over boeken cultuur-historische aspecten zuid-beveland/westhoek 24 oktober 1987 197 aanhef van het verhaal van N. M. de Schipper-de Jonge: Een toffe omoe. Voor ieder vijftig mooie, grote bloedkora len; voor alle vier kleindochters die naar haar genoemd waren. Behoedzaam legde de oude vrouw het gouden slot met de vijf toeren bloedkoralen op het pluche tafel kleed neer. Zorgvuldig had ze toer voor toer geteld: aan de bovenste toer zaten de minste kralen, aan de volgende toer tel kens enkele kralen meer. Een schitterend sieraad was het. A/s Zeeuwse kende ze de waarde en ze was er altijd zuinig op ge weest. Peinzend liet ze de handen in de schoot rusten. Ze had dit slot met kralen op haar vijftigste verjaardag van haar man gekre gen. Wat een verrassing was het ge weest. Ze ging het 's zondags naar de kerk dragen en op bruiloften of andere belang rijke feesten, en als ze eens een dagje uit gingen. Haar andere snoer bloedkoralen, tot dan toe haar zondagse snoer, ging ze nu 's middags dragen. Die kralen en ook het slot waren beduidend kleiner dan die ze op haar vijftigste van haar man gekre gen had. En dan had ze nog haar oudste snoer met bloedkoraaltjes; die had ze al vanaf dat ze een meisje was, maar het waren ook wel degelijk echte. Er bestond ook veel namaak; dat waren die kleine glazen kraaltjes. De kleur was precies eender, maar zij zag dadelijk of het echt of namaak was. Haar oudste snoer be stond uit kleine kraaltjes met ook een klein goud slotje. Dat werden toen haar ochtendkralen. Heel rijk had ze zich ge voeld met drie snoeren bloedkoralen. Zul ke grote bloedkoralen als die ze van haar man gekregen had toen ze vijftig werd, hadden niet veel boerinnen. Dikwijls was ze min of meer afgunstig bekeken door de vrouwen van het dorp. Het is een boek om ten geschenke te ge ven. In volgende afleveringen hopen wij enkele verhalen, die niet in deze bundel konden worden opgenomen, te publice ren. Een voorzichtig antwoord op de vraag vanwaar die grote respons: Het zijn vaak herinneringen aan plekken waar het leven werkelijk „goed" was. M.P.d.B. HISTORISCHE STUDIEDAG OP 24 OKTOBER In het kader van de uitwisseling Veurne- Goes en Borsele-Diksmuiden zal er op 24 ok tober een cultuurhistorische studiedag ge houden worden in de Stenge te Heinkens- zand. Er zal een tweetal voordrachten gehou den worden; een door de archeoloog J. de Meulmeester met als titel: Burchten, en een door de historicus M. P. de Bruin over kloos ter- en abdij-leven in de 12e en 13e eeuw. Burchten Globaal gezien worden de volgende typen burchten onderscheiden in het Zeeuwse en Vlaamse kustgebied: a) Romeinse burchten en garnizoensplaat sen; inwendig en rationele vierkante ver kaveling, omwalling rondom. Dit type was aanwezig bij Marck, Oudenburg, Brugge, Aardenburg en wellicht bij Oud dorp en in de Oosterscheldemond, de mysterieuze plaatsen „Oude Wereld" en „Roompot". b) Karolingische volksburchten; een groot rond omwald terrein. We noemen Broekburg, St. Winoksbergen, Veurne, Oostburg, Souburg, Middelburg, Dom burg, Burgh. c) Vroegmiddeleeuwse vliedbergen (mot- tes). Deze werden overal in het kustge bied aangetroffen. Alleen op Zuid-Beve land zijn er minstens 25 geweest. In Vlaanderen zijn ze vrijwel allemaal afge graven, in Zeeland is er nog een redelijk aantal over. Het Zeeuwse bronnenmateriaal (historisch bronnenmateriaal en verslagen van opgravin gen) is goed toegankelijk en rijk aanwezig. Het zal erg interessant zijn te vernemen in hoeverre de Vlaamse studies op dit terrein aansluiten bij die van Zeeland. Mogelijk zijn er toch regionale verschillen. De heer De Meulmeester heeft zelf in Vlaanderen de no dige opgravingen verricht. Klooster- en abdijleven van Sint Baaf te Gent. De betrokkenheid bij de ontginningen en de vormgeving van de Bevelanden was zo groot dat men weieens gedacht heeft dat het woord Beveland afgeleid is van Bavo-land. Hoewel dit staaltje van etymologie geen stand kan houden geeft het wel aan dat de invloed van Sint Baafsabdij zeer groot was. Minstens zoo belangrijk in het bedijken en ontginnen wa ren de cisterciënsers uit de abdijen van Ten Duinen bij Koksijde in het Veurne-ambacht en van Ter Doest bij Lissewege. Verder kun nen genoemd worden de cisterciënsers van Sint Bernard uit Antwerpen en de norbertij nen uit Tongerlo. De wortels van de Bevelanden liggen in Vlaanderen. Hoe de daadwerkelijke bedij kingen en ontginningen georganiseerd wer den, hoe de logistieke problemen overwon nen werden, hoe het geld bijeengebracht werd; dat zijn allemaal vragen waar de ant woorden niet even eenvoudig goed te geven zijn. Na de ontginningen breidden de abdijen hun macht uit door zich in het bestuur en de rechtspraak te begeven. De heer De Bruin is goed bekend in het bronnenmateriaal en zal zeker interessante zaken naar boven weten te brengen. Excursie Aansluitend op de voordrachten is een excur sie gepland langs een aantal vliedbergen op Zuid-Beveland en naar de karolingische volksburcht het stadshart) te Middel- burg. Programma 10.00 uur - Ontvangst van de deelnemers in „de Stenge" 10.30 uur - Welkomswoord door de heer drs. G. R. Heerebout, wethouder van Goes. 10.40 uur - Lezing over „Burchten" door de heer J. Demeulemeester, archeoloog. 11.20 uur - Pauze. 11.50 uur - Lezing over „Kloosters en Abdijleven in de 12e-13e eeuw" door de heer M. P. de Bruin. 12.30 uur - Lunch. 14.00 uur - Rondrit naar Nisse, Borssele, Oost-Souburg en Abdijcomplex te Middelburg. 16.00 uur - Koffiepauze. 16.30 uur - Bezoek Abdijcomplex o.l.v. de heer M. P. de Bruin. 17.45 uur - Afsluiting. Informatie en inschrijvingen voor deze dag lopen via het Borsels Orgaan voor Samenlevings opbouw (B.O.S.), Schansstraat 1, 4435 AJ Baarland (01193-296). Prijs per deelnemer f 20,-.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1987 | | pagina 45