WEEKDIEREN
was zoutelande een stad?
gerechte, uuytgesteken Middelburch,
Ziericxee, Dombourch, Westcappelen
ende besouten lande in andere poincten
ende articlen, dair dese kuere geene
mencie af en maect, ende behouden den
heerscepen ende edele mannen van den
lande huere rechten ende previlegiën,
hemlieden binnen huerlieder heerlicheit
toebehoirende, ende die bliven onver-
mindert.
Noten:
De Encyclopedie van Zeeland zegt abusievelijk:
ten noordwesten.
2) Onze Encyclopedie vermeldt hierover bij „Wie
lingenkwestie" dat de souvereiniteit van Neder
land in de landsheerlijke tijd strekte tot de „uiter
ste palen van Vlaanderen", en dat Vlaanderen
niet verder strekte dan dat de graaf van Vlaande
ren wadende in het water met zijn zwaard kon
bestrijken. Verder had de landsheer vanouds
recht op in openbaar water opkomende opwas
sen, zodat het begrijpelijk is dat de graaf van Hol
land aanvankelijk Koezand als zijn eigendom be
schouwde.
3) a. Rijmkroniek Melis Stoke bij het jaar 1 294 (p.
252) in verschillende versies „tote/7 Zoute
lande" en „te/7 Zoutelande".
b. Tack, 1934, p. 97, omstreeks 1315:
„Heere Hendrik van den Soutenlande";
„Heer Hendrick van den Zoutelande";
„Heere Hendrickx kinderen van den Zoute-
landen".
c. Kort, archief heren van Voorne, p. 67:
1 364: oorkonde belening in „Domborcham-
bacht" aan „Simon Willems Sone van den
Zoutenlande".
4) Ik trof deze plattegrond aan bij het manuscript
Jobse. Ze is nagetekend van de kadastrale kaart
en dateert van een onbekend tijdstip vóór 1 940;
de juistheid van de plattegrond kon ik verifiëren
aan de hand van recenter kaartmateriaal ter ge
meentesecretarie van Valkenisse. Overigens is
de huidige plattegrond van Zoutelande door
dorpsuitbreiding en verzwaring van de zeewe
ring héél anders dan het afgebeelde kaartje.
5) Chavannes Mazèl c.s. zeggen dat in de 14e eeuw
een nieuw schip werd gebouwd, en dat aan de
oostmuur van de toren te zien is dat deze toen
moest worden veranderd (p. 116), met andere
woorden de toren moet in of vóór de 14e eeuw
zijn gebouwd. Janse (architect Rijksdienst voor
Monumentenzorg) heeft het over fragmenten
van laat-1 3e eeuwse baksteengothiek aan de to
rens van Ritthem en Zoutelande (p. 22).
6) De Encyclopedie van Zeeland noemt Van den
Wijngaerde's panorama's uiterst nauwkeurig en
betrouwbaar, en zegt van het panorama van
Walcheren dat steden, dorpen, landschap, kust
en schepen op zee er met de grootste nauwkeu
righeid op zijn aangegeven.
7) Ook andere woordenboeken geven een soortge
lijke uitleg.
8) Kort, archief graven van Holland, inv.nr. 652.
9) Smit geeft al vanaf begin 14e eeuw diverse ver
meldingen in Engelse archieven van vrachtvaar
ders uit Zoutelande in Great Yarmouth en New
castle, namelijk voor de jaren 1302, 1311,
1344/45, 1380/81 (steenkool) en 1408/09
(uien en knoflook).
Geraadpleegd:
G. Asaert - „Scheepvaart en visserij", p. 1 28 e.v. in
Algemene Geschiedenis der Nederlanden, 2e
editie, deel 4, 1 980.
K. Baart - Westkapelle, hare bevolking, Westkapel-
sche dijk, 1 889.
C. Chavannes Mazèl, I. Diakonoff, K. Heyning en C.
van Tuyl van Serooskerken - Langs de oude
Zeeuwse kerken, 1975.
C. Dekker - Zuid-Beveland, 1971.
Van Empel en Pieters - Zeeland door de eeuwen
heen, 1935/59.
Encyclopedie van Zeeland.
R. J. Fruin („Fruin I") - Over eenige oude rechtster
men en andere Middelnederlandsche woorden,
1888.
R. FruinTh. Azn. („Fruin II") - De keuren vanZeeland,
1920;
- De Provincie Zeeland en hare rechtelijke inde
ling vóór 1 795, 1 933.
Gittenberger en Weiss - Zeeland in oude kaarten,
1983.
I. H. Gosses - De rechterlijke organisatie vanZeeland
in de middeleeuwen, 1917.
M. K. E. Gottschalk - Historische geografie van Wes-
telijkZeeuws-Vlaanderen, deel l,Tot deSt.Elisa-
bethsvloed van 1404, 1955.
Heemkundige Kring Walcheren - De veldnamen van
Zoutelande en Biggekerke, 1984.
