vreemde elementen in de zeeuwse flora 63 Groene naaldaar (wegrand bij Nieuwland). na elk jaar alle genoemde grassen te vin den, met uitzondenng van Klein en Straatliefdegras. Bi) CPC is jaren Alep- pogierst te vinden geweest, samen met Groene naaldaar en Harig vingergras. Vooral de wegtransporten naar (en van) Duvekot moeten hebben gezorgd voor het vestigen van de donker verkleurende grassen. Vroeger werden veel zaden los aangevoerd en ontstond er nog al eens verlies. In het begin trof men de verschil lende grassen dan ook vooral aan ten oosten van Goes, langs de tweebaans- rijksweg naar Bergen op Zoom. Tegen woordig wordt er veel voorverpakt, waardoor steeds minder vreemd zaad langs de wegen terechtkomt. Alleen de twee liefdegrassen lijken een andere weg te hebben gevolgd. Zij worden niet in de onmiddellijke omgeving van de za- denverwerkende bedrijven aangetrof fen, maar des te meer bij bushaltes, ben zinestations en in steden en dorpen. Het ligt voor de hand dat in dit geval de za den zijn getransporteerd door middel van autobanden en schoenzolen. Het Straatliefdegras is op deze wijze waar schijnlijk vanuit de Rotterdamse haven aangevoerd, gezien het huidige ver spreidingspatroon en het feit dat aldaar reeds tien jaar een grote concentratie aanwezig is. Status De hier terechtgekomen vreemde plan ten zijn in twee groepen in te delen: op zettelijk en onopzettelijk aangevoerde. Deze indeling komt volledig overeen met respectievelijk categorie 2 en 3 zoals gedefinieerd in de inleiding. Een groot assortiment zaden wordt ge kweekt in warmere landen en ingevoerd voor gebruik in vogel- en veevoer (Duve kot, Cehave). Ook worden maïs en tarwe veel aangevoerd uit met name de Ver enigde Staten voor verwerking hier (CPC). In feite zijn dit dan ook verwilder de planten. Vogelgierst, Pluimgierst en Aleppogierst zijn als zodanig te be schouwen. Rond de drie bedrijven kun nen vaak ook nog andere in het buiten land gekweekte soorten verwilderd wor den gevonden: Boekweit, Gingellikruid (negerzaad). Erwt Fenegriek, Hennep, Kanariezaad, Koolzaad, Maïs, Mariadis- tel. Raapzaad, Saffloer, Tarwe en Zonne bloem. Deze planten houden echter meestal maar één jaar stand; hun aan wezigheid blijft afhankelijk van aanvoer met het (onvermijdelijke?) verlies. Alleen met Aleppogierst is iets anders aan de hand. Dit is een vaste plant, die door de aanvoer van de zaden zich in Zeeland definitief lijkt te hebben geves tigd, zelfs na de afgelopen twee strenge winters. Deze plant met grote, fraai rode pluimen vormt hier geen rijp zaad en plant zich alleen voort met behulp van wortelstokken. Ze mag nu daarom gere kend worden tot de wilde planten (cate gorie 1Zie voor de verspreiding in Zee land fig. 9. Behalve langs de tweebaans-rijksweg Goes-Rilland-Bath is de soort ingebur gerd in een groot gebied rond Sas van Gent. Overigens is Aleppogierst van oor sprong niet alleen verwilderd maar ook adventief te noemen. In zuidelijke delen van de Verenigde Staten is het een ge vreesd onkruid in graanakkers. Ook het Harig vingergras wordt wel ge- Straatliefdegras (straatgoot bij Veere). Fig. 9. Verspreiding van de Aleppogierst. Klein liefdegras (fietspad bij Ritthem).

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1987 | | pagina 25