archeologische kroniek van zeeland over 1 986 191 van een groenstrook en wandelpad re kening kon worden gehouden met de cultuurhistorische en archeologische waarde van hetterrein. Ook het westelijk aan de berg grenzende terrein werd bij het onderzoek betrokken omdat in de bouwvoor zeer veel baksteenpuin aan wezig was. In het totaal kon een opper vlak van 2000 m2 worden onderzocht. In de berg zelf kon worden volstaan met het graven van twee proefsleuven als aanvulling op een eerdere verkenning. Het machinale graafwerk werd uitge voerd door de firma W. de Jonge en Zo nen uit 's-Heer Abtskerke, met het hand werk werd geholpen door H. Hendrikse uit Breskens. De kosten van het onder zoek werden voor de helft gedragen door de gemeente Kapelle. De andere helft werd bekostigd uit het provinciale fonds voor archeologisch noodonder- zoek. De resultaten van de opgraving kunnen als volgt worden samengevat: De oudste bewoning op het onderzochte terrein vond plaats op een langs natuurlijke weg gevormde geulafzetting. Deze geulaf zetting maakt deel uit van het grote Duinkerke ll-geulsysteem waarop Ka pelle ligt. Vrij spoedig daarna wordt een vliedberg opgeworpen tegen het waar schijnlijk uit het noorden opdringende water. In de onmiddellijke nabijheid van de berg wordt een greppelsysteem aan gelegd waarvan de omvang groter is dan het opgravingsterrein. Langs archeolo gische weg is deze fase niet nauwkeuri ger te dateren dan omstreeks de 12de eeuw. Het opwerpen van de terp komt goed overeen met de historische gege vens omtrent de aanleg van de Braan- jendijk even ten noorden van de opgra ving als verweer tegen de grote vloed van 11 34. De bewoning op de terp zal bestaan hebben uit een kleine boeren hoeve of een wijkplaats voor mens en vee bij hoog water. De tweede periode in het bestaan van de Duivelsberg wordt gevormd door de ophoging tot „hoge berg". Op historische gronden en enkele aanwijzingen uit opgravingen kan wor den aangenomen dat dat in de 13de eeuw is gebeurd met als doel de aanleg van een verdedigbare motte. Afgezien van wat baksteenpuin aan de voet van de berg en de aanwezigheid van brug pa len in de gracht zijn geen nieuwe gege vens boven water gekomen die een ver dere bevestiging van deze theorie ople veren. De gevonden sporen komen tref fend overeen met die van de opgraving van de vlucht-/kasteelberg Maelstede even ten noordoosten van Kapelle. De stratigrafie van de Duivelsberg is ook goed vergelijkbaar met die van de berg van Abbekinderen en past daarmee in het archeologisch beeld zoals dat 30 jaar geleden doorTrimpe Burger is ge schetst. Tenslotte is er nog een derde fa se aantoonbaar die in verband gebracht kan worden met de hofstede Eliwerve die in 1840 is afgebroken. Het opgra- vingsvlak heeft ons ook ingelicht over het door Smallegange in 1 696 vermelde huis. Dit lag ten noordwesten van de Duivelsberg. Helaas bleken de funda menten bijna volledig verwijderd. Wel kon worden opgetekend dat het huis was omgeven door een gracht („moated site", vergelijk Arnemuiden - Kraaijen- holseweg)21). Koudekerke - Meinersweg (afb. 22) Op 29 april werd door de Stichting Het Zeeuwse Landschap in de persoon van R. Brouwer de onlangs in beheer van de Stichting verkregen vliedberg aan de Meinersweg in Koudekerke op Walche ren gerestaureerd. Naast het inschake len van een hydraulische kraan werd medewerking verkregen van de scho lengemeenschap De Wellinge uit Mid delburg. Door overbeweiding was voor al de noordwestzijde van de berg flink gehavend geraakt22). Oostburg - Commerswerve (afb. 23) Te Oostburg werd op 9 september de grotendeels op het biologisch tuinders- bedrijf van J. A. de Zwart gelegen terp (of als vlied- of kasteelberg op te vatten) „Commerswerve" nader verkend. De zich duidelijk in het landschap manifes terende bult met een hoogte van 1 tot 2 meter en een diameter van ca 40 meter leverde geen enkele scherf in de bouw voor op. De heer De Zwart was zo vrien delijk de door hem op zijn land verza melde scherven af te staan aan het PDB in Middelburg. Het betreft een 15-tal fragmenten van Pingsdorf- en met rad stempel versierd aardewerk. Verder deelde hij mede dat hij als jongen in de vijftiger jaren een 3 meter diep gat in de

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1987 | | pagina 39