was zoutelande een stad? 151 planmatige in de plattegrond van Zoute lande misschien deels van recente da tum zou kunnen zijn. Dit is niet het geval, daar we dezelfde plattegrond zien op de nauwkeurige Hattinga-kaart van Wal cheren van 1 749/50. Als 200 jaar eer der Van den Wijngaerde ten behoeve van zijn panorama het gezicht op Zoute lande vastlegt zit hij gezien de afbeel ding van de georiënteerde kerk ten zuid oosten van de bebouwde kom. De hui zenmassa vóór de kerk moet dan het ge bied van Smids- en Timmermansstraat zijn, die dan ook wel van vóór de 16e eeuw dateren. De Smidsstraat zet zich voort in de Molenweg, de enige weg die vanuit het dorp naar het binnenland leidt in de weide ruimte tussen de weg naar Westkapelle en die naar Biggekerke. Deze Molenweg zal mijns inziens heb ben behoord tot het oude wegennet dat zich vroeg in de Middeleeuwen ging vor men zodra de mens het Walcherse bin nenland kwam bevolken, en ging lopen en rijden waar dat het meest geschikt was. Bij het opzetten van een stratenras- terpatroon kan dus o.a. van deze weg zijn uitgegaan, en het lijkt niet te ge waagd te veronderstellen dat dan wes telijker de weg naar Westkapelle even eens als basis van het stratenraster heeft gediend. Het noordelijk einde van de Timmer mansstraat knikt met een haakse hoek linksom naar de Molenweg, wat kan zijn bedoeld als aanzet voor nóg een oost- weststraat evenwijdig aan Noordstraat en Langestraat, temeer omdat de af stand van die omknikking tot de Noord straat gelijk is aan die van Noord-naar Langestraat! Er zijn nóg 2 straat-aanzet ten te zien die eveneens het begin had den kunnen wezen van een verdere uit breiding van het stratenraster. Ik bedoel het doodlopende eind van de Noord straat te oosten van de Timmermans straat, en het baantje vanaf de Noord straat noordwaarts, precies in het ver lengde van de westkant van het „kerk plein". Wellicht verwachtte men een voortgezette groei en bloei van de plaats, en ik vraag me af of hetzelfde op timisme niet valt af te lezen uit de plaats van de kerk, niet centraal in de bebouw de kom maar aan de noordrand. Deze plek was nog excentrischer dan ze in het Zoutelande van kort geleden leek, om dat het zuidelijk deel van de plaatsonder duin en strand is verdwenen, en men kan gedacht hebben dat door uitbreiding van de bebouwing de kerk op den duur in het midden zou hebben gestaan. Ook andere gestichte steden hadden een kerk-aan-de-rand. Ik denk bijvoorbeeld aan Brouwerhaven en Elburg, en aan Damme waar men geheel buiten de plaats zelfs een tweede parochiekerk bouwde. De snelle verzanding van het Zwin had echter tot gevolg dat de stad nooit meer tot aan die tweede kerk is uit gegroeid (Termote, p. 107 e.v.). IV. Besluit Na alle uitweidingen wordt het nu tijd voor de titel-vraag, namelijk of er iets kan worden geconcludeerd met betrek king tot een stad Zoutelande. We moe ten ons dan eerst afvragen welke bete kenis we aan het woord „stad" toeken nen. Uit het Etymologisch woordenboek van de Vries7) blijkt dat het woord be stond lang voordat er van stadsrecht sprake was. Het vindt zijn oorsprong in het werkwoord „staan", en het woor denboek zegt dan: „Uit de betekenis „het staan, plaats waar men staat" ontwikkelde zich in de Middeleeuwen die van „stad", evenals oudnoors „stadir" gebruikt werd voor „bebouwd stuk land"." Gezien de vermelding van Wester- schouwen in mijn citaten uit de 15e eeuw is het denkbaar dat men Zoutelan de toen uitsluitend als stad zag in de be tekenis van (de woordenkeus is van mij) een woonkern met een compacte be bouwing en een in belangrijke mate niet- agrarische, namelijk op vrachtvaart en visserij berustende economie, anders gezegd als een stad in ruimtelijke en economische zin. Daar staat tegenover dat de (aangevulde) keur van 1 256/58 mét de 4 wél bekende steden-in-juridi- sche-zin Zoutelande van zijn werkings sfeer uitsluit, met andere woorden om dat het een door de Zeeuwse keur uit drukkelijk genoemde keur bezat, en dus stad in de later ontstane juridische zin van het woord moest zijn. Jobse (handschrift, ongenummerd blad na p.4) vermeldt dat in 1438 de Engel sen Zoutelande aanvielen en beschadig den. de poorters - zoals de inwo ners in dit geval genoemd worden - moesten de schade aan Middelburg op geven". Nu is „poorters" de typische middeleeuwse aanduiding van stadbe woners. Helaas heeft Jobse hier zijn bronvermelding in de bijbehorende noot 4 niet ingevuld. Combinatie van een en ander lijkt de ge volgtrekking te rechtvaardigen dat Zou telande in de Middeleeuwen in elk geval „een soort stad" moet zijn geweest. Maar waarom zijn daaromtrent overi gens geen schriftelijke bronnen te vin den en is er blijkbaar zelfs geen overle vering die er iets van vermeldt? Reeds de door Anna van Bourgondië als am- bachtsvrouwe van Zoutelande uitge vaardigde ambachtskeur van 1499 (fei telijk een soort van algemene politieve rordening) zegt in de considerans: tot nutscap van onsen dorpe ende heer- licheit van Zoutelande voerscre- venen dit is wel opmerkelijk, nog maar een halve eeuw nadat grafelijke administratie en stadsbestuur van Mid delburg Zoutelande een stad noemden. Ook in het archief van de graven van Holland ontbreekt een stadskeur van Zoutelande, en dit ondanks het feit dat de grafelijke kanselarij al in de 14e eeuw getracht heeft alle stadsrechten te ver zamelen8). Omdat de keur van 1256/58 in 1328 werd aangevuld met 2 keuren voor Beooster respektievelijk Bewester Schelde neemt Fruin II (Keuren, p. IV) aan dat er van dan af geen nieuw gevon den rechtsregels meer achter de oor spronkelijke keur werden geregistreerd. Anders gezegd: op een niet te bepalen tijdstip tussen 1258 en 1328 moet de Zeeuwse vierschaar de juridische zelf standigheid van een „stad" Zoutelande hebben geconstateerd, zonder dat daar uit blijkt hoe lang die zelfstandigheid toen al bestond. Gezien het ontbreken van Zoutelande in de aanhef van de keur van 1 290 ligt genoemd tijdstip mogelijk na dat jaar. De Zeeuwse vrachtvaart kwam in de 14e eeuw tot grote bloei, en werd pas in de 1 5e eeuw door die van Holland voorbij gestreefd (Asaert p. 1 32). Daar Westka pelle en Domburg al in 1 223 stadsrech ten kregen is het denkbaar dat de Wal cherse vrachtvaart al in de 1 3e eeuw van belang is geweest. Dit is ten minste niet strijdig met kerkstichting in Zoutelande omstreeks 1275, waarvoor toch een ze-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1987 | | pagina 33