de korte, bewogen geschiedenis van het zeeuwsch dagblad
het ZD als een inlegvel met Zeeuws
nieuws voor de Zeeuwse abonnees van
Trouw zou worden ingevoegd. Deze
oplossing bleek echter te duur. Ook is
toen van de kant van Trouw nog gesug
gereerd het ZD drie maal per week te la
ten verschijnen. Maar daar voelde het
stichtingsbestuur ZD niets voor. Het was
van mening dat Zeeland behoefte had
aan een eigen, zelfstandig christelijk
dagblad. Uiteindelijk werd besloten dat
ieder zijn eigen weg zou gaan. In de
praktijk is Trouw voor het ZD nooit een
wezenlijke concurrent geweest).
NRC-concern
In september 1958 vernemen de be
stuursleden van de stichting ZD dat het
NRC-concern in Rotterdam belangstel
ling heeft getoond voor de krant en dat
er, na vele besprekingen, per 1 oktober
1958 een regeling is getroffen met dit
concern, waarbij een deel van de krant
(het Zeeuwse nieuws) in Goes bij Oos-
terbaan en Le Cointre zal worden gezet
en het algemene nieuws (verreweg het
grootste deel) zal bestaan uit pagina's
van het Algemeen Dagblad. De krant zal
op de persen in Rotterdam worden ge
drukt.
Opgericht is de naamloze vennootschap
Zeeuwsch Dagblad, die een contract
sluit met de Stichting Zeeuwsch Dag
blad. De nv verkrijgt het recht geduren
de tien jaar het ZD te exploiteren. Het
recht van uitgave en het recht op naam
en kop van de krant blijven eigendom
van de stichting. De nv - die geen uitke
ring hoeft te doen aan de stichting en
aan haar ook geen aandeel in de even
tuele winsten op de exploitatie hoeft toe
te kennen - zal het protestants-christe
lijk karakter van de krant handhaven. Dit
betekent b.v. dat geen publikaties,
nieuws of advertenties in het ZD zullen
worden opgenomen die het karakter van
het blad afbreuk doen.
Benoeming en ontslag van de hoofdre
dacteur en de leden van de redactie zul
len geschieden door de nv en de stich
ting tesamen.
Verder wordt in het contract bepaald dat
de hoofdredacteur van het ZD het
Zeeuwse provinciale en plaatselijke
nieuws (dat in het algemeen één of twee
pagina's per dag zal bedragen) zal aan
vullen met algemeen nieuws en features
van het Algemeen Dagblad. De ZD-
hoofdredacteur heeft het vetorecht over
wat wel en niet zal worden opgenomen.
De omvang van de krant wordt door de
nv ZD bepaald. Die zal zoveel mogelijk
rekening houden met de aanwijzingen
die de hoofdredacteur van het ZD zal ge
ven over vorm en inhoud van de adver
tenties.
Commissarissen van de nieuwe nv ZD
zijn de directeur van de NRC en de voor
zitter van de stichting ZD.
„Voldoening"
Vlak voordat de nieuwe regeling in wer
king treedt wordt in het ZD meegedeeld
dat de krant in groter formaat met meer
nieuws zal gaan verschijnen, dat al het
personeel in dienst blijft bij de nvZD, dat
nieuwe kantoren zullen worden geo
pend in Middelburg, Vlissingen, Terneu-
zen en Zierikzee en dat in de tijdstippen
van bezorging van de krant geen veran
dering komt.
„Met gerechtvaardigde voldoening"
constateert in een hoofdartikel op 1 ok
tober 1958 de voorzitter van de stich
ting ZD, de heer J. Laport, dat het ZD van
een provinciaal blad is gepromoveerd
tot een landelijk dagblad met een eigen
Zeeuws karakter en inhoud. Het wil
daarnaast het protestants-christelijk
klankbord voor Zeeland zijn.
Vijf maanden later wordt de duizendste
nieuwe abonnee genoteerd. En in een
vergadering van de stichtingsraad op 9
mei 1959 wordt meegedeeld dat de net
to-groei tot dat moment 1.110 abon
nees bedraagt. Slechts 140 „oude" le
zers hebben hun abonnement opgezegd
en dan meestal niet op principiële gron
den, zo wordt eraan toegevoegd. Korte
tijd later bereikt de netto-abonneewinst
het cijfer van 1.400.
Kritiek
Toch is inmiddels ook een stroom van
kritiek op gang gekomen, uit de lezers
kring en doorklinkend in de vergaderin
gen van stichtingsraad, bestuur en com
missie van vaste medewerkers. Daar
vraagt men zich af of de groei niet het
gevolg kan zijn van het verlies van het
protestants-christelijk karakter van het
blad. De klachten komen erop neer dat in
de kolommen geen rekening wordt ge
houden met de zondagsheiliging, dat er
soms „erg grievende leesstof" wordt
aangeboden, dat de berichtgeving sen
sationeel is, dat de krant steeds verder
afglijdt, dat de christelijke en de liberale
levensbeschouwing op elkaar worden
geplakt, dat ijzer en leem worden ver
mengd en dat de krant een gevaar vormt
voor de geestelijke gezondheid van de
lezers.
Selectie
Aanvankelijk is in Rotterdam voor het
selecteren van de inhoud van het AD ten
behoeve van het ZD de hoofdredacteur
of zijn plaatsvervanger aanwezig. Maar
omdat dit voor de kleine redactie van het
ZD een veel te zware belasting vormt
wordt vanaf 1 januari 1959 een funktio-
naris van het AD met de selectie belast.
Er blijkt in het algemeen in Rotterdam
veel te weinig tijd te zijn de berichten en
artikelen van het AD op de voor het ZD
geldende normen te beoordelen. Daarbij
mag, zo wordt van AD-zijde opgemerkt,
van de verantwoordelijke AD-mensen
niet worden geëist dat zij op dit punt vol
doende onderscheidingsvermogen be
zitten. Het ontbreekt, kortom, aan vol
doende mogelijkheden om een anders
geaarde krant te maken uit wat beschik
baar is in een voor een ander publiek be
stemde krant.
In een bespreking met de heren W. Pluy-
gers, directeur van de NRC, en A. van der
Vet, hoofdredacteur van het AD, tonen
die begrip voor de moeilijkheden en be
zwaren. Maar ook wijzen zij erop dat uit
voering van de getroffen overeenkomst
slechts mogelijk is als de economische
middelen dat toelaten. Hun conclusie is
dat de gesprekspartners, op straffe van
ondergang van de krant, concessies zul
len moeten doen.
Geleidelijk aan groeit in het bestuur van
de stichting ZD de overtuiging dat men
in de gegeven omstandigheden voor de
krant niet langer de verantwoordelijk
heid kan dragen.
Het einde
In de loop van het voorjaar van 1962
geeft de directie van de NRC te kennen
de uitgave van het ZD met ingang van 1
juli van dat jaar te willen beëindigen, ge
zien de blijvende teleurstellende exploi
tatieresultaten. Zij stelt het stichtingsbe
stuur ZD voor Trouw te bewegen tot het