OVER BOEKEN Het Grevelingenmeer, van estuarium naar zoetwatermeer. Het boek is geschreven door medewer kers van het Delta-instituut voor hydrolo gisch onderzoek in Yerseke, samenge steld door dr. P. H. Nienhuis en uitgege ven door Natuur en Techniek. Prijs f27,50. Gezien de „afkomst" van de schrijvers had ik kunnen weten wat voor soort boek het is, maartoch ben ik door de kaft in verwarring gebracht. Wanneer je 't boek in de winkel ziet liggen denk je dat het gaat om een boek dat een veelzijdig beeld geeft van de afgesloten Grevelin- gen: recreatie, landschap, visserij en ui teraard ook de natuurwaarden onder- en boven water. De voorpagina toont na melijk een sfeervol beeld van het Greve lingenmeer: water, begroeide platen, zeilboten, recreanten en op de achter grond een dorpssilhouet. Ook het voor woord en het „ten geleide" wekken nog de indruk dat er veel verschillende aspecten van het meer aan de orde ko men. Al lezend wordt echter duidelijk dat het een boek is over vooral de ecologische samenhangen van verschillende levens vormen. Het boek is een bundeling van een elftal artikelen dat in het tijdschrift Natuur en Techniek is gepubliceerd. De opbouw van de artikelen is op elkaar af gestemd. Telkens wordt per onderwerp iets verteld over de situatie vóór de af sluiting, vervolgens over de periode daarna (na 1971), waarbij telkens de ge volgen de revue passeren van de inwer kingtreding van de sluis in de Brouwers- dam (1979), de optredende gelaagd heid het eerste jaar na ingebruikname en de inwerkingtreding van de hevelsluis in de Grevelingendam (1984). Tot slot wordt aandacht besteed aan detoekom- stige ontwikkelingsmogelijkheden in sa menhang met het waterbeheer. De arti kelenserie is populair-wetenschappe- lijk. Met toch wel een duidelijke nadruk op wetenschappelijk. Tesamen geven zij een goede indruk van het onderzoek dat aan deGrevelingen wordt gedaan op het Deltainstituut. Er wordt niet alleen inge gaan op de resultaten van het onderzoek maar ook worden de gebruikte metho den toegelicht. Al met al een lezens waardig boek voor de - vooral in het aquatisch milieu-geïnteresseerde lezer. Maar ook voor lezers met een meer bre de en algemene belangstelling staan er erg aardige wetenswaardigheden in. Zo wordt er bijvoorbeeld aan de volgende verschijnselen en onderwerpen een heel heldere verklaring en/of toelichting ge geven: - de voor iedereen (o.a. ook recrean ten) waarneembare wijziging in de vogelstand. Duidelijk wordt uiteen gezet hoe het komt dat er nu meer visetende soorten in het Grevelin genmeer huizen dan voorheen (o.a. aalscholvers); - de rol van het zeegras vroeger en nu. Aan de orde komen de vroegere in dustriële verwerking, de betekenis voor allerlei organismen en de oor zaak van de stank eind van de zomer aan de oostzijde van het meer; - de ontwikkeling van kolonisten. In gegaan wordt op de verspreiding en betekenis van het Japans bessen- wier (het grootste vastzittende wier) en op de fuikhoorn (een slak) die al leen in de Grevelingen in groten ge tale voorkomt; - het feit dat het Grevelingenmeer wel van betekenis kan zijn voor de oe sterteelt maar niet voor de mossel teelt. Een wetenswaardig verhaal over voedselopname uit het nu stil staande water en de aanpassingen van verschillende organismen daar aan; - de ontwikkeling van de visstand. Aandacht wordt besteed aan vissen die van belang zijn voor zowel de be roepsvisserij als de sportvisserij. Hoewel ik vind dat het boek veel interes sante informatie geeft, die tot nu toe weinig aandacht heeft gekregen, blijf ik me toch afvragen of deze informatie wel het brede publiek bereikt dat wordt beoogd. Het boek ademt een onmisken bare wetenschappelijke sfeer met hier en daar „krenten" voor mensen met een brede maar meer oppervlakkige belang stelling. Deze krenten zitten verspreid en komen voor een belangrijk deel pas aan het eind van het boek aan de orde. Ik ben bang dat veel lezers na het zien van de kaft en het lezen van de inleiding terug schrikken voor de gedetailleerde informatie over fytoplankton, zoöplank ton, raderdieren, primaire productie en mineralisatie en dan niet meer verder le zen. Wellicht dat in het ten geleide aan dacht besteed had kunnen worden aan de te verwachten belangstelling van de verschillende lezersgroepen, gesteund door een andere volgorde van de artike len. De meer algemeen herkenbare on derwerpen zoals planten, vogels en vis sen vooraan geplaatst, zodat misschien hieruit belangstelling kan voortvloeien voor het „kleinere meer specialistische werk". Misschien dat deze beschouwing een bijdrage kan leveren aan de toegan kelijkheid van dit boek over het Greve lingenmeer voor een breder publiek. T.v.O. Zeeuwse verhalen; een bonte verza meling over het „lieve leven" in Zee land. Uitg. Michon B.V., Bussum, 1 987. Prijs f 29,75. Hoe komt het dat de oproep voor een verhaal over mensen, dingen en gebeur tenissen die als karakteristiek konden gelden voor Zeeland zoveel respons heeft gehad? In oktober 1986 ver scheen een oproep in de Provinciale Zeeuwse Courant onder het motto „Schrijf een verhaal voor uw eigen boek". Het begin van een actie, in sa menwerking met uitgeverij Michon, die meer dan 300 schrijfsters en schrijvers die pen of de schrijfmachine deed grij pen met als resultaat een bonte verza meling verhalen uit alle hoeken van de provincie. Een deskundige jury te weten: M. P. Dieleman, hoofdredacteur PZC, drs. M. C. Verburg, alom bekend, en uit gever Gerard Michon selecteerde een veertigtal verhalen voor het boek. Aan tien inzenders werd een prijs toegekend. We hebben getracht de verhalen te lo kaliseren en kwamen tot het volgende resultaat: 11 uit Walcheren, 9 Zuid-Be veland, 7 Zeeuwsch-Vlaanderen, 5 Schouwen-Duiveland, 1 Noord-Beve land, terwijl 7 verhalen niet „eilandelijk" vast te stellen waren. Wat ons opvalt in deze verhalen is het ontbreken van vals sentiment en het opborrelen van humor. In sommige daarvan breken de emoties los, in andere zijn ze verstild tot herinne ringen aan een werkelijk dierbaar verle den: het dorp van vroeger, de mensen en dingen die voorbij zijn gegaan. Om iets van de sfeer te proeven geven wij de

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1987 | | pagina 44