regionale geschiedbeoefening in zeeland in de komende tien jaar
176
lei werkeloosheidsprojecten en plannen
moet zoiets toch ook in ons land moge
lijk zijn. Men zou via de universiteiten de
geschikte afgestudeerden wellicht kun
nen benaderen. Diegenen, die aan een
dergelijk project - op basis van vrijwil
ligheid - hun medewerking hebben ver
leend, hebben veelal rijke praktijkerva
ringen opgedaan en een kans gekregen
zich te bewijzen.
Als het de provincie ernst is het onder
zoek van de grond te krijgen, dan denk ik
dat een bedrag van f 20.000,- niet meer
dan een begin mag en kan zijn en dat er
na verloop van tijd aanmerkelijk meer op
tafel zal moeten komen, al is het alleen
maar voor het publiceren van de resulta
ten in de daarvoor meest geschikte
vorm. Daarnaast zal er ook van de kant
der gemeenten een bijdrage verlangd
worden. Verder zullen bedrijven en in
stellingen in de provincie - wanneer
enig resultaat zichtbaar wordt - wellicht
niet achterblijven. Daarom is het van be
lang het aspect van fondsaanwerving
niet uit het oog te verliezen.
5. Besluit
De oprichting van de „Commissie voor
regionale geschiedbeoefening Zeeland"
is een teken van hoop, namelijk de hoop
dat het geschiedkundig onderzoek in
deze provincie nu eens systematisch be
loofd te worden aangepakt. Het élan,
waarmee de commissie van start is ge
gaan, heeft wellicht onbewust en onge
wild de suggesties gewekt, dat er voor
heen weinig onderzoek werd gedaan en
dat de verschillende oud- en heemkun
dige kringen ook niet veel bijzonders de
den. Uiteraard twee verkeerde sugges
ties.
Bij het verder opstarten van het regiona
le onderzoek zal de commissie zich moe
ten buigen over een aantal problemen,
vooropstellend dat het onderzoek we
tenschappelijke relevantie moet heb
ben. Zo zal de leemtenlijst steeds kri
tisch moeten worden aangepast, zal er
een geschikte publicatievorm moeten
worden gevonden, zal er verder inhoud
gegeven moeten worden aan het karak
ter van het regionaal onderzoek en zal
een adequate financiering gevonden
moeten worden.
Het experiment in Drente met een bezol
digd provinciaal historicus is tot nu toe
een succes gebleken, of dat in Zeeland
evenzo met een commissie zal blijken te
zijn, zal de toekomst leren. Ik blijf even
wel hoopvol gestemd en wens alle me
dewerkers van de commissie dan ook
veel inspiratie en succes.
NOTEN:
Provinciale Zeeuwse Courant, d.d. 14 januari
1987. Hierin schildert Jan van Damme de com
missie al op voorhand af als een „papieren tij
ger". Van Damme realiseert zich wellicht niet
dat de resultaten van historisch onderzoek zich
veelal na enkele jaren manifesteren. Aangezien
we hier te maken hebben met aanzetten daar
toe, kan dit nog langer duren.
2). Circulaire Zeeuwse Bibliotheek, d.d. 13 april
1 987, annex Verslag informatieve bijeenkomst.
3). Provinciale Zeeuwse Courant, d.d. 5 juli 1 986.
4). Provinciale Zeeuwse Courant, d.d. 13 juni
1984.
5). Bruin, M. P. de. Waken en bewaren. 100 Jaar
Provinciale Waterstaat Zeeland 1881-1981
(Middelburg. Provincie Zeeland 1981Weiten,
J. B. V., Pioniers aan de Oostersche/de. Catz
1598-1625, (Amsterdam/Dieren 1986).
6). Bruin, M. P. de. Verslag van een voorlopig onder
zoek naar archivalia betreffende het polderwe
zen in Zeeland in Belgische archieven (z. pl.
1 955, gestencild).
7). Redactiecommissie: P. M. Gilhuys (voorzitter,
archivaris), A. M. J. de Kraker (secretaris, histo
ricus) en W. E. M. Bauwens (oud-archivaris, his
toricus). Publicaties: Jaarboek van de Oudheid
kundige Kring De Vier Ambachten ca. 200 a 250
blz.. Bulletin van de Oudheidkundige Kring De
Vier Ambachten, vanaf 1 982-heden.
8). Minnen, C. A. van. De ontwikkeling van het Lager
Onderwijs in Terneuzen in de tweede he/ft van
de negentiende eeuw, jaarboek 1 982-1 983, pp.
97-1 93. Dierick-van Pottelberghe, C., De paro
chiekerk van Hulst in het derde kwart van de vijf
tiende eeuw. Een studie op basis van kerkreke
ningen, jaarboek 1984-1985, pp. 46-132. T.
van der Klooster, Huist onder Franse heerschap
pij. Zegen of onheil? Jaarboek 1 984-1 985, pp.
150-177. e.a.
9). Kraker, A. M. J. de, Nico/aas Bakker, een voor
naam Terneuzenaar en zijn tijd (1793-1868).
Een voornamelijk sociografische studie met als
uitgangspunt zijn dagboek (1800-1846), jaar
boek 1984-1985, pp. 177-262. Weemaes, F.
D. MDe graven en grafstenen in de Sint Willi-
brordkerk te Hulst, jaarboek 1982-1983, pp.
21-73. Verder verwijs ik naarde diverse kleine
re bijdragen in de verschillende jaargangen van
het Bulletin van de hand van Sponselee, Maas-
sen. Stockman, Bauwens, Gremmen e.a.
