ZEEUWS TIJDSCHRIFT JAARGANG 38
nummer 1 -1988
DE KORTE, BEWOGEN GESCHIEDENIS VAN HET ZEEUWSCH
DAGBLAD
J. J. Tevel
„Spontaan is dit werk van het Zeeuwsch Dagblad eind maart 1945 begonnen. Slechts
heel weinig stond ons daarbij ten dienste; we hadden geen stoei en geen tafel, geen
cent en geen abonné. Driemaal konden wij vóór den eersten April aan de Zeeuwsche
bevolking, met uitzondering van Schouwen en Duive/and, een nummer van Zeeuwsch
Dagblad ter kennismaking aanbieden. Daarna begonnen we de werving van a bonne's.
Dit citaat is afkomstig uit het eerste jaaroverzicht van de Stichting Zeeuwsch Dag
blad", een algemeen protestants-christelijk dagblad waarvan het eerste nummer op 3
april 1945 was verschenen. Ruim 19 jaar later, op 1 september 1962, viel de laatste
aflevering van de krant bij de abonné's in de bus: de krant had de strijd met andere dag
bladen om de gunst van de lezers niet kunnen volhouden. Er was een einde gekomen
aan een stukje Zeeuwse persgeschiedenis.
Hoe het begon
Op 13 maart 1945 wordt in Goes een
vergadering gehouden om te komen tot
de oprichting van „een stichting die zich
ten doel stelt de uitgave van een protes
tants-christelijk dagblad voor Zeeland".
Namens de „samenroepers" zegt de
heer J. Laport, bankdirecteur te Goes,
dat het doel van de bijeenkomst is te ko
men tot een „provinciale pers die gebon
den is aan Gods Woord".
Alle - 45 - aanwezigen verklaren zich
akkoord met de oprichting van zo'n blad.
Zij zijn uit een groot aantal kerken af
komstig en eveneens uit alle delen van
Zeeland en West-Brabant (behalve
Schouwen en Duiveland, dat pas begin
mei 1945 zal worden bevrijd): Aagte-
kerke, Axel, Bergen op Zoom, Colijns-
plaat, Goes, Heinkenszand, Kamper
land, Kats, Krabbendijke, Middelburg,
Nieuw en Sint Joosland, Souburg, Tho-
len, Vlissingen, Wissenkerke en Yerse-
ke.
Met name de heer Laport heeft al veel
voorbereidend werk verricht om tot het
stichten van een christelijke krant te ko
men. Hij heeft in de oorlogsjaren heel
wat mogelijke belangstellenden van uit
eenlopende kerkelijke en politieke af
komst gepolst, ervan uitgaand dat het
anti-revolutionaire dagblad „De Zeeuw"
niet zal terugkeren. Bovendien is hij van
oordeel dat er in de naoorlogse situatie
een krant dient te komen met een brede
re basis.
Bestuur
Nog in die eerste bijeenkomst wordt een
voorlopig bestuur van een op te richten
stichting gevormd. Zitting krijgen twee
hervormden (ds. J. Batelaan uit Tholen
en W. H. Segboer, beambte PTT in Mid
delburg), twee gereformeerden (J. La
port te Goes en J. S. Hoek, belasting
ambtenaar uit Middelburg), twee lidma
ten uit de gereformeerde gemeenten (P.
Kuijt, directeur kweekschool te Krab
bendijke en Th. Bakker, administrateur
te Goes), en twee vertegenwoordigers
van de vrije evangelische gemeenten
(W. Duvekot, graanhandelaar in Goes en
ds. J. Mooij uit Yerseke).
In een op 1 7 maart 1 945 gehouden ver
gadering van het voorlopig bestuur
wordt besloten de christelijke gerefor
meerde predikant J. Zijdervelt uit
Zaamslag uit te nodigen tot het bestuur
toe te treden.
In diezelfde vergadering worden nog
twee bestuursleden benoemd. Zij be
kleedden diezelfde functie in de Stich
ting „De Vrije Zeeuw", een blad dat de
eerste maanden na de bevrijding van
Zeeuwsch-Vlaanderen en Midden-Zee
land de ontstane informatiekloof tijdelijk
moest overbruggen. De benoeming van
de twee bestuursleden - de heren J.
Maljers uit Middelburg, hervormd, en W.
Poppe uit Vlissingen, gereformeerd, bei
den uit het verzet afkomstig - was voor
waarde voor de aangekondigde overna
me van het blad door het Zeeuwsch
Dagblad (ZD).
Overigens wordt korte tijd later in een
vergadering van het voorlopig bestuur
duidelijk dat omtrent de overdracht nog
geen besluit was genomen - en dat dus
ook geen voorwaarde over een be-
stuursvertegenwoordiging was gesteld.
Het blijkt dat de directeur van het ZD, de
heer Jacq de Smit, teveel op eigen gezag
heeft gehandeld en te voorbarig is ge
weest.
Inmiddels is in „De Vrije Zeeuw" van 26
maart 1945 al meegedeeld dat de krant
in het ZD zal worden opgenomen. De
heer Maljers - die het met de gang van
zaken niet eens is - bedankt in de be
stuursvergadering van 7 juni 1945 voor
de eer. De heer Poppe blijft lid van het
voorlopig bestuur en neemt op zich een
ontwerp voor de statuten van de stich
ting ZD te maken. Hij kan daarbij gebruik
maken van de statuten van de stichting
„De Vrije Zeeuw".
Statuten
In volgende bestuursvergaderingen in
de loop van 1945 wordt uitvoerig ge
sproken - aan de hand van een ontwerp
- over de grondslag van de stichting, de
financiering en exploitatie, de zeggen
schap over het beheer van de krant, de
verantwoordelijkheid van het bestuur
tegenover derden en de manier waarop
de leden van de stichting „het geestelijk
contact met de bevolking levend dienen
te houden".
Vanzelfsprekend wordt ook gediscus
sieerd over een zo billijk en evenwichtig
mogelijke verdeling van de zetels in
stichtingsvergadering en bestuur over
de verschillende kerken.
Voor de definitieve formulering van de
statuten wordt de Middelburgse notaris
R. Batten ingeschakeld. De statuten
worden uiteindelijk op 1 maart 1 946 of
ficieel geregistreerd. Zij dragen de na
men van 36 personen, allen mannen, uit
de hele provincie1). Onder hen zijn pre
dikanten en mensen uit het onderwijs,
bankwezen, overheid, handel, midden
stand, landbouw en belastingen. Het
stichtingsvermogen bedraagt f 36,-; ie-