ZEEUWS TIJDSCHRIFT JAARGANG 37 nummer 3 -1987 „JE MOET HET ZWIJGEN" Toespraak bij de opening van een overzichtstentoonstelling van het literaire en beeldende werk van Van Scha gen in de Zeeuwse Bibliotheek te Middelburg, 2 mei 198 7, door dr. C. Boertien, Commissaris der Koningin in Zeeland „Je moet het zwijgen"! Dat zinnetje kwam nogal eens voor in de uitvoerige correspondentie die Johan Christiaan Jacob van Schagen op z'n naam heeft staan. „Je moet het zwijgen". Hij bena drukte daarmee zijn overtuiging dat men over de zogenaamde „grote zaken des levens" beter kon zwijgen. Ze waren toch onveranderbaar. Nee, volgens Van Schagen kon je je beter richten op de kleine dingen in 't leven, die beterte be vatten waren. „Je moet het zwijgen!" Dames en heren, en in het bijzonder mevrouw Van Scha gen, ik zou dat zwijgen toch even willen doorbreken om het met u te hebben over Chris van Schagen en zijn literair en beeldend werk. Het doet mij genoegen de spits te mogen afbijten op deze dag, die op zo'n uiteenlopende wijze uitdruk king geeft aan de veelzijdigheid van de ze Zeeuwse dichter en beeldend kunste naar. Met de opening van twee tentoon stellingen over zijn werk, met de organi satie van een symposium met de naam geving aan een deel van de Domburgse boulevard èn, zeker niet in de laatste plaats, met het verschijnen van het laat ste deel van het Archief Van Schagen staan wij op waardige wijze stil bij de be tekenis van J. C. van Schagen als litera tor en kunstenaar. U zult van mij geen literair-kunstkriti- sche verhandeling verwachten. Dat zul len anderen vanmiddag voor hun reke ning nemen. Wel wil ik in het kort ingaan op Van Schagen in relatie tot Zeeland. Het toeval wil dat Van Schagen's tweede werkstek in het Zeeuwse provinciehuis waste vinden. Ik vermeld dit niet om een mogelijk glanzende carrière als provin ciaal ambtenaar te suggereren, maar om in te haken op een passage uit één van zijn brieven. Hij beschrijft hoe hij als ambtenaar in aanraking komt met het werk van Spinoza en Pierre Louys. Deze auteurs beïnvloeden hem zeer sterk. Mede hierdoor ontwikkelt hij een zeer persoonlijke levenshouding waarin de gevoelsmens vóór de intellektueel komt. De schrijver van het bekende poëtische proza wordt gevormd. Het moet u goed doen te weten dat het werkklimaat in het provinciehuis ook tot dergelijke ontwik kelingen kan leiden. Een tweede passage in z'n briefwisselin gen leidt naar zijn kontakten met de Pro vinciale Bibliotheek van Zeeland, zoals u weet de voorloper van dit instituut, waarin we vanochtend te gast zijn. Het was een verre voorganger van de heer De Visser, de heer Willem Otto Swaving die als bibiiothekaris èn als docent Ne derlands de jonge Van Schagen de weg wees „in het land der letteren". Het is dus niet zo verbazingwekkend dat juist in deze bibliotheek aandacht be steed wordt aan de afronding van de pu- blikatie van het Verzameld werk van Van Schagen. In de Zeeuwse Bibliotheek, omdat Van Schagen grote verdiensten op zijn naam heeft staan, die van betekenis zijn voor het huidige Zeeuwse kulturele klimaat. Als geboren en getogen Zeeuw zette Van Schagen zich in de jaren vijftig op verschillende manieren in om het kultu rele leven in de provincie „weder op te bouwen". Hij was adviseur voor kulture le zaken van de Stichting Zeeland voor maatschappelijk en kultureel werk in Middelburg en nauw betrokken bij de totstandkoming van de Zeeuwse Mu ziekschool, het Zeeuws Woordenboek en de oprichting van de Zeeuwse Kun stenaarskring. Maar meer nog dan deze verdiensten dienen Van Schagen's kwaliteiten als schrijver/dichter en beeldend kunste naar vandaag onderstreept te worden. Als kunstenaar is hij altijd zijn eigen weg gegaan. Zich niets aantrekkend van lite raire critici schreef hij wat hij wilde, pu bliceerde hij wat hij goed achtte. Is het verwonderlijk dat Van Schagen buiten het drukke literaire leventje bleef, buiten de randstad bleef en woonplaatsen als Deventer en Domburg zocht? Minzaam toekijkend verbleef hij aan de zijlijn van de literatuur. Dit leidde er zelfs toe dat hij (overigens gestimuleerd door de Pro vinciale Bibliotheek) zelf „uitgevertje ging spelen", zoals hij dat zelf om schreef. Dat maakte de toegankelijkheid van zijn gepubliceerde werk er niet beter op- Toen Van Schagen zijn uitgever, de heer Hazeu, voorstelde een soort vervolg op z'n debuut uit te geven, onder de titel „Knarrenwijsheid", stelde de heer Hazeu voor te streven naar een uitgave van een verzameld werk. Zo kwam het eerste deel van het „Archief Van Schagen" van de grond. Bij de voorbereiding van het tweede deel bleek de financiële basis erg krap. Een „Comité Van Schagen" werd opge richt, dat mede de grote motor is achter alle aktiviteiten van vandaag. Het is voor een belangrijk deel te danken aan de heerG. A. de Kok, jaren voorzitter van dit comité, dat het Archief uiteindelijk vol tooid kon worden. Het doet me dan ook goed mevrouw De Kok onder de aanwe zigen te mogen zien. Het Archief is voltooid met het verschij nen van het derde deel onder de titel „Je moet het zwijgen". Dit feit was voor het „Comité Van Scha gen", de Zeeuwse Museumstichting, het Zeeuws Kunstenaarscentrum en de Zeeuwse Bibliotheek aanleiding om een overzichtstentoonstelling over Van Schagen in te richten. Een tentoonstel ling die is samengesteld op de twee pei lers van Van Schagen's werk: het literai re en de beeldende kunst. Vooral van het laatste werden veel wer ken bereidwillig afgestaan uit partikulie-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1987 | | pagina 3