150 jaar „vrouwelijke handwerken" 68 De vier dames-directrices op „de groote dag" dinsdag 22 februari 1 938 met in het midden mevrouw Quarles van Ufford, baronesse Mulert tot de Leemcule, echtgenote van de commissaris der koningin. tot zijne verheffing toe te brengen". In 1 858 - in hetzelfde jaar dat Coronel bezig was met zijn boek over Middel burg - bestond de commissie Loon voor werk twintig jaar. Het hoofddoel van de ze instelling was ambachtsknechten en anderen, niet alleen voor gebrek, maar ook voor verarming te bewaren. Het ging er vooral om gedurende de winter deze lieden „een wel nooddruftig maar toch voldoend bestaan" te bezorgen. De ar beid bestond uit ruw timmermanswerk, spijkermaken, touwpluizen en de aanleg (en onderhoud) van een plantsoen rond om de stad waarmee de bolwerken wor den bedoeld. Over deze laatste werk zaamheden zegt Nagtglas in zijn gids van Middelburg en omstreken (1872) dat de bolwerken sedert 1840 naar het goede voorbeeld van andere steden en volgens de aanwijzingen van de beken de Zocher, als een park aangelegd en be plant werden. „Deze uitnemende verbe tering heeft aan de stadskas weinig ge kost, daar eene commissie onder de zin spreuk „Loon voor werk", opgericht in 1 838, door vrijwillige bijdragen daartoe in staat gesteld, den arbeid gedurende de wintermaanden door buiten werk zijnde behoeftigen, verrichten deed". Een schone aanleg, volgens Nagtglas „waar veelsoortige bomen, heesters en bloemen getuigen van buitengewone groeikracht en zorgvuldige behande ling" waarvan men op de hoogste pun ten zijn blik kan laten weiden over het schone Walcheren. De daglonen van de arbeiders aan deze werken waren laag: eerst 60 cent, later 75 cent. De vereniging tot het bezoeken der ar men die haar werk in 1 843 begon, stel de zich ten doel de armen in hun wonin gen te bezoeken ten einde hun ware toe stand te leren kennen, de oorzaken te ontdekken waarom zij tot armoede ver vallen zijn en de meest geschikte midde len te vinden om hen daaruit op te hef fen. Behalve deze vereniging waren er nog de kerkelijke instellingen zoals dia- coniën, de commissie tot spijsuitdeling aan behoeftige ingezetenen, de vereni ging moederlijke weldadigheid etc. om de nood te lenigen. Wie alsvreemdeling in die tijd naar Middelburg kwam ont waarde eerst de fraaie bolwerken, een veelkleurige ring rond de stad, een groots entree. In deze ring waren er prachtige huizen maar ook krotten en barre hygiënische toestanden. We noe men voor de derde maal Caland, die in 1 857 een brochure schreef over de ge zondheidstoestand van Nederland en in het bijzonder van Middelburg en aan toonde dat de Zeeuwse hoofdstad één van de ongezondste steden - zo niet de ongezondste - van ons land was. De ge middelde levensduur in Zeeland van de mannen was 26 jaar en 274 dagen waarbij men rekening moet houden met de grote kindersterfte. De levensduur van de mannen te Middelburg lag onge veer in dezelfde orde van grootte. Organisatie van het werk Men moet niet denken dat het werk van Tentoonstelling 1938: „Dan naderde een hoek van zeldzame kanten: sluiers en velerlei kleeden, mouwen, kragen, waaiers" etc„Hier stond ook 'n pop-mannequin met 'n keurig bewaarde japon uit de tweede helft der 1 8de eeuw. Zware, gebloemde zijde van 'n teere, blauwe kleur".

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1988 | | pagina 26