 't? En vondt? En vondt een kruis? Een kerk?
Een eindlijk rijk van rust, waaruit uw werk
Gevoed werd en gestevigd? Wie misgunt
Een vriend die vastheid! Maar wat vondt ge meer
Dan na tal van symbolen één symbool,
Schakeling van symbolen en een school
Waar niemand woont dan zonder wederkeer?
Zoo zij't dan. Maar wij zien het liefst in u
Die Moeder van symbolen die u dreef
Tot uiting. Woon in één van hen; maar leef
Met in uw hart Haar, zooals eertijds nu.
De klad-versie van het gedicht wordt
voorafgegaan door een kleine, niet in