een grensoverschrijdend vlaams dialectwoordenboek
45
02 HEERDIEZER: Wich, Gees, Gels, Haa,
Nee, Bel, Aal, Bre, WehlBaa, Ang
Mar.
03 HEERDIEZERKEZed.
muuriezerken: Vre.
Gels: Heerdiezers waren der van gel
kopper of van iezer.
Bor: 'n Heerdiezerken was altied
emaakt van kopper. Der zatten vier
knöppe op; doorvan waren de middelste
twee soms ietskes groter as de buten-
sten.
Loch: De kopperen knöppe zatten op 'n
kopperen plate dee 40 cm lange was en
10 cm breed. Dit neumden ze 't heerd
iezerken. 't Zat altied op de tegel
tjes; an beide kanten zat ter ene.
Gor: Der zatten 5 haoken an.
Bro: Soms bint op 't heerdiezerken 'n
joortal of initialen an-ebracht.
Gedeelte van een bladzijde uit het Woordenboek van
de Achterhoekse en Liemerse Dialecten, dat - op de
inleiding na - helemaal in het dialect geschreven is.
schijnen, terwijl met de publikatie van
een alfabetisch woordenboek gewacht
moet worden tot de hele woordenschat
verzameld is. Het WVD is een werk van
lange adem, en het zou onverantwoord
zijn het geduld van toekomstige gebrui
kers, kredietverleners en vooral de vele
vrijwillige medewerkers tientallen jaren
lang op de proef te stellen. Ook aan de
structuur van de woordenboekartikelen,
meer bepaald dat ze rond begrippen zijn
opgebouwd, zitten voordelen vast.
Doordat op die manier alle dialectbena
mingen voor dezelfde zaak bijeen ko
men te staan, kunnen bij de lemma's
kaartjes worden afgedrukt met de sprei
ding van die woorden. Zeker in een re
gionaal woordenboek als het WVD, dat
een uitgestrekt en dialectisch sterk ge
schakeerd gebied bestrijkt, is zo'n
woordkaart een welkome aanvulling bij
de woordenboektekst.
Voorrang voor landbouwwoorden-
schat en ambachtelijke terminolo
gieën
Voor de rubricering van de woorden
schat is de redactie van het WVD te rade
gegaan bij haar Nijmeegse collega's.
Net zoals in het WBD en het WLD, wor
den voor het Vlaamse woordenboek
twee grote afdelingen voorzien: ener
zijds de woordenschat in verband met
beroepsactiviteiten en andere specifieke
bezigheden (zoals sport en spel), ander
zijds de zogenaamde algemene woor
denschat, d.w.z. de woorden die niet be
perkt zijn tot een welbepaalde sociale
groep, maar die gemeengoed zijn bin
nen de hele dialectgemeenschap.
In alle drie de systematische woorden
boekprojecten komen eerst de vakter
minologieën aan de orde. Die zijn im
mers voordien nooit op systematische
wijze geïnventariseerd en vele ervan zul
len binnen afzienbare tijd niet meer te
achterhalen zijn omdat de betrokken
ambachten en beroepssectoren de re
cente industriële expansie en daarmee
gepaard gaande verstedelijking niet
hebben overleefd. Daarom wordt binnen
het vaktaalonderzoek voorrang verleend
aan die terminologieën die met verdwij
nen bedreigd zijn of die als gevolg van
technische vernieuwingen grote veran
deringen hebben ondergaan. Dat laatste
geldt met name voor de taal van het tra
ditionele boerenbedrijf, het vakgebied
dat door het WVD als eerste te ontgin
nen domein is uitgekozen. Waarom viel
precies de landbouwwoordenschat die
eer te beurt? Omdat die rijker is aan ter
men en tot voor kort een bredere sociale
basis had dan welke andere vaktaal ook.
Tot aan de tweede wereldoorlog werd
het leven op het platteland volkomen
beheerst door de agrarische sector. Inde
meeste dorpen bestond de meerderheid
van de bevolking nog uit boeren en land
arbeiders. Ook wie zijn hoofdactiviteit
buiten de landbouw beoefende, had er
toch op de een of andere manier mee te
maken: de ambachtslui produceerden
vooral voor de boerenbevolking, en ie
dereen bewerkte wel een stuk land en
hield enkele beesten. Vandaar dat de
landbouwwoordenschat een minder
gesloten karakter had en dieper geïnte
greerd was in de algemene woorden
schat dan andere vakterminologieën
zoals bijvoorbeeld die van de smid, de
wagenmaker of de molenaar. Aan de
keuze ten gunste van het landbouwbe
drijf lagen ook praktische overwegingen
ten grondslag. Om te beginnen was er
over dat domein al heel wat studie- en
opvragingswerk verricht, vooral door
studenten aan de universiteiten van
Gent en Leuven die een lexicografische
scriptie hadden gemaakt over een agra
risch onderwerp. Daarbij komt nog dat
de redactie van het WBD al eerder met
de landbouwwoordenschat was begon
nen en daarvoor al een gedetailleerde
paragrafering had uitgewerkt toen het
WVD van wal stak. De Gentse redactie
heeft dan ook de inzichten en ervaring
Kaart 2. Verbreiding van de Zuidnederlandse benamingen voor de prikkeldraad.