grenzen en hun lieftalligheden
122
Mijn grootvader negeerde de grens tus
sen het toelaatbare en het ontoelaatba
re. Het leven was voor hem één feest en
hij duldde geen grenzen aan die kermis.
Daarom week mijn grootmoeder met het
hele gezin naar Vlaanderen, naar België
uit. Daar, hoopte mijn grootmoeder, zou
grootvader gesticht door het heersende
fatsoen in een klein Vlaams dorp, een
minder avontuurlijk leven leiden. Hij zou
begrensd worden door de schaduw van
de kerktoren. De verlokkingen van de
stad zouden hem niet langer tegenla
chen en bedreigen. Hij zou weer een
voorbeeldige burger worden, iemand
waarvan de middelmaat bovenmatig
houdt.
Zo werd mijn grootvader paardenkoop
man en boer. Mijn grootmoeder leefde
onopvallend, maar ziek van de heimwee
naast hem, temidden van een bevolking
waarvan ze de taal niet sprak en ook
nooit heeft geleerd. Dat hoefde eigenlijk
ook niet, want ze leefde erg teruggetrok
ken en stierf toen ze nauwelijks zestig
was. Ik bezit van haar een foto waarop ze
mij vermoeid op de schoot houdt. Op dat
moment was ik enkele maanden oud,
nog groen voor het leven. Zij was rijp
voor de overkant en stierf inderdaad in
een vreemd land, in België, het land van
mijn grootvader.
Na de dood van mijn grootmoeder ver
viel mijn grootvader in zijn oude ge
woonten en niet lang daarna is hij haar
achterna gereisd, naar het land dat we
niet kennen, maar waarvan we denken
dat het zonder grenzen zal zijn. En waar
om eigenlijk? Waarom mag het meest
ideale land geen grenzen hebben? Gren
zen zijn lang niet altijd begrenzend. Zij
bieden in tijden van tirannie uitwijkmo
gelijkheden. Zij bieden kansen aan nieu-
wezingeving en heelvaakaan een nieuw
leven.
Mijn vader was bijna eenentwintig jaar
toen hij voor de „Consul de France" in
Kortrijk afstand deed van zijn nationali
teit en Belg werd. Een échte Belg, voor
wie dat nog eens gaarne hoort: voor de
ene helft Vlaams en voor de andere helft
Frans. Middendoor mijn vader liep een
grens, die met de jaren vervaagde, maar
nooit helemaal verdween. Dat was hem
aan te zien.
Toen hij verleden jaar stierf, heb ik van
mijn moeder het vergeelde, in zwierig
Frans gestelde dokument van het „Con-
sulat de France Courtrai" gekregen, of
liever ik heb het haar gevraagd om te
voorkomen dat het in de opruimrage
voorgoed zou verdwijnen.
Grenzen worden o zo gaarne uitgewist,
zo gaarne onbestaand gemaakt om te
doen vergeten dat wat nu één schijnt,
het vroeger niet was. De grens als wer
kelijkheid, wordt het liefst als schijn op
gevoerd. Heel zeldzaam zijn de mensen
die het niet kan schelen dat ze niet uit
één stuk zijn gesneden, niet helemaal uit
dezelfde houtsoort zijn gemaakt.
Het is inspirerend op een grenste mogen
leven en zich daar iedere dag opnieuw
bewust van te kunnen zijn. We praten
onszelf te pas en te onpas begrenzing
aan om niet toe te moeten komen aan
het uitspreken van de diepste ervaringen
die ons beroeren. De schijn van onbe
grensdheid die wij onszelf en anderen
meestal voorhouden, is in wezen vaak
niets meer dan een uiting van angstvoor
het pluralisme, voor de echte verschil
len.
Verscheidenheid houdt grenzen in, be
tekent het vaststellen en erkennen van
verschillen. En verschillen zijn hoogst
eerbiedwaardig. Ze zijn een waarde op
zich, want ze verwijzen naar persoonlijk
heid en naar authenticiteit. Ze zijn welis
waar heel subjectief, maar daardoor
juist zo menselijk. Ze zijn interpreteer
baar en daardoor oneindig variabel.
Ze zijn onweerstaanbaar!
Het pluralisme is de ware dynamiek van
de verschillen. Het pluralisme is een re
medie tegen nivellering en geestelijke
verpaupering.
Betekenen zoveel lieftalligheden over
grenzen dan dat het relativeren ervan
geen belangrijke bezigheid zou kunnen
zijn? Niets is minder waar!
Grenzen zijn altijd onnatuurlijk, in die zin
dat ze onze blik eindig dreigen te maken,
daar waar wij door onrust en nieuwsgie
righeid gedreven, altijd geneigd zouden
moeten zijn om grenzen te verleggen,
om onze beperktheid te overstijgen in
een rusteloze zoektocht naar kennis, in
zicht en waarheid.
De betekenis van iedere grensover
schrijdende activiteit is tweevoudig:
enerzijds moet de grens die de oude een
heid heeft verstoord, voortdurend wor
den gerelativeerd en tot zijn ware, vaak
onbenullige proporties worden terugge
bracht; hij moet onder druk worden ge
zet en niet als alleenzaligmakend wor
den erkend; hij moet initiatieven uitlok
ken, de ontgrenzing in de hand werken
en anderzijds moeten de bestaande of
gegroeide verschillen worden gerespec
teerd, omdat ze kleur en klank geven aan
ieders persoonlijkheid en ook een ant
woord zijn op het toenemende anti-hu-
manisme van deze tijd dat de mens wil
reduceren tot een uitneembaar, ver
vangbaar en vooral manipuleerbaar
ding.
De zingeving van grenzen is nagenoeg
onuitputtelijk en de lieftalligheden ervan
zijn legio. In dit tijdperk waarin de schijn
hoog staat aangeschreven en waar het
moed vraagt om aan wat dan ook nog
enige zin te durven geven, is het niet
zonder betekenis dat mensen samenko
men rond grenzen, dat ze spreken, met
bijna kinderlijke verrukking, over hun
gemeenschappelijkheid en tevens ver
vuld zijn van verwondering en respect
voor de regenboog der verscheidenheid.
Denkend aan het verhaal dat ik vandaag
voor uw feestvierende vereniging mag
houden, heb ik, zoals u hebt gemerkt, de
voorkeur gegeven aan veel „couleur lo
cale", zonder vergezichten te negeren.
Als inwoner van het voor Nederlanders
altijd exotisch gebleven doorgangsland
dat België heet, en heel speciaal als man
van het grensland tussen Frankrijk en
Vlaanderen, tussen de frankofonie en de
neerlandofonie, wil ik besluiten met een
citaat van de voortreffelijke Nederland
se criticus Carel Peeters.
Ik wil u een zin van hem meegeven als
leidraad. Hij is niet loodzwaar, niet
rechtlijnig zoals men zou kunnen vrezen
van een in ons zuiders vooroordeel altijd
strenge noorderling. Het is een citaat dat
schittert van dubbelzinnigheid en dub
belzinnig schitteren is een eigenschap
die de echte zuiderling bovenmate aan
spreekt. Dit inzicht charmeert mij en ik
hoop dat het u niet onverschillig zal la
ten. Het luidt: „De ware vaderlandsliefde
betekent dat men zijn eigen land nooit
het beste noemt".