een grensoverschrijdend vlaams dialectwoordenboek 55 eerste gezicht moeilijkte rijmen valt met wat hierboven werd gezegd over de re latie tussen de (Belgisch-)Vlaamse dia lecten en de standaardtaal, is de toch wel opvallende concentratie van het cul tuurtaalwoord in het noordwesten van de provincieOost-Vlaanderen. In werke lijkheid echter heeft deze situatie weinig paradoxaals; ze is niet zozeer een weer spiegeling van sterkere cultuurtaalin vloed in die regio, maar vloeit veeleer voort uit de contacten tussen het Noord- oostvlaamse Meetjesland en het naburi ge Zeeuws-Vlaanderen, waar prikkel draad al geruime tijd tot het dialect is doorgedrongen. Misschien is het zelfs wel zo dat Belgische boeren aanvanke lijk hun prikkeldraad over de grens gin gen kopen, en hebben ze de naam sa men met het voorwerp uit Zeeuws- Vlaanderen geïmporteerd. In ieder geval hebben we hier te maken met een stan daardtaal-benaming die via dialectische uitwisseling het Vlaams is binnengeko men. Uit de vermenging van prikkel draad met de inheemse Oostvlaamse vorm piek(e)draad ten slotte, zijn ver schillende compromisvormen voort gekomen, onder meer pikkerdraad en prik(ke) draad. Tot besluit leder van ons kan dagelijks constateren dat de dialecten steeds meer van hun positie in het maatschappelijk verkeer moeten prijsgeven, een evolutie die in Nederland al verder gevorderd is dan in Vlaanderen. De moderne levensvormen, gekenmerkt door een verveelvoudiging van de interregionale contacten en door drenkt van de alomvattende standaardi serende invloed van de media, laten steeds minder ruimte voor lokale eigen heid in een kader van regionale ver scheidenheid. Niettemin blijven de dialecten een cultu rele factor van groot belang, en weten schappelijk vormen ze een onmisbare bron van informatie, zoals ik hiervoor heb proberen aan te tonen. Het WVD en zijn zusterprojecten hebben zich tottaak gesteld dit erfgoed te behoeden voor definitieve teloorgang, nu er nog een ge neratie is die gezien kan worden als een der laatste schakels in een tot onheuge lijke tijden opklimmende traditie. Verwijzing en verantwoording 1. De zogenoemde Zeeuwse regioboeken, onder de redactie van E. J. van den Broecke-de Man, zijn systematische verzamelingen van dialect woordenschat, gepresenteerd in een doorlo pende tekst. De reeks wordt uitgegeven door de Zeeuwsche Vereeniging voor Dialectonderzoek en omvat reeds de volgende delen: Dialect in West-Zeeuwsch-V/aanderen (1979), Dialect in het Land van Axel(1 981co-auteur: M. Diele- man). Dialecten in Oost-Zeeuwsch-Vlaanderen 2(1 982, co-auteur: J. L. EggermontDialect op Noord-Beveland (1984, co-auteur: L. Eiken hout), Dialect op Zuid-Beveland (1985, co auteur: J. A. van Gilst), Dialect op Tholen en St.- Phi/ips/and (1986, co-auteur: A. A. Krijger- Goedegebuure). 2. De kaart „prikkeldraad" is ontleend aan een recensie-artikel van H. Ryckeboer over het Woordenboek van de Brabantse Dialecten, Dl. II, Afl. 1, verschenen in Leuvense Bijdragen 70 (1981), blz. 1 79-1 85. Daar wordt aan de kaart een bondig commentaar gewijd. 3. Het bedoelde artikel van J. Taeldeman ver schijnt binnenkort in het tijdschrift Leuvense Bijdragen onder de titel: „Ekstern-linguïstische achtergrond van het Vlaamse dialektland- schap". 