„de leefbaarheid van het totaal" 98 taai-beeld. Het gaat niet om cijfers. Cij fers zijn relatief, daarmee bewijs je niets of alles, het is net hoe je oren staan. Over nieuwe muziek dan nog even, want ik lees daar wel eens vaker wat over, en ik heb er zelf het een en ander mee te ma ken: Als er100 Düsseldorfers komen dan zou dat geweldig zijn, maar als in de Frankfurter Algemeine een stukje over het festival Nieuwe Muziek zou staan, zou dat, denk ik, veel belangrijker kun nen zijn. Ik geef maar even aan, dat de wijze waarop de pers zich met Nieuwe Muziek bemoeit, en dan praat ik echt over de landelijke pers, Zeeland een ima go geeft dat daar wat kan, dat daar iets gebeurt, dat er mogelijkheden zijn in dat gekke kleine provincietje in Nederland. Dat het bovendien prachtige stranden heeft, en hele mooie meren. Dat beeld moet je geven, dat beeld, zeker als je praat, en dat doen we tegenwoordig, over Zeeland naar of na 2000. Ikzeg dat maar. Het gaat om een imago van Zee land waarin veel dingen mogelijk zijn. Dat beeld moet je indouwen wanneer je wilt praten over recreatie en toerisme. Dat daar méér is dan alleen mooie stran den en mooie meren, dat er wat kan in dat Zeeland. Ik denk dan ook dat ik bij voorbeeld hier best mag noemen, pra tende over kunst en cultuur: het Roose- velt-studiecentrum, de uitreiking van de Roosevelt-awards. Ik denk dat je daar door laat zien datZeeland, als je het over inwoner-aantallen hebt, ver boven de middelmaat uitkomt. Een cultuurloze, een kunstloze samenleving is ondenk baar. Elke individuele boom kan gemist worden, maar we zien wel graag een bos. En vanuit dit perspectief is het zaak om de zaken gezamenlijk aan te pakken. Of het nou zo verantwoord is aan monu menten, en dan denk ik specifiek in deze tijd aan de Statenzaal, bloembakken te hangen, of in een strandtent een ten toonstelling te houden is niet zo belang rijk. Maar het gaat meer om dat grote beeld: de leefbaarheid van het totaal, het thuisvoelen en de kwaliteit van de samenleving. En het is een gezamenlijk belang. Het is een gezamenlijk belang dat je de natuur verzorgt, dat je de re creatie verzorgt, dat je de cultuur en de kunsten verzorgt. En laat daarom van daag die gezamenlijke aanpak de toon aangeven, en laten we gebruik maken van eikaars mogelijkheden. En laten we er vooralvoor waken zaken af te breken waar we later spijt van krijgen. Want wat je afbreekt heb je niet snel terug. En la ten we werken aan dat imago van „dat beetje meer". En met de leuze „Zeeland heeft net iets meer" bedoel ik wat ik zo juist heb gezegd. Het heeft niet alleen het Veerse Meer, het heeft niet alleen de Oosterschelde en de Grevelingen maar dat zult u al wel begrepen hebben. Ik wens u een bijzonder goede studiedag toe, en als ik dan toch nog maar een eco nomische opmerking mag maken, laten we hopen dat het effectief is en resultaat heeft. Dick Hillenius. Op 4 mei 1 987 overleed Dr. Dick Hille nius (geb. 29 mei 1 927 te Amsterdam). Hij was als bioloog verbonden aan de Universiteit van Amsterdam, en hield zich als wetenschapper vooral bezig met het bestuderen van reptielen (kame leons, kikkers, padden). Hij is echter vooral bekend geworden als dichter en publicist, onder andere van essays die opvallen door de heldere betoogtrant en de originele observaties. Zijn gedichten die speels en navrant zijn werden dik wijls samen met stukken proza in bun dels opgenomen. Veel van dit proza be staat uit notities over reizen, muziek, beeldende kunst en literatuur, die prik kelen tot nadenken. Hij publiceerde onder andere: Het ro mantisch mechaniek 1 969) en Het prin cipe van de nieuwsgierigheid1 978), De beestachtige bronnen van het geweld en Een klein apparaat tegen rechtlijnigheid (1975). In 1986 verschenen nog: Wat kunnen wij van rijke mensen leren (een bundel essays, gedichten en dagboek notities) en: De hersens een eierzeef de teksten van een reeks lezingen die hij als gastschrijver te Groningen hield). Voor zijn bundel Uit groeiende onwil om ooit nog ergens in veiligheid aan te komen (1966) kreeg hij de Poëzieprijs van de stad Amsterdam. Hij werd in de Zeeuwse Bibliotheek uitgenodigd om op 23 ja nuari 1987 een inleiding te houden tij dens de Zeeuwse Culturele Dag. De let terlijke tekst van deze inleiding drukken we hierbij af. Het thema van deze studie dag was: Cultuur/Economie/Recreatie. Andere sprekers en forumleden op die dag waren Mr. J. P. Boersma, Drs. F. van Puffelen, de heer W. Gross, de heer J. B. Ventevogel en Mr. E. G. M. Smit (ge spreksleider). Het verslag van deze dag dat ook de teksten van de andere inlei dingen bevat is verkrijgbaar bij de Zeeuwse Culturele Raad. W.H.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1987 | | pagina 20