ik begin pas 223 Hij tastte zeer verschillende terreinen af, telkens weer bleek zijn vakmanschap, zijn gevoel voor kleurencompositie, maar vooral ook zijn plastisch vermo gen. Hij concipieert a/s een volwaardig beeldhouwer, schreef een criticus. Op weg naar Damascus, 1 975. Olieverf met acryl. Koerswijziging Guido vertrok in 1 965 naar België - hij bezit de Belgische nationaliteit - om daar zijn dienstplicht te vervullen. Het jaar daarvoor had hij nog een wandschil dering met magisch-realistische aspec ten voltooid voor de veerboot Prinses Margriet (Vlissingen-Breskens); na zijn diensttijd besloot hij onder invloed van de pop-art realistischer te werk te gaan. Zijn kleuren werden feller, de omlijnin gen minder aangedikt. ik zal de Zeeuwen versteld doen staan, kondigde hij aan. Zijn thema was nog steeds de mens, maar zijn benadering daarvan was afstandelijker geworden. Opvallend is dat Metsers vanaf zijn her denkingsmonument De Krijger, in 1 960 nog tijdens zijn opleiding gemaakt, tot 1967 nauwelijks heeft gebeeldhouwd. Een belangrijke rol daarbij speelde na tuurlijk het feit dat beeldhouwwerken door de hoge materiaalkosten vrijwel al leen maar in opdracht tot stand komen. Juist in zijn beeldhouwwerken lijkt Gui do Metsers het meest zijn weg te hebben gevonden. Ook hier weer groot vakman schap en een neiging tot surrealisme, maar daarnaast een heel eigen inbreng. Walcheren In 1967 verhuisde Guido naar Middel burg. Nog steeds tastte hij de mogelijk heden van het doek af, via de pop-art bij het nouveau réalisme van onder meer Niki de St Phalle terechtgekomen. Schilderijen zijn om op te hangen, zoals stoelen om op te zitten, kon je hem in die dagen horen zeggen. In mijn ogen maakte Guido toen een op pervlakkige, zij het technisch nog steeds perfecte, periode in zijn ontwikkeling als schilder door. Hij speelde een beetje met de kleuren rood en groen, met in acryl verf geschilderde naakten - het was als of zijn werk buiten hemzelf tot stand kwam en dan ook niets van hemzelf weergaf. Misschien was hij die mening zelf ook toegedaan, want vanaf ongeveer 1973 had er een kentering in zijn schilderwerk plaats: hij trad naar buiten met uitste kende werken als De rechtvaardige Ambtenaar (1 973), Het kanten Kraagje Ingenieur, 1976. Olieverf. (1 973), Hugootje in de Groe (1 973), Ik had je nog eens graag willen spreken (1973, Aanmoedigingsprijs van de pro vincie Zeeland) en Mijn Vader, toen hij nog Viool speelde (1974). Twee jonge mensen, 1 976. Portugese mergel. Mijn vader toen hij nog viool speelde, 1 974. Olieverf.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1987 | | pagina 21