DE FAMILIE KELDERMANS M. P. de Bruin i Wat zou de vroegere redacteur en archi tect ir. Piet 't Hooft verheugd zijn ge weest over de tentoonstelling „Kelder mans, een architectonisch netwerk in de Nederlanden" die in het Markiezenhof te Bergen op Zoom tot 7 september wordt gehouden! Het was ooit zijn bedoeling een speurtocht te houden langs al de werken die de verschillende geslachten Keldermans in hun actieve leven hadden gebouwd respectievelijk verfraaid en vaak ook van oxalen, sacramentshuizen en altaren voorzien. Met hem hebben wij er over gefilosofeerd hoe een dergelijke „bedevaart" het beste verwezenlijkt zou kunnen worden. In het herdenkings nummervan Piet 't Hooft in dit tijdschrift (jaargang 1978, nr. 2) heeft Peter Don een artikel over het Middelburgse stad huis en de Keldermansen geschreven. Op de tentoonstelling in het Markiezen hof wordt voor een Keldermansroute aan belangstellenden belangrijk mate riaal aangereikt daarbij gesteund door een boek dat ter gelegenheid van de ten toonstelling onder dezelfde titel is uitge geven. Van de zeer deskundige mede werkers noemen wij o.a. H. Janse en R. Meischke. De eindredactie berustte bij J. H. van Mosselveld, directeur van het Museum Markiezenhof*). In het genoemde werk schrijft Meischke over Reizende bouwmeesters en Bra bantse handelsgotiek. De bijdrage is in vieren verdeeld: bouwloodsen en aan nemingsbedrijven, de positie van de bouwmeesters, de ontwikkeling van de steenhouwerswerkplaatsen in de vijf tiende eeuw en de plaats van de familie Keldermans in het bouwvak. Meischke begint met de constatering dat niet in de eerste plaats de artistieke prestaties van het in Brabant werkzame steenhouwers geslacht Van Mansdale, alias Kelder mans, zo opmerkelijk zijn, maar het feit dat wij de lotgevallen van de familie over bijna twee eeuwen kunnen volgen. „In het werk van de leden van deze familie komen alle facetten van het steenhou wersambacht, van bouwmeester tot dagloner, van steenhandelaar tot raads man en van beeldhouwer tot sloper aan de orde. Van geen ander steenhouwers- Keldermans, Een architectonisch netwerk in de Nederlanden. Redactie: H. Janse, prof. dr. ir. R. Meischke, J. H. van Mosselveld, prof. dr. F. van Ty- ghem. Eindredactie: J. H. van Mosselveld. 's-Gra- venhage/Bergen op Zoom, 1 987. Prijs f 39,50. geslacht uit de Nederlanden is een zo lange en uitgebreide werkkring be kend". In onze provincie hebben wij in de laat ste tijd kunnen merken welke belangrij ke plaats de architect in het geheel van het bouwen inneemt, in negatieve zowel als in positieve zin. Bij belangrijke bouw projecten zijn het vaak architecten die de kunstgeschiedenis ingaan. In de mid deleeuwen is de positie van de bouw meester een geheel andere. In de over eenkomst of het bestek wordt vrijwel nooit vermeld wie het ontwerp heeft ge leverd. De kosten hiervan zaten in hetto- taal van de afgesproken prijs begrepen. Bij de Keldermansen komen we een voorbeeld tegen dat het patroon of be- worp: de architectonische ontwerpteke ning, wordt beschermd. In het contract waarbij Domien de Waghemakere en Rombout II Keldermans in 1 51 8 worden aangesteld tot meesters van de werken van het stadhuis te Gent, wordt vermeld dat zij een patroon voor het werk moeten De Choertoren van het stadhuis te Middelburg dat in 1521 door Rombout II Keldermans voltooid werd.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1987 | | pagina 23