VOORLOOPIG CERTIFICAAT de korte, bewogen geschiedenis van het zeeuwsch dagblad 10 Zeeland. Het bestuur vindt dit een on rechtvaardige verdeling en gaat in Breda pleiten voor een verhoging. Die poging levert succes op: men kan rekenen op een toewijzing voor maximaal 15.000 exemplaren. Voor de PZC gaat een norm van 17.000 kranten gelden. Nu en dan kan in die eerste tijd een par tijtje Belgisch krantepapier op de kop worden getikt. Het blijkt geen succes: het gelige perkamentachtige papier geeft bij het drukken al een heleboel problemen en breekt af als de lezer de krant wat fors open slaat. Tot half juli 1945 mocht de krant uitsluitend op klein formaat verschijnen (halve krante pagina), enkele maanden later twee maal per week met twee bladen of vier pagina's. Exploitatie De eerste jaren heeft de stichting ZD zelf de exploitatie van de krant verzorgd. Er was, om in de behoefte aan wat kasgeld te voorzien, een klein startkapitaal bij de bank geleend tegen vier procent. Het eerste boekjaar kon worden afgesloten met een winst van f 22.851,55. Ooster- baan en Le Cointre zette en drukte de krant, daar vonden redactie, directie en administratie ook onderdak. Van de eerste winst werd f 1 0.000,- ge stort in een pensioenfonds voor het per soneel. Negen mille werd gereserveerd voor de fiscus en van de rest werd een reservefonds gevormd. Aan dat fonds werd ook de winst over het boekjaar 1946-1947 van f 1.226,18 toege voegd. Het boekjaar 1947-1948 lever de een exploitatieverlies op van f 7.727,19. Als oorzaken daarvan wer den genoemd de teruggang van het aan tal abonnees door de verhoging van de abonnementsprijs van f 3,30 tot f 3,50 per kwartaal op 1 oktober 1 947, de ver slechtering in de economische conjunc tuur en wat werd aangeduid als „de con solidatie van lezers op een bepaald blad". De lasten waren ook gestegen als gevolg van de invoering van een nieuwe cao voor de drukkers, de verhoging van de papierprijzen, de bezorglonen en de omzet- en ondernemersbelasting. Overname exploitatie Oosterbaan en Le Cointre wordt bereid gevonden de exploitatie te gaan verzor gen, waarbij de stichting ZD alle rechten behoudt inzake het benoemen en het ontslaan van personeel. Oosterbaan en Le Cointre neemt alle baten en lasten over, waaronder het tot f 11.700,- ge stegen verlies. Het bedrijf biedt hoofdre dacteur Zuidema een gunstige pen sioenregeling aan, stelt de stichting ZD jaarlijks f 3.500,- (later f 2.500,-) ter beschikking voor lopende uitgaven (waaronder de vergoeding aan de vaste medewerkers voor het schrijven van hoofdartikelen) en ontvangt het recht bij het uitgeven van een advertentieblad eventueel gebruik te maken van kopij van het ZD. Hoewel de exploitatieverlie zen blijven vernieuwt Oosterbaan en Le Cointre in 1954 het contract. Een jaar daarvóór is van de kant van het ZD, om de verliezen terug te dringen, nog ge poogd van ochtendblad naar middag krant om te schakelen. Dat zou dan ook de PZC moeten doen. Aangezien die daar niets voor voelt blijft alles bij het oude. Overname blad In het voorjaar van 1 958 worden onder handelingen gevoerd met het dagblad De Rotterdammer, onderdeel van de zo genaamde Kwartetbladen (Nieuwe Haagse Courant, Nieuwe Leidse Cou rant, Dordts Dagblad en De Rotterdam mer) over een mogelijke overname. De besprekingen lopen op niets uit: de di rectie van De Rotterdammervindt het fi nancieel te riskant voor Zeeland een edi tie op te zetten (met een eigen redactie staf en een administratief apparaat). Bo vendien zou zo'n expansie zich niet ver dragen met de verplichtende bindingen tussen Trouw en de Kwartetbladen. Er zijn ook besprekingen met de PZC. Daar gaan de gedachten in de richting van een gezamenlijke Zeeuwse redactie, met volledige vrijheid tot het leveren van eigen commentaren door de redactie van het ZD, welk blad in herkenbare vorm zal voortbestaan. Men komt niet tot overeenstemming: het stichtingsbe stuur vreest toch voor aantasting of ver lies van de eigen identiteit van de krant. Er zijn ook nog besprekingen met Trouw over vormen van samenwerking. Maar ook deze besprekingen leveren geen re sultaat op, evenmin als de contacten met een drukker-uitgever in Roosendaal. (Met Trouw waren er overigens al se rieuze besprekingen gevoerd in 1945 over een mogelijke fusie of enigerlei vorm van samenwerking. Onder andere is toen de gedachte geopperd aan een combinatie van de bladen in deze zin dat Wie de eerste jaren na de oorlog niet in het bezit was van het Voorloopig Certificaat, afgegeven door de Pers- zuiveringscommissie, mocht geen journalistieke arbeid beroepsmatig verrichten. De bepaling gold zowel voor hen die al eerder als journalist hadden gewerkt als voor hen die pas tot het vak waren toegetreden. als bedoeld in Art. 24, lid 3, van het Tijdelijk Persbesluit 1945 (Staatsblad No. F. 177) de commissie voor de perszuivering verklaart. dat er geen bezwaar bestaat, dat J? „J- Te velwonende KI Vlaanderen 12XEMiddelburg. voorloopig werkzaam is als Recta c teur aan iieeuviisehDagblad 's-gravenhage, ~7 IS September Secretari

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1988 | | pagina 16