heeft zeeland bloedarmoede?
101
Het eeuwenoude „bedrijf" van het ringrijden dat altijd vele toeristen trekt. Hier het optreden tijdens de officiële
ingebruikneming van de stormvloedkering op 4 oktober 1986.
Zeeuwse bevolking van 355.434 naar
355.341 personen.
Als we migratie koppelen aan werkloos
heidscijfers en beroepsbevolking, kom
ik tot een aantal conclusies:
1. De lage werkloosheidscijfers (tabel
1) worden ook veroorzaakt doordat
potentiële leden van de beroepsbe
volking de provincie verlaten van
wege studie (en niet meer terugko
men) waardoor de discrepanties tus
sen werkgelegenheidsontwikkeling
enerzijds en groei van de beroepsbe
volking anderzijds kleiner worden.
2. Omdat tevens deze categorie men
sen voor een belangrijk deel uit wat
hoger geschoolden bestaat, wordt
hierdoor de arbeidsmarkt afge
roomd en ontstaat er dus een voort
durende „braindrain" of zoals de
Zeeuwse planologen het noemen
een „selectieve drainage".
3. Volgens scenario 27) van de PPD-
Zeeland zal ondanks optredend ver-
trekoverschot de beroepsbevolking
tot het jaar 2000 blijven groeien. Of
de werkgelegenheidsontwikkeling
daarmee een gelijketred kan houden
valt sterkte betwijfelen. Gevolg hier
van is volgens mij een constante
stroom vertrekkers met alle negatie
ve gevolgen voor de leefbaarheid en
het voorzieningenniveau (scholen,
winkels enz.). En minder voorzienin
gen leiden weer tot meer werkloos
heid en vertrek.
De politiek
De politiek houdt zich op drie niveaus
met het wel en wee van de diverse re
gio's bezig. Op gemeentelijk, provinciaal
en rijksniveau. Op het rijksniveau wordt
het sociaal-economisch beleid neerge
legd in nota's „Regionaal Economisch
beleid" (R.E.B.) en de provinciale over
heid heeft zijn „Provinciale beleidsplan
nen". Op het gebied van de Ruimtelijke
Ordening hebben we de rijksnota's
„Ruimtelijke Ordening nota 3" en de
provinciale overheid maakt de hierop
geënte „Streekplannen". Ik zal het hier
na vooral over provinciaal beleid heb
ben.
Het „oude" beleid was vooral gericht op
de vestiging van vooral industriële be
drijven in het Zeeuwse. De aard van deze
werkgelegenheid was vooral kwantita
tief van aard en kwalitatief ging het om
veel routinematige bewerkingen in be
drijven. Met andere woorden: de kwali
teit van de arbeid was niet erg hoog en
de kans is groot dat juist deze werkgele
genheid in de toekomst geautomati
seerd wordt.
Het nieuwe beleid gaat meer uit van een
differentiatie van de werkgelegenheid
en een hogere scholing van de arbeids
markt. Hiermee wordt beter aangesloten
op de toekomstige ontwikkelingen. We
lichten er een speerpunt uit namelijk re
creatie en toerisme.
Geheel volgens het in de provinciale no
ta's vastgelegd beleid wordt er door de
provincie gestreefd naar een diversifica
tie van de arbeidsmarkt door het verster
ken van de marktpositie van de sterke
sectoren landbouw en recreatie en het
ondersteunen van plaatselijke initiatie
ven die lokale werkgelegenheid creëren.
Het recente (juni 1986) besluit om de
Centrale Organisatie Voor Radioactief
Afval (COVRA) naar het Sloegebied te
laten komen, is mede aan de welwillend
heid van de provinciale overheid te dan
ken. Immers dit bedrijf, gespecialiseerd
in het opslaan van kernafval biedt aan
1 20 mensen werk waarvan de helft een
academische opleiding genoten heeft.
Als we het toerisme en daarmee de re-
creatieve-toeristische infrastructuur be
ter uit willen bouwen hebben we te ma
ken met twee aspecten, namelijk de ge
bouwde omgeving en de toeristische
dienstverlening.
Wat het eerste aspect betreft hebben we
hier in deze regio ook te maken met be
perkingen. De agglomeratievoordelen
voor Zeeland zijn minder dan het lande
lijk gemiddelde en vanuit dat oogpunt
bekeken zullen hier geen Hiltons, Sones-
ta, Holyday Inn en andere grote hotelke
tens neerstrijken. Echter hotels van la
gere orde kunnen nieuwe markten aan
boren (bijvoorbeeld voor congressen,
overwinteraars, symposia en dergelijke).
Andere speerpunten zijn het aankleden
van de Vlissingse boulevard en het
stichten van diverse elk-weervoorzie-
ningen (bijvoorbeeld Golfslagbad
Roompot). Dit leidt tot een groot aantal
nieuwe arbeidsplaatsen en gevarieerder
aanbod.
Krantekoppen van de laatste maanden
laten zien dat er actief gesleuteld wordt
aan een verbetering van het toeristisch-
recreatief produkt. Ook de invulling van
het eiland Neeltje-Jans" moet een bij
drage leveren deze infrastructuur te op
timaliseren.
Het andere aspect was de toeristische
dienstverlening. Deze moet naar een ho
ger niveau getild worden om de concur-