een nieuwe toekomst voor het oude klooster
Sas van Gent in 1739; het grote pand rechts gaat nagenoeg schuil achter bomen.
huis naast het zijne aan de Westkade na
aan het kerkbestuur. De weduwe De
Meijer-de Letter overleefde haar man
acht maanden. In het voorjaar van 1 862
kwam het kerkbestuur bij testament in
het bezit van Huize De Meijer (plus een
aanzienlijke som geld). Het kerkbestuur
gaf het de nieuwe bestemming van
klooster annex school.
Vandaar.
Het „ruim schoon en op nieuw geverwd
huis Meijer" werd het onderkomen van
vijf zusters Franciscanessen uit Roosen
daal. Het voormalige herenhuis kwam
daardoor meer dan ooit in de publieke
belangstelling te staan. De zustersopen-
den een meisjesbewaarschool, gaven
handwerklessen aan oudere meisjes en
(vanaf oktober 1865) ook lager onder
wijs aan meisjes.
Een jaar later werd de kleine zusterge-
meenschap in rouw gedompeld door het
overlijden van sr. Conrada (Laurina
Haast) die cholera-patiënten had ver
pleegd op een schip dat naar Zelzate
voer. „De eerste Sasse heilige" wordt ze
door sommigen genoemd. Maar dat lijkt
een overschatting van de werkelijkheid.
Toch herinnert sinds 1 982 een plaquet
te aan de r.k.-pastorie aan deze ongeluk
kige Conrada.
De soeurs hadden overigens problemen
genoeg met hun huisvesting, die verre
van ideaal bleek. Het kerkbestuur ging
uitzien naar een ander gebouw. In mei
1 897 werd het „nieuwe klooster" in ge
bruik genomen.
Dan begint de periode waarin het „oude
klooster" aan de Westkade tot huisves
ting dient voor een groot aantal Sasse-
naren. Burgemeester Petrus Wauters
kocht het pand in 1 898 en liet het split
sen in twee woongedeelten. De huur
ders volgden elkaar op (er waren ook
korte perioden van leegstand), het oude
klooster was een echt doorgangshuis en
zelfs even breigoederenfabriek.
De erven Wauters deden het in 1968
van de hand aan de Raiffeisenbank. Het
zag er naar uit dat het oude klooster een
nieuwe toekomst tegemoet zou gaan.
Maar de plannen van de bank om er een
filiaal te vestigen waren niet levensvat
baar. Toen kwam de gemeente Sas van
Gent eraan te pas. Het gemeentebestuur
wilde het karakteristieke gebouw, „iets
eigens" van Sas, niet laten verkomme
ren. In juli 1 972 kocht de gemeente het
voor de som van f 51.000,-.
Maar wat moest de gemeente ermee?
Wist ze wel wat ze had gekocht?
Wat zou een opknapbeurt niet gaan
kosten?
De jaren van het oude klooster leken ge
teld. Er werd zelfs hardop gedacht aan
sloop.
Een problematisch monument
Westkade 103-104 was voor het ge
meentebestuur een problematisch bezit.
Er bestond geen duidelijkheid over een
nieuwe bestemming en de bouwkundi
ge toestand liet te wensen over. Het
noordelijke deel werd afgestaan aan een
jeugdgroep. Dat werkte de ontluistering
nog verder in de hand.
En toch was Westkade 103-104 een