de korte, bewogen geschiedenis van het zeeuwsch dagblad
7
Hoofdredacteur van het Zeeuwsch Dagblad R. Zui-
dema.
dienst voor de redactie ingevoerd. Dit
betekende dat des nachts een krappe
pagina aan algemeen en provinciaal
nieuws kon worden gezet. Wisselend
per week werd hiervoor een redacteur
ingeschakeld.
Dagelijks moest worden gezocht naar
een redelijke verhouding tussen alge
meen en provinciaal, regionaal en plaat
selijk nieuws.
In Zeeuwse zaken stelde de redactie zich
in het algemeen kritisch-solidair op te
genover het provinciaal bestuur. Het
oordeel omtrent wat als een Zeeuws be
lang moest worden beschouwd liep
meestal tussen provinciaal bestuur en
redactie niet veel uiteen.
Gedurende lange tijd werd enkele malen
per week de rubriek „Zeeuws allerlei"
geplaatst, een vaak wat badinerend (ook
wel polemisch) geschreven rubriek over
alle mogelijke nieuwsonderwerpen op
provinciaal en plaatselijk niveau.
Een veelgelezen rubriek was „Zeeuwse
Wandelingen", artikelen over de Zeeuw
se geschiedenis, geschreven door L. van
Wallenburg. In de algemene sfeer ver
vulde de korte rubriek „Flitsen" de funk-
tie van puntig commentaar, meestal in
de politieke context. Vaste medewer
kers leverden bij toerbeurt een hoofdar
tikel in over (meestal) van tevoren vast
gestelde onderwerpen. De hoofdredac
tie had de bevoegdheid zo'n artikel te
weigeren wanneer zij vond dat het niet in
de krant paste. Indien nader overleg tus
sen hoofdredacteur en vaste medewer
ker geen resultaat opleverde moest het
bestuur beslissen. Dit heeft zich voorzo
ver bekend zo goed als nooit voorge
daan.
Hoofdredactie
Reeds in de eerste vergadering van het
voorlopig stichtingsbestuur (op 17
maart 1 945) wordt de heer R. Zuidema
tot hoofdredacteur benoemd. Gezien
zijn goede houding in de bezettingstijd
kan hij van het Militair Gezag (Perszuive
ringscommissie) vlot het certificaat krij
gen dat hem toestemming verleent zijn
journalistieke werkzaamheden te her
vatten. Voorlopig runt hij de zaak op zijn
eentje. Zuidema - geboren op 31 okto
ber 1 879 - is 66 jaar als hij opnieuw be
gint. Hij heeft dan al een langdurige jour
nalistieke loopbaan bij een aantal pro
testants-christelijke dagbladen in de re
gio achter de rug. Op 1 april 1904 is hij
begonnen als verslaggever bij de „Ve-
luwse bladen". Achtereenvolgens is hij
daarna hoofdredacteur van „De Vrije
Westfries", de „Nieuwe Leidse Courant"
en „De Zeeuw". Op 10 oktober 1 940 ar
resteren de Duitsers hem. Hij wordt
overgebracht naar Buchenwald. Op die
zelfde 10e oktober wordt „De Zeeuw"
verboden. Als Zuidema na enige tijd
wordt losgelaten en in Goes terugkeert
blijkt de krant weer te zijn verschenen
onder leiding van de heer A. de Lange.
Zuidema heeft de bezetters de schrifte
lijke verklaring moeten geven nooit
meer op enigerlei wijze aan „De Zeeuw"
mee te zullen werken.
Op zijn 71e verjaardag - 31 oktober 1950
- legt Zuidema het hoofdredacteur
schap neer. Pensioenfondsen of -rege
lingen zijn nauwelijks in opbouw. Oos-
terbaan en Le Cointre, de exploitant van
het blad, en het stichtingsbestuur waar
borgen hem tot aan zijn dood een jaar
uitkering van f 2.000,-. In 1 959 is Zui
dema overleden.
Drs. C. Groen, die indologie heeft gestu
deerd maar die een carrière als be
stuursambtenaar in Indonesië als gevolg
van de soevereiniteitsoverdracht ziet af
gebroken, wordt de volgende hoofdre
dacteur. Het blijkt niet zijn bestemming
te zijn: reeds op 1 5 juni 1951 gaat zijn
ontslag in wegens een benoeming als
secretaris van de afdeling volksgezond
heid van de gemeente Rotterdam.
Na een korte periode als tijdelijk hoofd
redacteur te hebben gefunctioneerd
wordt de heer J. D. Troostheide met in
gang van 1 mei 1 952 definitief hoofdre
dacteur. Hij heeft eerder journalistieke
ervaring opgedaan bij o.a. het blad „Ons
Vrije Nederland". Op 1 maart 1 955 ver
trekt Troostheide naar „De Rotterdam
mer" om daarchef-redacteurte worden.
In juli 1 955 gaat de stichtingsvergade
ring akkoord met de benoeming tot
waarnemend hoofdredacteur, voorlopig
tot eind 1 955, van prof. dr. J. J. de Jong
te Utrecht (van waaruit hij de contacten
met de redactie zal onderhouden). Hij
legt de functie per 1 september 1956
neer wegens zijn benoeming tot gewoon
hoogleraar politicologie aan de Vrije
Universiteit in Amsterdam.
Met ingang van 1 januari 1 957 wordt de
heer R. Hagoort uit Utrecht, sociaal-eco
nomisch redacteur bij „De Rotterdam
mer", de nieuwe hoofdredacteur. Daar
vóór heeft hij gewerkt bij „De Stan
daard", het „Sociale Weekblad" en het
CNV-orgaan „De Gids". Hagoort vraagt
en krijgt ontslag met ingang van 1 6 au
gustus 1959, waarna hij weer in dienst
treedt van het CNV. Vervolgens wordt
de heer G. J. Breuker, sinds februari
1957 chef-redacteur, met het hoofdre
dacteurschap belast, dit in afwachting
van de verdere ontwikkelingen aan en
met de krant, die inmiddels een binding
heeft aangegaan met het NRC-concern
(Algemeen Dagblad) in Rotterdam.
Breuker blijft in die funktie tot het ver
dwijnen van het blad (eind augustus
1 962), waarna hij als chef-redacteur in
dienst treedt van het „Fries Dagblad".
Redactie
Onmiddellijk nadat het eerste nummer
van het ZD is verschenen blijkt de nood
zaak van een tweede redacteur. Hij
moet, op grond van de statuten, her
vormd zijn, althans niet gereformeerd
zoals de heer Zuidema is. In een aantal
hervormde periodieken worden adver
tenties geplaatst; er wordt contact op
genomen met vooraanstaande figuren in
kerk, politiek en journalistiek buiten de