de abdij van middelburg 68 Onder: het interieur van de Statenzaal, 1 935. (Foto: Piet Vreke) Sinds 1 944, toen ik als jongmaatje op het Rijksarchief kwam, heb ik alle res tauratiewerken in en rond de Abdij op de voet kunnen volgen. Het Abdijplein was één groot opslagterrein van allerlei soor ten steen, van heinde en ver verkregen. In het midden stond de keet en tegelijk woning van de opzichter van de rijksge bouwendienst. Al snel was het ook weer een geliefd speelterrein voor de kinde ren. De restauratiewerken waren sinds oktober 1940 gestart met opruimings- en stutwerken. In samenwerking met ar chitect J. F. Berghoef werd een begin gemaakt met de plannen voor een nieuw griffiegebouw ter plekke van het Abdij hotel. Begonnen was ook met de restau ratie van het Balanspoortgebouw en be lendende percelen. Tot de algehele be vrijding van Nederland moest worden gewacht om met veel moeite de beno digde bouwmaterialen als eikehout, kalk en cement te bemachtigen. In 1 947 werd met de restauratie van de refter begonnen met als eerste plan deze te bestemmen voor een feestzaal annex de later te bouwen commissariswoning. De oude refter, in het latijn refecto rium*), oftewel eetzaal, was gebouwd na de verwoestende brand van 1492. De eetzaal is altijd een belangrijk onderdeel van een abdijcomplex geweest en nu nog. In het abdijleven is het ook een ver wijzing naar het geestelijk voedsel dat een mens „broodnodig" heeft. Na de in bezitneming van Middelburg door de troepen van de prins van Oranje in 1 574 kregen vele gebouwen in de Abdij een wereldlijke functie. De refter werd eerst ingericht tot kanongieterij, om vervol gens te dienen tot hoofdwacht, stal, weer gieterij, hospitaal, turfhuis en van af 1864 tot gymnastiekzaal. In 1 948 rijpte de gedachte om de geres taureerde refter als Statenzaal te gebrui ken. Op 1 8 augustus 1 950 werd de Sta tenzaal door koningin Juliana en prins Bernhard ingewijd. Het bouwwerk had een waardige bestemming gekregen. Plaats waar men zich verkwikt. Boven: de gerestaureerde topgevel van de Statenzaal, 1 950.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1987 | | pagina 30