10). Bauwens, W. E. M., Catalogusvan de bibliotheek
van de Oudheidkundige Kring De Vier Ambach
ten (Hulst, 1984), 87 pp.
Het Rijksarchief in de Provinciën. Overzicht van
de Fondsen en Verzamelingen. I. De Vlaamse
provinciën. (Brussel 1975).
,2). Op het jubileumcongres „Balans en Perspec
tief" van de Rijksuniversiteit Utrecht, gehouden
op 22, 23 en 24 mei 1 986, werd „lokale en re
gionale geschiedenis" als een van de vele the
ma's aan de orde gesteld. Daarbij werd een uit
gebreid exposé gegeven van het onderzoek te
Drente en een aparte lezing door dhr. G. M. T.
Trienekens van de RU. van Utrecht over de rich
ting die het lokaal en regionaal onderzoek dient
in te slaan. Publicatie van papers en lezingen
laat tot op heden nog op zich wachten. Vgl. Pier
re Goubert, Local History, in: P. A. M., Geurts en
F. A. M. Messing, Theoretische en methodologi
sche aspecten van de economische en sociale ge
schiedenis II, (Den Haag 1979), pp. 62-75.
,3). Goubert, a.w. Hij maakt een onderscheid tussen
de „algemene" en de „lokale" geschiedenis. On
der laatstgenoemde vallen vnl. de sociale- en de
economische geschiedenis, onder eerstge
noemde vnl. de politieke-, militaire-, religieuze
geschiedenis. De vele momenteel in Frankrijk
lopende regionale onderzoeken zullen een be
langrijke bijdrage vormen tot het aanvullen en/
of bijstellen van het algemene beeld.
I4). Dijk, J. J. C. van, R. L. Koops en H. Uil, De Archie
ven van Zeeland. (Alphen aan den Rijn 1979)
vgl. hiervoor noot 11
,5). Elke groep specialisten houdt de laatste decen
nia zo zijn eigen congressen, waarop referaten
gehouden worden, die later in congresbundels
verschijnen. Vele professoren die afscheid ne
men, biedt men een feestbundel aan. Daarnaast
is er een scala van specialistische tijdschriften
gekomen, waarvan het eind nog lang niet in
zicht is. Vgl. de discussies in: Balansen Perspec
tief op cit.: vgl. line lecon d'histoire de Fernand
Braudel, Chateauvallon. Journées Fernand
Braudel, 18, 19 et 20 octobre 1985 (Paris
1 986) p. 1 62: „Ma conception de l'histoire, celle
que j'applique a la France, c'est ia conception
d'une histoire globale, c'est-a-dire une histoire
gonf/ée par toutes les sciences de i'homme. 1/ ne
s'agitpas seulement d'en choisir une et de se ma-
rier avec e/le, mais de vivre en concubinage avec
toutes les sciences de I'homme". Ik denk dat
Braudel een uitzondering is.
I6). Barbara Tuchman, diverse publicaties en Um-
berto Eco, The name of the rose (Picador ed.
London 1 984). Het doen herleven van het verle
den (évoquer Ie passé) is de belangrijkste ver
dienste van deze publicaties. Vgl. het werk van
filmregisseur Jos Stelling en dat van de roman
schrijfster Hella Haasse, die op hun manier het
verleden evoqueren.
,7). Ryckaert, M., Bibliografie van de Geschiedenis
van Gent, 1969-1973, in: Handelingen der
Maatschappij voor Geschiedenis en Oudheid
kunde te Gent, Nieuwe Reeks, deel XXVII
(1 973), pp. 253-265. Zie hiervan ook de vol
gende jaargangen, waarin een jaaroverzicht
wordt gegeven. Vgl. identiek overzicht van N.
Maddens in De Leiegouw, van De Leiegouw,
Vereniging vor Geschied-, Taal- en Volkskundig
Onderzoek in het Kortrijkse vanaf 1959, hiervan
de jaargangen uit de jaren zeventig en tachtig.
,0). Provinciale Zeeuwse Courant, d.d. 8 augustus
1 987, waarin Jan de Putter ten strijde trekt te
gen de zgn. „Zeeuwse mythe" in: Zeeland tegen
de grote rest? Een vervalst beeld van de Zeeuwse
geschiedenis. Regionaal onderzoek zal dus ook
onmythologiserend werken. Tegelijkertijd is er
echter een nieuwe mythe bij: DE Zeeuwse ge
schiedenis, welke wordt bedoeld? Vgl. de dis
cussie hierover in de PZC, d.d. 18, 19, 27 juni.
19). De zgn. Cambridge Group, waarvan de publica
ties van R. S. Shofield en E. A. Wrigley de meest
vooraanstaande zijn. The population History of
England 1541-1871. A Reconstruction, (Lon
don 1981). Vgl. het overzichtswerk in ruimere
zin van: C. G. A. Clay, Economic expansion and
social change: England 1500-1700, People,
land and towns, (Cambridge UP. 1984). Vgl.
ook: Pierre Chaunu, Histoire et prospective.
L'exemp/e démographique, in: Revue Histori-
que, (97e), CCL (1973), pp. 131-149.
20). Vereist, D., Politieke en instutione/e geschiede
nis, in de reeks: Geschiedenis van volk en Land
van Beveren, o.l.v. Gustaaf Asaert, (Beveren
1 984), over het BTK-project, pp. 7-1 3.