architectuur voor de gemeenschap 50 Woonhuis „Ceres" te Aardenburg, zuidzijde, (foto circa 1 950, Jaap d'Oliveira) werktafeltje aan de oostzijde, een open haard in het midden, en een eethoek die met een doorgiftekast aan de keuken grenst aan de westzijde. De woonruimte situeert Kloos zoveel mogelijk op het zuiden; keuken, trap penhuis en badkamer, die minder zon nodig hebben, legt hij aan de andere zij de. Het woongedeelte van het huis heeft een licht hellend dak, en opent zich als het ware met een grotendeels glazen zuidgevel naardezon en naardetuin. De noord- en tevens straatzijde van het huis, waar de werkruimte en de garage zijn ondergebracht, kan relatief gesloten worden gehouden. In „Ceres" is te zien hoe Kloos een huis ontwerpt dat volgens hem tegemoet komt aan de materiële en geestelijke be hoeften van de bewoners; het moet doelmatig en praktisch in het gebruik zijn, maar tegelijkertijd moet de archi tect zich terughoudend opstellen en niet teveel zijn stempel drukken op het leven van de toekomstige bewoners. Slechts wanneer hij op deze wijze een tweeledi ge dienstbaarheid betoont, kan hij een woonomgeving creëren waarin de mens zich prettig voelt. Sportpaviljoen Vlak bij „Ceres" ontwerpt Kloos in de zelfde tijd voor de stichting „Jeugdzorg West Zeeuwsch-Vlaanderen" een sport paviljoen, waarin hij zich onmiskenbaar als een leerling van Duiker manifesteert. De drie verlangde ruimten, clubzaaltje, kleedkamers en keuken, brengt hij onder in verschillende bouwvolumen die tot een geheel worden samengevoegd. Het dak van het zaaltje bestaat uit een uitkragende betonnen plaat die op zeven eveneens betonnen spanten rust. De wanden worden gevormd door glazen puien met ranke stalen kozijnen, waar door het geheel op tekening een zeer open en lichte indruk maakt. Dit wordt nog versterkt door het feit dat het zaaltje hoger is dan de ruimten voor de keuken en de kleedkamers. Maar ook in dit geval moet het plan we gens de heersende materiaalschaarste licht gewijzigd worden. De lengte en de hoogte van het zaaltje worden verkleind, en het staal van de puien moet bij de uit voering plaats maken voor hout. Hoewel dit afbreuk doet aan de ijle architectuur die Kloos voor ogen stond, blijft het oorspronkelijke idee duidelijk: een een voudig en transparant paviljoen met daaromheen een overdekt terras, waar vandaan naar alle kanten een goed uit zicht mogelijk is. „Rozenoord" Een uitbreiding aan twee bestaande vil la's van rusthuis „Rozenoord" in Sluis (1 946-1 952) laat zien hoe Kloos ook bij grotere projecten allereerst uitgaat van de activiteiten die in het gebouw moeten plaatsvinden. Hij ordent en groepeert de Sportpaviljoen te Aardenburg, 1947-1948, voorlopig ontwerp, (foto Thijs Quispel)

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1988 | | pagina 8