archeologische kroniek van zeeland over 1986 190 pen. De wand van de tweede waterput was uit plaggen opgebouwd. Uit deze put werd een tuitje van een kan van Pingsdorf-aardewerk en een randfrag- ment van een kogelpot geborgen. Vlak bij de tweede put werd een fragment van een Romeinse dakpan in het veen aan getroffen. Het fragment was voorzien van het stempel CGPF (Classis Germani- cae Piae Fidel is aanhankelijke en trou we vloot van Germanië). Aangezien in profiel 2 klei werd waargenomen die qua hoogteligging overeenkomt met de Duinkerke ll-afzetting van het strand van Westhove, is dit voor profiel 1 ook aannemelijk, hetgeen inhoudt dat het dakpanfragment zich in secundaire po sitie bevindt. Tot nu toe zijn zo'n 1 5 dak panfragmenten met dergelijke CGPF- stempels op het strand van Domburg en Vrouwenpolder verzameld. Het aardewerk uit de cultuurlaag is voor het grootste gedeelte van het Pingsdorf- type (88 van de 1 30 fragmenten, nrs. 1 - 9), daarna volgt kogelpotaardewerk, waaronder ook Paffrath-achtig aarde werk is gerekend (35 fragmenten, nrs. 1 3-1 5). Als laatste volgt het aardewerk van het Andenne-type (7 fragmenten, nrs. 10-1 2). Het aardewerk kan ruwweg in de 1 2e eeuw worden geplaatst. Ana lyse van het aardewerk per 1 0 centime ter leverde geen aanwijzingen op voor chronologische verschillen binnen de cultuurlaag. De determinatie van het botmateriaal leverde het volgende re sultaat op: 121 x rund (35.5%); 34x varken (10.0%); 180x schaap/geit (52.8%); 2 x paard (0.6%); 2x kip (0.6%); 2x gans (0.6%)Het hoge per centage schaap/geit is wederom zeer opmerkelijk (vergl. Domburg-strand). Als resultaat van het proefonderzoek kan worden aangemerkt dat geen direk- te aanknopingspunten voor het bestaan van de eventuele ronde Karolingische burcht zijn gevonden maar dat wel een intensieve bewoning in de 12de eeuw kon worden aangetoond. Kattendijke Op 10 december werd in een perceel di- rekt ten oosten van de huidige uit 1404 daterende kerk van Kattendijke op de plaats waar binnenkort een lagere school zal worden gebouwd, een 80 me ter lange profielsleuf gegraven. We wer den van de bouw op de hoogte gesteld door de Provinciale Planologische Dienst (ir. A. J. Beenhakker). Direkte aanleiding voor het uitvoeren van de ar cheologische verkenning was het feit dat het perceel een terpachtige aanblik bood met een maaiveldhoogte die toe nam van 65 centimetertot 25 centi meter N.A.P. Ook was veel baksteenpuin in de bouwvoor aanwezig. Het gegraven profiel maakte echter duidelijk dat we te maken hebben met een in wezen natuur lijke laagopeenvolging van Hollandveen waarop meteen erosief contact een ruim 1.5 meter dikke laag klei en zavel ligt (Afzettingen van Duinkerke lila). Dit klastische pakket kan in verband wor den gebracht met de vloed van 1 1 3420). Omstreeks 1 200 werd het gebied defi nitief ingepolderd door cisterciënzer monniken van de uithof Monsterhoek behorende tot de abdij Ter Doest. Deze uithof lag even ten zuidoosten van Kat tendijke. In het sediment waren in het centrum van het terrein onregelmatig gevormde kuilen gegraven waaruit 12de- tot 1 4de-eeuws aardewerk ge borgen kon worden (o.a. Paffrath en „hoogversierd" aardewerk). Het terp achtig uiterlijk van het terrein werd veroorzaakt door het voorkomen van een aantal diepe ingravingen aan de zuidzijde die op grond van het aarde werk in de 16de/17de eeuw kunnen worden gedateerd. Verloop en doel van deze grachtachtige structuren kon niet worden opgehelderd. Op onregelmatige afstanden werden in het veen ca 1 meter brede ingravingen waargenomen met vertikale zijkanten. Lengte en diepte lie ten zich door het instorten van het pro fiel niet bepalen. De vulling bestond uit slappe blauwe klei. De ingravingen wa ren duidelijk ouder dan de Duinkerke lila-sedimenten en kunnen worden toe geschreven aan moernering tijdens een vroege kolonisatiefase voor de eerste helft van de 12de eeuw voorafgaande aan de overstroming van het gebied. Kapelle-Duivelsberg afb. 21) Van 1 3 tot 28 maart werd een archeolo gisch onderzoek ingesteld naar de vlied berg die bekend staat onder de naam „Duivelsberg", gelegen op de zuidwe stelijke hoek van de Coxstraat en de Noordstraat in Kapelle op Zuid-Beve land. De verkenning was noodzakelijk geworden door het in uitvoering nemen door de gemeente van het uitbreidings plan „Eliwerve II". Aangezien de berg di- rekt aan de rand van de toekomstige be bouwing zou komen te liggen was het gewenst de exacte plaats van de gracht rond de berg te bepalen zodat bij aanleg Afb. 21 Kapelle - Duivelsberg. Opgravingsplattegrond. Legenda: 1en 2. resp. vliedberg en gracht/greppels periode I; 3. paalsporen periode I; 4. en 5. resp. baksteenpuin en grachtvan huisvermeld doorSmallegange; 6. recente sloot.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1987 | | pagina 38