een grensoverschrijdend vlaams dialectwoordenboek 43 WVD Woordenboek van de Vlaamse Dlalcktcn WZD Woordenboek der Zeeuwse Dialecten WBD Woordenboek van de Brabantse Dialecten WLD Woordenboek van de Limburgse Dialecten. 1 Oostends Woordenboek 2 Cents Woordenboek 3 De Bo 1 Teirlinck Kaart 1. Gebieden van de moderne Zuidnederlandse Dialectwoordenboeken en van de Vlaamse idiotica. Oostvlaandersch Idioticon. Als eerste in Vlaanderen ondernam I. Teirlinck - die overigens buiten de particularistische beweging stond - een poging om de woordenschat uit zijn streek volledig te inventariseren. Daardoor haalt zijn werk een hoger wetenschappelijk niveau dan dat van zijn tijdgenoten. Het door Teir linck bewerkte gebied is echter heel wat kleiner dan het etiket „Zuid-Oostvlaan- ders" suggereert, het omvat niet meer dan een goeie 20 plaatsen ten oosten van Oudenaarde. Wat verder nog tegen de bestaande idiotica kan worden ingebracht, is dat ze de opgenomen woordenschat niet of nauwelijks lokaliseren, weinig aandui dingen geven over de uitspraak en dat de dialectische vakterminologieën er stiefmoederlijk behandeld worden. Een en ander volgt uit de wijze waarop de lexicografen van de eerste generatie hun materiaal bijeen hebben gebracht. In de eerste plaats putten ze uit hun ei gen dialectkennis, aangevuld met verza melingen van woorden en uitdrukkingen die ze uit de volksmond optekenden. Nooit hebben ze systematisch en op grote schaal enquêtes verricht. De in breng van informanten, als die er al was, bleef beperkt tot het signaleren van vrij disparate dialectische eigenaardighe den. Het ligt voor de hand dat op die ma nier bijeengebrachte verzamelingen on volledig, onsystematisch en onderling moeilijk vergelijkbaar zijn. Naarmate de dialectologie zich intensie ver ging bezighouden met taalgeogra fie, dat is de studie van taalverschijnse len in hun ruimtelijke verbreiding, werd in wetenschappelijke kringen steeds scherper aangevoeld dat de regionale woordenboeken niet meer beantwoord den aan de noden van het onderzoek. Een eerste poging om daar iets aan te verhelpen, kwam van de Leuvense hoogleraar en dialectoloog L. Grootaers (1885-1956). Nadat hij eerst gedacht had aan een Limburgs idioticon, vatte hij het plan op een woordenboek over heel Vlaams-België samen te stellen ter ver vanging van het sinds lang verouderde werk van L. Schuermans. Met dat doel introduceerde hij de moderne methode van materiaalverzameling in de Vlaamse lexicografie, en verspreidde hij tussen 1 922 en 1 953 49 vragenlijsten waarin ruim 4000 begrippen werden opge vraagd. Wegens gebrek aan hulp en fi nanciële middelen heeft hij zijn doel niet kunnen verwezenlijken, maar hij heeft de basis gelegd van een materiaalverza meling dienstig voor moderne woorden boekprojecten als het WVD, het WBD en het WLD. Ondertussen was de moderne dialectle- xicografie al van de grond gekomen in Nederland, en wel in de provincie Zee land, Vlaanderens dichtste buur. De Zeeuwsche Vereeniging voor Dialecton derzoek was er in 1928 begonnen met een grote dialectenquête die 30 jaar la ter, na 147 vragenlijsten, zou uitmonden in het Woordenboek der Zeeuwse Dialec ten (WZD), geredigeerd tussen 1 959 en 1 964 door H. C. M. Gijsen. Het WZD is het eerste grote regionale woordenboek dat tegemoet komt aan taalgeografi sche vragen, omdat het de ruimtelijke verbreiding van de woorden nauwkeurig beschrijft. Het materiaal wordt erookfo- netisch gedocumenteerd aan de hand van een eigen spellingsysteem. Dank zij zijn aantrekkelijke opmaak, de heldere formulering van de lexicografische defi nities, de illustraties en de vele lezens waardige encyclopedische toelichtin gen, is het WZD genietbaar voor een breed publiek. Nooitvoordien is een dia lectwoordenboek zo enthousiast ont haald bij de bevolking die het erin be handelde dialect spreekt. In minder dan 4 jaartijd was de oplage uitgeput, en ook de opeenvolgende herdrukken (1968, 1974, 1975, 1978 en 1979) kenden een groot succes. Ook op andere plaatsen in Nederland was men onder druk van de voortschrij dende standaardisering tot het besluit gekomen dat de dialectwoordenschat dringend opgetekend diende te worden. In 1 960 werd aan de Nijmeegse univer siteit op initiatief van prof. A. Weijnen begonnen met de twee reeds genoemde Zuidnederlandse projecten, respectie velijk voor het Brabants (WBD) en het Prof. dr. Willem Pée.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1987 | | pagina 5