f 7 153 1 3? Kt3? V V archeologische kroniek van zeeland over 1 986 189 Afb. 1 8 Situering van de drie opgravingsputten op het terrein van het voormalig Badhotel te Domburg. Afb. 19 Opgraving Domburg-Badhotel. Aardewerk uit het 1 2de-eeuwse bewoningsniveau. Afb. 20 Domburg-Bahotel. Dakpanfragment met stempel CGPF. Breedte 7 cm. nieuwe provinciaal archeoloog. De op graving werd bekostigd uit het provin ciale fonds voor archeologisch noodon- derzoek. Hoewel hinder werd ondervonden van zowel het in de ondergrond aanwezige regen- als grondwater kon met name in put 1 de bodemopbouw goed worden bestudeerd. Daarbij is een vergelijking met het in 1955 gepubliceerde profiel van het strand ter hoogte van Westhove zeer instructief17). Onderin het profiel van opgravingsput 1 is duinzand aanwe zig, waarboven zich strandvlakteveen bevindt met zandlenzen. In dit veen be vinden zich bovenin meerdere laagjes grijsblauwe klei die waarschijnlijk door mensenhand zijn opgebracht. Vanaf ca 3 meter N.A.P. begint een cultuurlaag bestaande uit zwart humeus zand door spekt met scherven, mosselschelpen, hutteleem en dierebotten. De laag heeft een dikte van 1 meter. De grote dikte is mogelijk het gevolg van het opstuiven van zand tijdens de bewoning. In de woonlaag werden palen waargenomen waarvan enkele op een rij leken te staan. Een tweetal waterputten toonde aan dat we ons midden in een nederzetting be vinden. De ene waterput was gemaakt van staken (en vlechtwerk?) omhuld met klei. Alleen de vertikale gesneden stok ken konden vanwege het grondwater „machinaal" worden bemonsterd. De zes determinaties luiden als volgt: 2x Quercus (eik); 3 x Fraxinus excelsior (es) en 1 x Alnus sp. (els),8). De put was tot ca 1.5 meter N.A.P. ingegraven en on derin voorzien van een laag strandschel-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1987 | | pagina 37