150 jaar „vrouwelijke handwerken" 69 „Vrouwelijke Handwerken" uit de losse pols werd gedaan. Er bestaat een noti tieboekje, vermoedelijk 1 860, waarin de werkzaamheden van de directrices wor den omschreven. In september wordt een rekest aan de Koning ingediend om vergunning voor het houden van een lo terij te vragen. In oktober worden de lijs ten rondgezonden tot verkrijging van de voorwerpen. De maand november wordt gereserveerd voor het schrijven om me dewerking aan de Vorstelijke familie. In december worden lijsten rondgezonden tot inschrijving voor de loten. De inko mende voorwerpen worden genum merd. Voor het nieuwe jaar wordt aan de Directie van Walcheren toestemming gevraagd voor het gebruik van het lo kaal. Uit het oogpunt van „public rela tions" is artikel 9 belangrijk: „Bij den ontvangst van geschenken van de Vor stelijke familie dadelijk daarvan melding maken in de courant en voor dezelve be danken". In de maand februari was het de week der verloting, als volgt omschreven: maandag - om half tien bijeenkomst in het lokaal in de Abdij tot het schikken, vastspelden en tegen stof dekken der voorwerpen; dinsdagen woensdag - om half elf bijeenkomst aan het lokaal der tentoonstelling, zorgen voor loten en ca talogi om daar te verkopen en „contra- markjes" voor de bezoekers, waarvan om vier uur na afloop rekening wordt ge daan; donderdag - om twee uur trekking op het stadhuis nadat vooraf aan het huis van een der dames sluiting en afre kening van de lotenverkoping plaats heeft gehad „volgens welker aantal de opgerolde nummers in een gesloten trommel worden meegenomen"; vrijdag - om half twee de voorwerpen op volg orde schikken en zorgen dat de getrok ken nummers in de courant bekend wor den gemaakt; zaterdag - van half elf tot drie uur de getrokken voorwerpen afge ven waarvan aantekening wordt gehou den. De loten worden gescheurd terug gegeven. Vervolgens komt er het rubriekje: Na de afgifte. 1. Dadelijk afrekenen. 2. Zo mo gelijk nog dezelfde dag aan de verschil lende inrichtingen het toegeschikte deel verzenden in een verzegeld zakje met etiquette waarop het bedrag van het aandeel wordt vermeld. 3. De kwitanties De tentoonstelling van 1 951 werd gehouden in de pas gerestaureerde refter van de abdij, die als Statenzaal in gebruik werd genomen. Dames-directrices waren toen v.l.n.r.: A. L. Storm van 's Gravesande-van Teijlingen, J. van der Weel-den Heijer, S. C. de Casembroot-van der Feltz en H. S. F. Schorer-Teding van Berkhout. Op de achtergrond een deel van de schouw van de Statenzaal met de wapens van Zierikzee, Tholen en Veere. onder couvert aan de Burgemeester zen den. 4. Aan Z.M. de Koning (later veran derd in H.M. de Koningin) verslag doen van het bedrag der loterij „zoo zij dezel ve met een geschenk heeft vereerd". 5. De couranten opvragen waarin adver- tentien omtrent de afgelopen verloting werden geplaatst. Tenslotte komen er nog de instructies voor de schrijvers, drukkers, bediende of bode, met aan het eind: „Ter vergoeding van alle onvermijdelijke drukten aan de huizen der Directrices ontvangen de Dienstboden van elk der huisgezinnen f 1,00". Bij dit alles mag het sociale element in de bezigheden der dames niet worden vergeten. In vele gezinnen werd er ge breid, genaaid en geborduurd, kortom nuttige en fraaie handwerken tot stand gebracht. Men hoeft maar een Catalo gusvan ingezonden voorwerpen voorde loterij open te slaan of men bemerkt dat uit de eerste kringen en uit die van de ge goede burgerij, waarbij de namen wor den genoemd, voorwerpen werden in gezonden die ongetwijfeld veel tijd en energie hebben gekost. Om dit te de monstreren publiceerden wij een blad zijde uit de catalogus van 1 883 waaruit duidelijk blijkt dat talrijke jonge juffrou wen aan het werk voor de loterij hebben meegedaan. Het gaat hier ook om een 1 9e eeuwse situatie. Na genoten onder wijs was het voor de dames meestal Bladzijde uit de catalogus van ingezonden voor werpen voor de loterij, 1 883. 15 354 355 356 357 358 359 360 361 362 363 364 365 366 367 368 369 370 371 372 373 374 375 376 377 380 381 382 383 384 Een zakdoeken-doos. jonge jufvr. M. Qravetlein. Een werkzakje. jonge jufvr. J. de Wagesnaker. Een werkzakje. jonge jufvr. A. Snoep. Een werkzakje. jonge jufvr. K Fak Brouwer. Een werkzakje. jonge jufvr. J. Konman. Een paar gemaakte pantoffels. jonge jufvr. J. Bal. Een gewerkt kleedje. jonge jufvr. A. van ,l Hooft. Een gewerkt kleedje. jonge jufvr. M. Boone. Een tapisserie-werk. jonge jufvr. M. Dikkenberg. Een paar kinderschoentjes. jonge jufvr. L. Loncree. Een paar kindersclioeutjes. jonge jufvr. C. Bouten. Een speldenbakje. jonge jufvr. de Wagemaker. Een speldenbakje. jonge jufvr. A. Nonhebel. Een stofdoekje. jonge jufvr. M. Tazelaar, Een boekenlegger. jonge jufvr. J. Sc/teibeler. Een souvenir, jonge jufvr. K. Ramaker. Een flaconkleedje. jonge jufvr. K. Bal. Een flaconklecdjc. jonge jufvr. L. Dronken. Een paar gewerkte pantoffels, jonge jufvr. .7. Bouten. Een inktlapje. jonge jufvr. II. Jonk. Een porte-journaux. jonge jufvr. A. Wolf]'. Een gehaakte kraag. jonge jufvr. C. Hertel. Een anti-macassar. jonge jufvr. L. van lor cum. Een stofdoekje. jonge jufvr. Ml Klein. Een anti-macassar. jonge jufvr. C. Fak Brouwer. Een anti-macassar. jonge jufvr. O. Wolff. Een anti-macassar. jonge jufvr. Anna Fak Brouwer. Een werkzakje. jonge jufvr. Marie Fak Brouwer. Een dejeunertje. mevr. van Hoekvan den Broecke. Een verjaardag-boekje. mevr. Sprenger Lambrechteen Een kinderschortje. Idem.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1988 | | pagina 27