het behoud van de oude toren van kortgene tussen 1532 en 1684
179
clinckaert het duijsent vande coop
vijffthien schellingen facit
xvi p ii sch vi gr
noch van setten gegeven in dijckvan
het duijsent drije groote facit
v sch iiii gr
noch van fracht gegeven ellf stuij-
vers facijt van een duijsent
xxxviiii sch v gr
noch van vuijt de schuijt te doen van
het duijsent drije stuvers feciit
x sch viiii gr
noch is daer toe gegaen sessen der-
tich tonnen en een halve tras den
acht schell in thien grooten facijt
xvi p vi sch v gr
noch vant meeten een halve stuver
ende van inde schuijte te dragen ee-
nen stuver de tonne facijt
ix sch ii gr
noch van schuijtfracht twee groote
in een halve de tonne facijt
vii sch vii gr
noch is daertoe gegaen vijff hoet kal -
lick het hoet met den oncost vijff-
thijen schel facijt
iii p xv sch
noch van fracht gegeve van het hoet
twee schelling in acht groote facijt
xiii sch iiii gr
noch van over dragen vier stuvers
van het hoet facijt
iii sch iiii gr
noch ses delen van thijen stuvers in
een halve het stuck facijt om onder
aent weisant een kiste te maken en-
de het oude fondament te vinden
x sch vi gr
noch gegeven aen Jasper de Jongen
schipper als van dat hij met de
schuijt gedient heeft op de wercken
de somme van vijff weken drije da
gen tot negen gulden ter weke ende
vijff weke ende.tgelach
vii p xi sch viii gr
noch gehadt van oole vrijese twee
hallijf vaten cleijn bier en een kruijc-
ken Faroo facijt
x sch x gr
noch gegeven aen Coen van zijnen
haeck ofte schuijte facijt te gebruijc-
ken om vuijt te metselen
xxii sch
noch gegeven van haeck te tumme-
ren ter reede dat zij onstucken ge-
stooten was inden groot
viii sch
noch hebbe ick Anthonis Joosse ver
dient aen dit voors werck te maken
de somme van midts veel storm ende
onweder
Is met hem geaccordeert den arbeijt
met zijne hulpe te somme
xii p xv sch vlms
noch vant water vuijt te hosen om
twerck drooch te maken facit
x sch
Somme tsamen
Lxiii p xvi sch x gr vlms
Aldus affgereeckent ende geaccor
deert met Anthonis Joosz metser op
Colijnsplate, die verclaerde de mate
rialen in manieren als boven gecost
ende gelevert te zijne/bijden den
Rentmr Pieter vuijt Mattemburch. In
presentie van Schoutet ende Sche
penen op Colijnsplate, desen 22 e
September 1610
H Kerckman, In absentije in Secreta-
rije
IckAnthonis Joossvan Buers beken-
ne bij desen dat den Rentmr. Pr van
Mattemburch alle de voors partijen
tsamen ter sommen van drijenses-
tich ponden zesthien schell x
grn.vlms aen mijne handen betaelt
heeft in diversche reijsen ende huij-
den de volle betalinge/
Actum op Colijnsplate den 23 en
Septembr. 1610
Heeft noch betaelt twee Kgulden die
int eerste opt visiteren vanden tho-
ren verteert waren/
Anthonis Joosz vander Buers
Tijdens de werkzaamheden veel storm
en onweer. De „haeck" of de schuit, die
ze van Coen hadden gehuurd in stukken
gestoten („onstucken gestooten") tegen
de toren en de bekisting eromheen. Bin
nen die bekisting met z'n drieën spitten
en graven om in het welzand te zoeken
naar het fundament van de toren om van
daaruit naar boven, nieuwe muren te
kunnen opmetselen. Jasper de Jonge,
de schuitvoerder, die de materialen van
uit Colijnsplaat aan- en afvoerde.
Drie harden.
Drie harden, die hun dorst niet alleen
aan klein bier laafden, maar ook een
kruik Farao nodig hadden. Het bier dat
„de hoofden deed omkeren".
En het was schout Kerckman, die - af
komstig uit Nijmegen - in dat modderi
ge Noord-Beveland terecht gekomen,
die eerste rekening met Anthonis Joosz
vereffende.
De toren van Kortgene moest behouden
blijven. Het was al die jaren van over
stroming een baken in zee geweest en
bovendien zijn er in de rentmeesterboe-
ken al tekenen te vinden dat de schorren
tussen de zuidelijke zeedijk van de Oud-
Noord-Bevelandpolder en die toren zo
hoog opgroesden dat Philips Willem van
bedijken en de oude smalstad Kortgene
weer op te bouwen.
De redding van de toren van Kortgene
vond in het jaar 1610 nog net op tijd
plaats door de Colijnsplaatse magistra
tuur en de Colijnsplaatse metselaars.
En zo is dat.
Kortgene mag Colijnsplaat wel heel
dankbaar zijn.
ARA, Kaart no. 2805.
2) Van Grijpskerke, Jacob, 'T Graafschap van Zee
land ofte Corte representatie van de regeringe
van Zeeland onder haare graven, tot den jaare
1 579 etc. Altorffer, Middelburg, 1 882, p. 31 4.
3) De Bruin, M. P. en Wilderom, M. H.: Tussen af-
sluitdammen en Deltadijken, deel I Noord Beve
land, Meppel, 1961, p. 50.
4) Weiten, J. B. V.: Eduwaert Adriaensz Booms
1 599-1 625, II, Zeeuws Tijdschrift 1 986, 3, p.
88-92.
5) ARA., Nass. Dom. Coll. Hingman, Inv. no. 9608,
losse rekeningen.