eeuwige wisseling en het streven naar harmonie
29
Mies en Paul Elout-Drabbe met hun hond Noxje in de tuin van het huis aan de Weststraat.
geïnteresseerd in het geestelijke; hij was
veel extroverter, dominerend, plichtsge
trouw, met veel gevoel voor humor en
een levensgenieter.
Aan het einde van hun leven, zij blind,
bijna geheel doof en lichamelijk ziek, hij
geestelijk sterk achteruitgaand, leek die
tegenstelling duidelijk naar voren te ko
men.
Frans Elout: „Hoe goed herinner ik me
nog, dat, toen m'n vader ai in coma tag, ze
mij vroeg „Is Pitje nu dood?" - waarop ik
zei „nog niet, maar 'tis wei af lopend". Ze
gaf toen een diepe zucht.
Op hun trouwdag -21 mei 1956 - stierf
mijn vader.
Op de dag van zijn begrafenis in Dom
burg - 24 mei - kreeg ik bericht dat ook
Moen - mijn moeder - was heengegaan.
Zij werd naast hem begraven.
Paul Schultze (Het Vaderland, 2 juni
1 956) schreef:
Zij, de bescheidene, maar zeer aparte
schilderes is op haar 8 1ste jaar verleden
week in EHecom overleden, waarheen zij
het laatste jaar gegaan was, ziek, na haar
leven lang te Domburg gewoond en ge
werkt te hebben.
Velen zullen gevoeld hebben in haar de
aparte figuur, tintelend-levend, maar
zich gaarne terugtrekkend in alleen-zijn.
Weinigen misschien weten haar waarde
als kunstenares te schatten.
Door haar teruggetrokken bestaan gaf
het zien van haar werk een aparte ontroe
ring nog. En steeds duidelijker was het
dat zij werkte uit een groei in haar leven.
Was haar beste werk altijd klaar en hel
der, met in kinderportretten o.a. de ge
zichten ópen, de ogen als bronnen van
licht, na haar 70ste jaar kwam nog een
kracht, een zeer stille kracht, er bij die het
werk een zekere grootheid gaf in vorm en
eenvoud van ziei - een groeiende een
voud.
Een tere figuur was zij, die een kracht
heeft ontwikkeld welke haar naastbe-
staanden en vrienden zagen en volgden.
Zo heeft zij, terwijl allen haar einde al
lang verwachtten, bij haar man willen
blijven tot hij haar vóórging. En op de dag
van zijn begrafenis overleed zij.
Liefde en vrede gingen steeds sterker van
haar uit en haar kunst was een der mooie
uitingen daarvan.
Velen gedenken haar en haar man in lief
de en eerbied.
Mij doet zij elke keer opnieuw aan „de
Waterlelie"van Frederikvan Eeden den
ken:
Ik heb de witte water-lelie Hef
daar die zo blank is en zo stil haar
kroon
uitplooit in 't licht.
Rijzend uit donker-koele vijvergrond,
heeft zij het licht gevonden en ont
sloot
toen blij het gouden hart.
Nu rust zij peinzend op het watervlak
en wenst niet meer.
Veel inzicht in leven en werken van Mies
Elout-Drabbe heb ik gekregen uit gege
vens van en gesprekken met haar zoon,
de heer F. H. J. Elout te Domburg.
Aan hem, Frans, en aan zijn vrouw An,
die het verhaal helaas niet meer in druk
heeft mogen zien, draag ik deze schets
dan ook graag op.
Literatuur
Cat. Haags Gemeentemuseum, Nieuwe Beweging,
Nederlandse schilderkunst om 1910, 1955.
Cat. Haags Gemeentemuseum, Licht door kleur, Ne
derlandse luministen, 1976.
Cat. Institut Néerlandais, Jan Toorop, Impressionis-
te, pointilliste. Parijs 1977.
Cat. Rijksmuseum Kröller-Müller, J. Th. Toorop, de
jaren 1 885-1 910, Otterlo 1 978.
de Boer, J., Rondom Jan Toorop in Domburg,
Utrecht 1981.
Clark, K., Civilisation, Londen 1969.
Domburgsch Badnieuws, de jaargangen 1890-
1922.
Elout-Drabbe, M., dagboeken en correspondentie.
Erens, F., Vervlogen jaren, memoires, Den Haag
1982.
Heerikhuizen, F. W. van., Rainer Maria Rilke, 1 946.
Loosjes-Terpstra, A. B., Moderne Kunst in Neder
land, Utrecht 1959.
Nijland-Verwey, M., Kunstenaarslevens, Assen
1 959.
Spaanstra-Polak, B., Het Symbolisme, Amsterdam
1 967.
Venema, A., Domburg, badplaats van Parijs. Uit: Ne
derlandse schilders in Parijs (1900-1940), Baarn
1980.
Vergeer, Ch., Willem Witsen en zijn vriendenkring,
Amsterdam 1 985.