de wortels van chris van schagen 84 Als er in iemand twee zielen in één borst woonden, dan was dat in Van Schagen. Dat distantie nemen en dat relativeren, dat los van al les zijn, was in volkomen te genstelling met het precieze van zijn ambtenaar-zijn, met het nauwkeurig be heer van zijn financiën, met het steeds maar willen publiceren. Op 28 decem ber 1976 schreef hij aan mij: „ik ga steeds meer en meer relativeren en dat is aan één kant wel plezierig: een boel din gen hoéven niet meer en dat lucht dan wel weer op - maar aan de andere kant betekent het ook verlies van interesse en dat is wél erg. Gelukkig heb ik nog spelle tjes genoeg, waar het vuur wél wil - en zelfs „moet" blijven branden. Maar som mige „continenten" zakken weg. B.v. het belang, dat ik vroeger hechtte aan auto biografische notities - het hinderde me, dat ik er zo weinig tijd aan geven kon - er lag nog zoveel te vertellen, dat straks, als ik er niet meer was, niemand meer zou weten, en ik vond het een soort „in de steek laten a/s ik dat dan niet nog gauw gauw deed". Even later, in dezelfde brief, heet het weer: „Mijn persoonlijke belangstelling voor die vroege tijd - laten we zeggen 1890-1914 - is stijgende en ik meen te recht a/s je het allerfijnste van jezelf wil weten, moet je in je heel vroege kindertijd retour - de historische belangstelling is er eigenlijk nog wèl, dus alleen niet meer de behoefte, om er anderen van in kennis te stellen. Misschien ga ik deze winter nog een beetje liefhebberen met geluidsband jes waar ik een en ander op kwijt kan - maar dat is dan eigenlijk alleen voor me zelf en een beetje voor de kinderen en Vrouwe!"Van die bandjes is niet veel te recht gekomen. Schrijven bleef hij. En over het geheel genomen zijn juist over zijn kindertijd ontroerende stukken ge schreven. De Van Schagens zijn vaak verhuisd. Van mei 1890 tot september 1892 woont het gezin in Vlissingen. Dan ver trekken zij naar Middelburg waar zij van september 1892 tot mei 1894 op het Koorkerkhof wonen, van mei 1894 tot mei 1899 op de Seissingel, van mei 1 899 tot 1 901 op de Heerengracht, van mei 1901 tot juni 1907 in de Singel straat. Juni 1907 verhuizen zij naar Domburg waar zij tot juni 1919 in de Noordstraat wonen. Daar is de winkel van de Van Schagens geweest, een win kel van Sinkel waar alles te koop was. Over het wonen in het Seissingelhuisje heeft Van Schagen aardige dingen ge zegd. Hij herinnert zich de mensen uit de buurt en de bezoekers: „Verleden week is Doesburg geweest, de meubelmaker. Het is een lange, oude man, met bakke baardjes en hij lacht nooit terug als je aar dig voor hem bent, hij heeft het heel moeilijk zegt Moeder, hij is heel ernstig en heel eerbiedig voor Moeder, hij zegt altijd netjes Juffrouw tegen haar. Moeder wil niet, dat ze Mevrouw tegen haar zeggen, dat is onze stand niet en ze houdt niet van fratsen, dan wordt ze boos. Maar nu van ochtend hebben ze ineens alle stoelen uit de vóórkamer weggehaald, die mooie stoelen van mahoniehout en rood pluche, zo zacht, en er zijn verschoten groene stoelen nu, dat zijn de stoelen van Does, zegt Vader jolig, ze zijn wel leuk hoor, met allemaal putjes en in elk putje zit een plat knoopje en er is er één heel brede arm stoel, dat is net mijn Grootmoe uit Dom burg. Vader en ik vinden het niet zo erg, maar Moeder kijkt er wel een beetje zui nig over". Nog in 1 983 herinnert Van Schagen zich de „Domburgse werkuren" in de winkel van Sinkel. Ook deze winkel in de Noordstraat was 's nachts bespeelbaar. „Als het Sanhedrin van het Badpaviljoen het in de kop had, dan werd na het slui tingsuur daar de gezelligheid en wat dies méér zij doodgewoon voortgezet in de Muziektent op het terrein. Die was af sluitbaar en je was er vrije vogels onder mekaar! De Heren waren tot grote dingen - ook op transportgebied - in staat als ze het op de heupen hadden - soms werd zelfs de vleugel overgebracht - voor de cultuur heeft een aristo véél over - de op wekkende dranken werden overigens niet vergeten en zo tegen een uur of vier, vijf in den ochtend had men dan wel be hoefte aan een kleine expeditie naar Van Schagen. Ter bijspijkering van het moreel en de rechtstandigheid, leverpastei en sardientjes en paté de foie gras en kaas en ham en andere hartige zaken -dan moest Van Schagen [sr.] uit zijn nest komen en hij deed dat ijverig, want dit betaalde meestal nog contant ook! H etgeen in deze kringen niet zó gebruikelijk was - we hebben één héél gevoelig heer gekend, die zijn rekeningen met gemak een jaar of

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1987 | | pagina 6