C. Hoek - „De heren van Voorne en hun heerlijkheid",
in: vereniging van amateurarcheologen voor
Goeree-Overflakkee „De Motte": „Van West-
voorne tot St. Adolfsland", 1979.
H. Janse - Kerken en torens van Zeeland, 1 969.
A. Jobse - De geschiedenis van Zoutelande, manus
cript Zeeuwse Bibliotheek, ca. 1940.
J. C. Kort - Het archief van de heren van Voorne,
burggraven vanZeeland, 1272-1371, 1972;
- Het archief van de graven van Holland 889-
1581, 1981.
J. A. Kossmann-Puto - „Bestuur en rechtspraak tus
sen Eems en Schelde ca. 1100-1400", p. 49,
hfdst. „Kleine dynasten", in Algemene Geschie
denis der Nederlanden, 2e editie, deel 3, 1982.
J. G. Kruisheer - De oorkonden en de kanselarij van
de graven van Holland tot 1 299, 1 971
W. H. Lenselink - „Het burggraafschap van Zeeland
tot 1 328", in: W. H. Lenselink en A. D. A. Monna:
„Studies over het Zeeuwse en het Leidse burg
graafschap", 1976.
H. A. Poelman - Bronnen tot de geschiedenis van den
Oostzeehandel, 1 e deel, 1222-1499, 1917.
J.J.Raue-De stad Delft: vorming en ruimtelijke ont
wikkeling in de late Middeleeuwen, 1982.
H. C. E. M. Rottier - „Nieuwe steden in de middeleeu
wen" in Spiegel Historiael 1980.
Idem en H. Arnoldus - De Vlaamse kustvlakte van
Calais tot Saeftinge, 1 984.
H. J. Smit - Bronnen tot de geschiedenis van den
handel met Engeland, Schotland en Ierland
1 150-1585, 1928/50.
Melis Stoke - Rijmkroniek (omstreeks 1 305), uitga
ve 1885.
G. Taal - Het graafschap Zeeland en zijn verhouding
tot Holland in de landsheerlijke tijd, Archief
Z.G.W. 1965.
P. L. Tack - „Walchersche plaatsnamen", in Nomina
Geographica Neerlandica, delen 8 (1932), 9
(1934) en 10 (1936).
J. Termote - „Het ontstaan en de stadsontwikkeling
van Damme" in: „2000 jaar Zwinstreek", 1 985.
W. S. Unger - De ambachskeur van Zoutelande,
1917.
- Keuren en ordonnantiën van Westkapelle,
1921;
- Rechtsbronnen van Domburg, 1928.
Jan de Vries - Nederlands Etymologisch Woorden
boek, 1971.
Belgisch-Nederlandse studiedag
„Weekdieren"
Voor veel Nederlandse en Belgische on
derzoekers van weekdieren en hun
schelpen vormt de provincie Zeeland
een dankbare werkomgeving. Enerzijds
biedt Zeeland een geschikt leefmilieu
voor veel recente weekdieren (te denken
valt aan bijv. de oester- en mosselcul
tuur), anderzijds isZeeland een bekende
vindplaats van fossiele schelpen (bijv. de
stranden van Cadzand en Westkapelle-
Domburg).
Bij de studie van weekdieren (recent en
fossiel) spelen de Nederlandse Malaco-
logische Vereniging en de Belgische
Vereniging voor Conchyliologie een
coördinerende en stimulerende rol. De
Werkgroep Geologie van het Koninklijk
Zeeuwsch Genootschap der Weten
schappen bindt regionaal een aantal
enthousiaste onderzoekers, waaronder
velen die zich specialiseerden in de
Zeeuwse fossiele schelpen.
Op 1 7 oktober a.s. zal in de Zeeuwse Bi
bliotheek een studiedag „Weekdieren"
worden gehouden. Gastheer zal zijn het
Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der
Wetenschappen. De bijeenkomst wordt
georganiseerd door de Nederlandse Ma-
lacologische Vereniging, de Belgische
Vereniging voor Conchyliologie en de
Werkgroep Geologie van het Genoot
schap.
Het programma voor deze dag is zeer
gevarieerd. De heren R. G. Moolenbeek
(NMV) en T. E. J. Ripken (NMV, onder
voorbehoud) zullen respectievelijk spre
ken over de mariene weekdieren en de
landslakken van de Madeira Archipel.
De heer H. L. Strack (NMV, onder voor
behoud) zal zijn ervaringen weergeven
van de Canarische Eilanden en de heer
A. Delsaerdt (BVC) de zijne van de Salo
mon Eilanden. De heer F. A. D. van Nieu-
lande (WG) hoopt de fossiele fauna van
Cadzand te bespreken.
Devergadering begintom 1 0.00 uur. De
deelname is gratis. Voor reservering van
een lunch (uiterlijk 3 oktober) of voor na
dere inlichtingen wende men zich tot de
heer D. F. Hoeksema, Herberdsland 1 3,
4337 CL Middelburg, tel. 01180-
16532.