eeuwige wisseling en het streven naar harmonie
228
druk verschenen, inleiding: „Het zal de
taak zijn van latere bewonderaars Toor-
ops verschillende werken te rangschik
ken, het geheel van zijn arbeid te overzien
en met elkander overeen te komen om
trent zijn rang en beteekenis. Wij, zijn
tijdgenooten, die nu en dan zijn weg
kruisten en hem a/s een van de onzen
beschouwen, hebben een ander voor
recht. Wij hebben hem aan het werk ge
zien. Wij kennen, uit persoonlijke aan
schouwing, al is het maar een enkel van
de elementen waaruit zijn talent is sa
mengesteld.
Mies Elout-Drabbe had dat voorrecht
ook en het is bepalend geweest voor
haar ontwikkeling als schilderes.
Mies Elout-Drabbe
Marie Jeannette Sophie Lucie Drabbe
werd op 4 maart 1 875 in Utrecht gebo
ren als dochter van de latere generaal
Johan Drabbe en jkvr. Louisa Boogaert.
Haar schooltijd bracht zij in Arnhem
door, de vacanties bij haar grootouders
in Domburg. Vanaf 1 895 woonden haar
ouders met hun vier kinderen permanent
in Domburg.
Mies Drabbe groeide op in een tijd,
waarin de Romantiek, zij het op de ach
tergrond, nog doorklonk in de kunst en
de burgerlijke moraal in vele facetten
van het maatschappelijke leven naar
voren kwam. Schilderen deed zij van
jongs af aan, zoals zovelen van haar tijd
genoten. Een onderdeel van de opvoe
ding, zou je kunnen zeggen: zij had
evenwel duidelijk talent. Ze volgde na
haar schooltijd schilderlessen bij de
Middelburgse schilder W. J. Schütz
(1854-1933) en studeerde aan de
Haagse Academie, maar haar belang
rijkste leermeester wasToorop, met wie
haar familie zeer bevriend was.
Toorop kwam aanvankelijk op uitnodi
ging van generaal Drabbe naar Dom
burg. Hij zou er vele zomers terugkeren.
Het Domburg van die dagen was een ge
vierde badplaats. In het kielzog van dr
Mezger (1 838-1 909) - Domburgs be
roemde arts - kwamen vele vorstelijke
personen naar het zo mooi gelegen stad
je. Villa's verrezen, koetsjes reden af en
aan. MetToorop kwamen ook de kunste
naars. De lichtval langs de kust en de
weerschijn ervan over het land van Wal
cheren pasten dan ook geheel in de
nieuwste ideeën over de schilderkunst.
In 1898 maakte Toorop een prachtige
krijttekening van generaal Drabbe en
diens dochter Mies. Zij stond vaker mo
del voor hem, onder meer voor de tussen
1915 en 1919 vervaardigde Ooster-
beekse Kruiswegstaties.
Toorop volgde met belangstelling de
ontwikkeling van Mies Drabbe als schil
deres; hij adviseerde haar en liet zich
ook per brief op de hoogte houden van
haar vorderingen als hij niet in Domburg
was.
In 1 902 trouwde Mies Drabbe met P. J.
Elout die sinds 1 876 met zijn familie in
Domburg woonde. Na hun huwelijk ver
huisden zij naar België, maar in het jaar
1 903 waren zij weer in Domburg te vin
den, waar Paul Elouttot directeur van de
Domburgsche Zeebadinrichting was be
noemd. Zij kregen twee zoons; hun oud
ste zoontje overleed op 1 -jarige leeftijd,
hun tweede zoon Frans werd in 1904
geboren.
Van 1903 tot ongeveer 1922 keerde
Toorop elke zomer naar Domburg terug.
Bruisend van activiteit, was hij altijd het
middelpunt van een grote kring. Otto en
Adya van Rees, Cornelis Spoor, Maurice
en Sarika Góth, Ferdinand Hart Nibbrig,
Jacoba van Heemskerck en Marie Tak
van Poortvliet, Lucie van Dam van Isselt,
Albert Plasschaert, Lizzy Ansingh, Geert
i/on Brücken Fockvele namen sieren
de gastenlijsten van het Domburgsch
Badnieuws van die jaren.
De dichter Boutens bezocht Toorop („De
witte stranden en de breede berg der dui
nen Met in zijn laatste plooi het kleine
dorp bekneld.
Grote vrienden als Arthur van Schendel
(1874-1944) en Rik Roland Holst
(1868-1938) kwamen; zij zouden ook
een zeer bijzondere plaats innemen bij
de Elouts, evenals de jonge schilder Paul
Schultze en Mondriaan (1872-1944).
In het huis van mej. W. C. („Bine" voor
haar oude schoolvriendin Mies Elout-
Drabbe) de Sitter (1876-1958), jaren
lang badgaste en vanaf het begin van
deze eeuw permanent inwoonster van
Domburg, en in het atelier van Mies
Elout in haar huis aan de Weststraat
vonden vele kunstenaars een warm ont
haal.
In 1 908 trad Mies Elout-Drabbe voor het
eerst naar buiten met haar werken. Het
Domburgsch Badnieuws meldde: „Op
Vader en dochter (Mies) Drabbe, Jan Toorop, 1 898.