de commercie compagnie als inrichting tot herstel en vervaardiging van ijzeren vaartuigen,
stoomtoestellen en andere werktuigen (1871-1888)
28
Gedeelte van een plattegrond van Middelburg. Uitg. Steendrukkerij A. W. den Doop, 1 887 (Zeeuws Documen
tatiecentrum).
deel van de inventaris van de huurder,
M. Ludekeuze, wordt overgenomen19).
De belangrijkste onderdelen daarvan
zijn vier smidsvuren met blaasbalgen, de
erbij behorende aambeelden en een
boormachine met 40 boren20).
Voor de drijfkracht van de inrichting
wordt een tweedehands stoommachine
van 8 pk met een ketel van 1 2 pk aange
schaft (f 288,-), terwijl bij de Maat
schappij „De IJssel" te Kampen ook nog
voor het dubbele bedrag drijfwerk wordt
aangeschaft (f 596,50). Het inmetselen
van de ketel kost nog eens ruim f 550,-.
De eerste werktuigen bestaan onder an
dere uit een zelfwerkende draaibank
(f 1 354,-), een werkbank om schroeven
te snijden (f 1 650,-) en een boormachi
ne (f 61 0,-). Voor de ketelmakerij wordt
een pons- en knipmachine (f 1250,-),
een walsmachine (f 950,-) en verder
een vlakplaat (f 181,50) aangeschaft.
Tot slot behoren ook een aantal nieuwe
gereedschappen als drie bankschroe
ven, een ratelboor, 14 schroefsleutels,
twee aambeelden en een veldsmidse tot
de uitrusting. In het totaal bedragen
de eerste inrichtingskosten ruim
f 10.000,-21).
De start
Eind april 1 871 is de inrichting gereed.
Directeur Knol laat bij die gelegenheid
een circulaire versturen. De start is nog
vrij bescheiden en moeizaam. Begin
1872 werken er in het totaal 28 jongens
en mannen, op het eind van het jaar 24.
Het valt blijkbaar niet mee een vaste ar-
beidsbezetting te werven. Van de 28
personen in dienst begin 1872 is de
helft op het eind van het jaaralweerver-
trokken22). De smid M. Ludekeuze is
eind dat jaar wel terug op zijn oude stek,
maar nu als werknemer van de Commer
cie Compagnie. In 1 873 vertrekt Herdes.
Als nieuwe bedrijfsleider komt D. van
der Klip vanuit Kampen naar Middel
burg 23).
Uitbreiding
Omstreeks 1 875 wordt er een kleine ko
pergieterij op het bedrijfsterrein inge
richt, vermoedelijk in het gebouw dat tot
dan toe verhuurd is als meestoot24). Eind
1876 wordt besloten tot een grote uit
breiding. Het bestuur istevreden overde
proef met ijzerwerkplaats. De positieve
resultaten blijken onder meer uit de divi
denduitkering die over 1875 plaats
vindt25). Er komt een nieuw gebouw vol
gens een plan van hoofdopzichter Johan
Hendrik Will. Het Middelburgse aanne
mersbedrijf Ws. van Uije en Zonen krijgt
bij openbare aanbesteding de opdracht
gegund. De aannemingssom bedraagt
f 14.800,-, waarop de Commercie Com
pagnie vanwege te late levering een fik
se korting toepast, wat tot het nodige
heen en weer geschrijf leidt26). Er wor
den een aantal nieuwe machinerieën
aangeschaft. De belangrijkste aankoop
is een kop-, tevens center-boorbank
waarmee het bedrijf nu zelf stoomcylin-
ders kan uitboren (f 5290,-). Verder
komt er een grote draaibank (f 3950,-),
een schaafmachine om rond te schaven
(f 1760,-) en twee stoomhamers voor
het zwaardere smeedwerk (tezamen
f 4510,-), waarvan een met een enkel
frame en een blok van 500 kilo
(f 2750,-). De uitbreidingskosten be
dragen in het totaal ruim f 33.500,-27).
De werkzaamheden
Het belangrijkste werkterrein van de
Commercie Compagnie vormt het her
stellen van schepen en scheepsinstalla-
ties. Reparaties vinden niet alleen plaats
op eigen werf, maar ook bij derden. Van
af 1 885 worden de scheepsreparaties
meestal uitgevoerd in het dan aangeleg
de Prins Hendrik dok. De Commercie
Compagnie profiteert van de tijdelijke
opleving van het scheepsreparatiebe-
drijf te Middelburg in de jaren '70. Er ko
men in die periode verschillende bedrij
ven in die sector erbij. In 1874 staat de
Commercie Compagnie een deel van het
werfterrein af aan de rederij fa. Van Zey-
len 8- Decker, die daar een scheeps
bouwbedrijf begint onder de naam
„Middelburgs Welvaren"28). In 1 876 le
vert de Commercie Compagnie onder
andere de ijzeren masten voor het fre
gatschip „De burgemeester Schorer",
dat daar op stapel staat29). Verder levert
de Commercie Compagnie ook nog het
traditionele scheeps- en blokmakers-
werk, waarvoor een zes tot tien werklie
den in dienst zijn30). In 1 878 wordt bij
voorbeeld het oefeningsvaartuig der
Marine „Castor" door de Commercie
Compagnie van blokmakerswerk voor
zien3').
De scheepsbouw
Tot echte nieuwbouw komt de werf niet.
Wel wordt in 1871 voor f 300,- aan de