4. De kaart „dilt" staat - zonder Zeeuws-Vlaamse gegevens - in de 2e aflevering landbouwwoor- denschat van het WVD op blz. 338. 5. Over dit en gelijkaardige problemen van de ono- masiologische opvragingsmethode is uitvoerig gehandeld door WVD-redacteur J. Van Key- meulen in zijn artikel „De kultuurhistorische relevantie van de dialektlexikografie,,, in Hande lingen van de Koninklijke Zuidnederlandse Maatschappij voor Taal- en Letterkunde en Geschiedenis 37 (1983), blz. 163-178. Eerder al was in deze reeks (31 ste aflevering) een arti kel van mijn hand verschenen over „Problema tiek en methode bij het samenstellen van een modern Vlaams dialectwoordenboek" (1977). 6. Het artikel over het afdak (met twee kaartjes) staat in de 2e aflevering landbouwwoorden- schat van het WVD, blz. 444-447. De kaartjes met aanvullende gegevens uit Zeeuws-Vlaan deren zijn overgenomen uit een studie van M. Devos en J. Van Keymeulen getiteld „Namen voor het „afdak,, in de Vlaamse dialekten", in Hulde-Album Prof. Dr. Marcel Hoebeke, Gent 1985, blz. 183-209. Deze bijdrage bevat ety mologische en historische toelichting bij alle Vlaamse afdaknamen. 7. De hier afgedrukte „ruif"-kaart, een aangevulde versie van het woordkaartje bij het lemma „ruif" in het WVD (2e aflevering landbouwwoorden- schat, blz. 379), is overgenomen uit het artikel „Nog voer uit de ruif" van H. Ryckeboer in Album Prof. Dr. Marcel Hoebeke, blz. 305-31 3. 8. Meer bijzonderheden over de woord- en bete kenisgeschiedenis van (h)eize en van andere ruifnamen in de Nederlandse dialecten kan men lezen in het commentaar van J. Berns bij de „ruif'-kaart van de Taalatlas van Noord- en Zuid-Nederland. Dit commentaar is verschenen in: J. Stroop (red.). Toelichting bij de Taalatlas van Noord- en Zuid-Nederland ii, Amsterdam 1974, blz. 170-222. Bibliografische referenties van de reeds ver schenen afleveringen van het WVD: INLEIDING M. Devos, H. Ryckeboer, J. Taeldeman en W. Pée, Inleiding, 138 blz.; 60 kaarten, Gent- Tongeren 1 979. WOORDENBOEKTEKSTEN M. Devos en H. Ryckeboer, dl. i Landbouwwoor- denschat, afl. 1 Akkerland en Weiland, XII 240 blz.; 154 kaarten; 30 illustraties, Gent-Tonge ren 1 979. M. Devos, H. Ryckeboer, J. Van Keymeulen, dl. II Niet-agrarische vaktalen, afl. 1 De Manden maker, X 99 blz.; 1 6 kaarten; 45 illustraties, Gent-Tongeren 1982. M. Devos, H. Ryckeboer, J. van Keymeulen, dl. II Niet-agrarische vaktalen, afl. 2 De Strodekker, VII 40 blz.; 2 kaarten; 17 illustraties, Gent- Tongeren 1 982. - M. Devos, H. Ryckeboer, J. Van Keymeulen, dl. II Niet-agrarische vaktalen, afl. 3 Handspinner en Touwslager, IX 59 blz.; 1 kaart; 20 illustraties, Gent-Tongeren 1982. M. Devos, H. Ryckeboer, J. Van Keymeulen, dl. I Landbouwwoordenschat, afl. 2 Behuizing, XVI 227 blz.; 118 kaarten; 61 illustraties, Gent- Tongeren 1 985. WETENSCHAPPELIJKE APPARATEN (voor vakspe cialisten) M. Devos en H. Ryckeboer, dl. I Landbouwwoor denschat, afl. 1 Akkerland en Weiland: Weten schappelijk Apparaat; 240 blz., Gent-Tongeren 1 979. M. Devos, H. Ryckeboer, J. Van Keymeulen, dl. II Niet-agrarische vaktalen, afl. 12, 3, Weten schappelijk Apparaat, 1 24 blz., Gent-Tongeren 1 982. M. Devos, H. Ryckeboer, J. Van Keymeulen, dl. I Landbouwwoordenschat, afl. 2 Behuizing; We tenschappelijk Apparaat, 31 2 blz. Gent-Tonge ren 1 985.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1987 | | pagina 17