150 jaar „vrouwelijke handwerken" 72 „hebben wij ons wederom verenigd om dezen winter weer een mooi resultaat te bereiken". Ondertekend te Middelburg, februari 1951 door de dames S. C. de Casembroot-van der Feltz, H. S. F. Scho- rer-Teding van Berkhout, A. L. Storm van 's Gravesande-van Teijlingen en J. van der Weel-den Heijer. In april werd de tentoonstelling gehouden in de nieuwe Statenzaal of wel de refter van de Abdij, die door ir. H. de Lussanet de la Sablo- nière zo voortreffelijk was gerestau reerd. De 1 25ste Loterij in 1 963 kreeg vanwe ge dit feit enige bijzondere aandacht, maar dit stond in geen vergelijking met het eeuwfeest. In de jaren zestig werd al le betrokkenen bij de Loterij kond ge daan dat een loterij een zeer tijdrovende en omslachtige bezigheid was. Op zoek naar een eenvoudiger vorm dacht men die te vinden in een te houden bazar. „Op deze ééndaagse bazar zullen dus nu alle handwerken en andere artikelen meteen kunnen worden gekocht en medegeno men. Als van ouds zullen de enkele hoofdprijzen weer worden verloot, maar uitsluitend op de bazardag zelf". Dit hield in dat ook de naam enige wijziging onderging en wel: „Bazar en loterij vrou welijke handwerken ten bate van sociale instellingen". Ingevolge de maatschap pelijke ontwikkelingen veranderde eveneens het karakter van de instellin gen. Om één voorbeeld te noemen: in 1985 kon men een bedrag van f 8850,- verdelen over tien verschillende sociale instellingen op Walcheren te weten: Ro de Kruis, U.V.V. Middelburg, U.V.V. Vlis- singen,Telefonische hulpdienst, Kinder boerderij, Hobbits, Blijf van mijn lijf, Ra- wa, Flaymanproject en Diks (bejaarden tehuis). Kon men in 1963 nog spreken over „Vrouwelijke Flandwerken" als een voornamelijk Middelburgse aangele genheid, dit veranderde in de loop van de tijd. Het werd een Walcherse aange legenheid. Het aantal medewerksters nam toe en met deze vermeerdering groeide het aantal kringen aan tot ne gen. De naam dames-directrices voor hen die leiding gaven aan het werk werd verlaten en er kwam een algemeen be stuur voor in de plaats met een twee hoofdige leiding. Elk van de negen krin gen heeft zijn eigen bestuurster. Zoals gezegd verdween ook de oude Loterij- vorm, waaraan oud-notaris R. Batten zijn beste krachten had gegeven. Wat bleef was de aloude instelling: het ma ken van handwerken waarvan de baten ten goede komen aan sociale instellin gen. Een aloude instelling in nieuwe vor men die met hetzelfde élan in feite het zelfde werk doet waarbij het gezellig heidselement zeker niet vergeten mag worden. Wat ook gebleven is: de plaats van samenkomst in de Abdij, zij het in verschillende gebouwen. De band met de echtgenoten van de gouverneurs la ter commissarissen der Koningin bleef hecht. Na de tweede oorlog waren dit de dames S. C. de Casembroot-baronesse van der Feltz en C. van Aartsen-Stap. Thans is mevrouw J. B. Boertien-Velema erevoorzitster. Prent omslag van het programma jubileum-tentoonstelling „150 jaar Zeeuwse Handwerken". Opening 11 april 1988.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1988 | | pagina 30